Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofd- en eindredactie in honderd jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofd- en eindredactie in honderd jaar

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onmisbaar
Wat is een land zonder regering, een fabriek zonder directie, een schip zonder kapitein? En wat is een krant, groot of klein, zonder redactie?
Een land zonder regering is stuurloos; een fabriek zonder directie wordt een chaos, een schip zonder kapitein loopt in de kortst mogelijke tijd gevaar onbestuurbaar te worden. En een krant, ook een kerkelijk orgaan, zonder redactie kan niet verschijnen en niet bestaan.
Men kan als persvereniging een goed bestuur hebben, prachtige richtlijnen opstellen hoe het moet en niet moet, maar de redactie moet het uitvoeren en in praktijk brengen. De redactie moet zorgen dat het blad inhoud krijgt en dat week in week uit. Regeren is vooruitzien en een blad redigeren betekent zorgen dat er voldoende kopij is, een planning maken voor minstens zes weken en maatregelen beramen om alles op tijd binnen te krijgen.
Een eeuw lang kon De Wekker verschijnen dank zij het feit dat er een redactie was, redacteuren waren. Het woord redactie kan in tweeërlei zin worden gebruikt.
Redactie kan betekenen het opstellen van een stuk; de werkzaamheden die nodig zijn voor het vervaardigen en rangschikken van de artikelen. Maar we kunnen onder de redactie van een krant ook verstaan de gezamenlijke redacteuren, opstellers, verzorgers van een blad.
In dit herdenkingsartikel lopen beide betekenissen door elkaar heen. Hoe is De Wekker geredigeerd en wie vormden de redactie of liever: wie waren er in deze honderd jaren hoofdredacteuren?
In de titel van dit artikel - door de redactie geformuleerd - wordt gesproken over Hoofd- en eindredactie in honderd jaar. Strikt genomen is die titel niet juist. De meeste jaren was er geen onderscheid tussen hoofd- en eindredactie. Trouwens het laatste woord is zelfs nooit officieel gebruikt. Zakelijk ging het functioneren in 1959. Nadat prof. W. Kremer vrij abrupt zijn werkzaamheden als hoofdredacteur moest beëindigen wilde zijn opvolger, prof. B.J. Oosterhoff, dit werk alleen overnemen als hij iemand naast zich kreeg die zakelijk als eindredacteur zou fungeren, al werd hij redactiesecretaris genoemd. De toen benoemde functionaris heeft dit werk gedaan tot 1 september 1984. Zijn opvolger was wel redactiesecretaris maar minder eindredacteur dan voorheen het geval was. In het vervolg van dit artikel kom ik hier nog even op terug. Alle nadruk in dit artikel valt op het begrip hoofdredactie.

Zes hoofdredacteuren
Ons blad heeft in deze honderd jaren zes hoofdredacteuren gehad, van wie de laatste nog in functie is.
Ons blad heeft een anonieme oorsprong. Toen het in 1888 verscheen wist niemand wie dit blaadje redigeerde. De naam „Het Stichtsche Wekkertje" deed vermoeden dat Utrecht de bakermat van dit krantje was. In het jubileumnummer van De Wekker, dat verscheen ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum deelde ds. H. Janssen mee dat de heren G. Renkema en J.H. Wessels de oprichters van De Wekker waren. In het voorjaar van 1892 kwam Janssen in Utrecht in militaire dienst en leerde hij bij de familie Wessels - evenals hij zelf afkomstig uit Tholen - de oprichters van De Wekker kennen: Wessels en Renkema. Janssen tekent Wessels, wiens broer predikant was in Zierikzee en die in '92 met zijn gemeente niet met de Vereniging meeging, als een rustige bezadigde man, goed kenner van het kerkrecht beter dan menig predikant, die het op audiëntie bij de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, mr. S. van Houten voor elkaar wist te brengen dat deze de Chr. Geref. Kerk erkende als de wettige voortzetting van de kerk van 1834.
Br. G. Renkema Ezn was in Utrecht een bekende persoonlijkheid, directeur van de Gemeentereiniging. Prof. Geels schrijft over hem in genoemd jubileumnummer: „Met zijn hoge hoed en geklede jas, die hij zowel des daags als des Zondags droeg, maakte hij de indruk van predikant te zijn". Hij heeft veel werk gedaan voor de kleine voortgezette Chr. Geref. Kerk en diende vele synodes als scriba.
Deze beide broeders hadden contact met ds. J. Wisse Czn. Wisse was net als Wessels een Zeeuw van oorsprong. Toen de tweede jaargang begon presenteerde Wisse zich als schrijver. Hij nam de leiding van het blad voor zijn rekening. Het was zijn persoonlijk eigendom geworden. Bij de 3e jaargang werd het bijvoeglijk naamwoord Stichtsche geschrapt. Het was nu 't Wekkertje, klein christelijk weekblad voor Nederland. En met ingang van de 5e jaargang trad „De Wekker" op in groot formaat als „orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk".
Ds. J. Wisse, die dus bij de oprichting van De Wekker was betrokken en direct in het blad schreef, bleef hoofdredacteur tot zijn dood. In 1906 verwisselde hij Den Haag voor Zierikzee, maar de arbeid voor het kerkelijk orgaan bleef. Wisse en De Wekker waren één. In een schrijven aan de generale synode van 1919 legateerde hij De Wekker aan de kerk, maar hij wilde tol het laatste ogenblik zijn werk aan het blad blijven behartigen. Het was hem een levensbehoefte geworden. In het blad van 19 augustus 1921 schreef hij zijn laatste brief uit Het Zuiden - de schaduw van het naderend sterven ligt over deze brief. Zondag 21 augustus moest hij het bed houden en 's avonds stierf hij reeds. De synode van 1919 had een commissie van redactie benoemd; bij stemming werd doc. F. Lengkeek tot hoofdredacteur benoemd. Hij was de eerste opvolger van Wisse, die 33 jaar lang - het derde van een eeuw - De Wekker redigeerde.
Zo lang heeft de tweede hoofdredacteur dit werk niet gedaan. Hij stierf nl. in 1932 na 11 jaar de hoofdredactie te hebben gevoerd, zij het dat ook hij, zoals ook andere hoofdredacteuren, reeds eerder was begonnen als medewerker aan het kerkelijk orgaan.
De synode van 1932 - het was een bijzondere generale synode die in Zwolle werd gehouden in verband met de kwestie-Berkhoff, - benoemde prof. J.J. v.d. Schuit als nieuwe hoofdredacteur. Meer dan 20 jaar schreef hij reeds artikelen in dit blad. In 1919 verscheen van zijn hand „Na vijf en twintig jaren" - vervolgartikelen geschreven n.a.v. het 25-jarig voortbestaan van de Chr. Geref. Kerk.

Van der Schuit heeft De Wekker beheerd - redactioneel en in vele opzichten ook financieel - tot 1956. Een zilveren jubileum als hoofdredacteur heeft hij net niet beleefd. Maar meer dan zijn voorganger en opvolger heeft hij in die jaren een stempel gedrukt op ons orgaan. Ook Schuit en De Wekker waren één. Wat zou Schuit geweest zijn zonder De Wekker en De Wekker zonder Schuit! De synode van 1956 benoemde prof. W. Kremer als opvolger van prof. J.J. van der Schuit. Een jarenlange medewerking aan De Wekker ging aan deze benoeming vooraf. Helaas heeft hij het hoofdredacteurschap maar kort waargenomen - een periode van drie jaar. Hij had een zware taak als hoogleraar - zowel het Nieuwe Testament als de ambtelijke vakken en ethiek moest hij doceren - en was al eens overspannen geweest. Het werd hem teveel. Hij wist prof. Oosterhoff zo ver te krijgen dat deze hoofdredacteur werd, zij het onder voorwaarde dat hij werd bijgestaan door de te benoemen redactiesecretaris, ds. J.H. Velema, destijds predikant in Apeldoorn, zodat nauw overleg gemakkelijk was. Prof. Oosterhoff bleef hoofdredacteur tot de synode van 1980. Zijn opvolger werd prof. dr. W. van 't Spijker, die tot heden de hoofdredactionele scepter zwaait. Genoemde redactiesecretaris werd door de synode van 1983 op zijn verzoek niet herbenoemd en opgevolgd door ds. K. Boersma. De aftredende redactiesecretaris was vanaf de zomer van 1950 aan De Wekker verbonden geweest en beëindigde na 34 jaar zijn arbeid aan het kerkelijk orgaan.
Redacteuren kwamen en gingen en zo kon, dank zij de regelmatige opvolging van personen, De Wekker blijven bestaan, in casu blijven verschijnen.

Kenmerkend
Los van de personen zelf is kenmerkend voor de figuren van de hoofdredacteuren dat zij allen verbonden waren aan de opleiding tot Dienaren des Woords. Wisse was een Haags predikant, maar werd met Van Lingen docent aan de Theol. School te Den Haag en ook toen hij zijn werk aan de School neerlegde door het vertrek naar Zierikzee bleef hij als oud-docent en voortrekker van 1892 de man, die leiding gaf in De Wekker. Zijn opvolger was doc. Lengkeek, eveneens verbonden aan de Hoge School als gewaardeerd docent sinds 1914- nadat hij een benoeming in 1909 had afgewezen

Prof. Van der Schuit - de derde hoofdredacteur - was na het sterven van Lengkeek de aangewezen opvolger. Daar behoefde niet lang over gedacht te worden. Dat lag geheel in de lijn.
Bij het terugtreden van prof. Van der Schuit - hij was toen 75 jaar - was het eigenlijk vanzelfsprekend dat prof. Kremer hem opvolgde. Van de toenmalige hoogleraren was hij de oudste, al was prof. Hovius langer hoogleraar, maar de laatste ambieerde dit werk allerminst, hoewel ook hij reeds veel in ons blad had geschreven.
Drie jaar later trad prof. Oosterhoff aan. Het Curatorium motiveerde de voordracht aan de synode van 1959 met het argument dat men wilde blijven in de lijn van de traditie en de band tussen Kerk en Theologische School wilde bestendigen. In die lijn bleef men nadat prof. Oosterhoff zijn werk voor De Wekker neerlegde.
De jaren door is er een nauwe band geweest tussen De Wekker en de Theol. School of die nu later Hogeschool en Universiteit werd genoemd.
Ongetwijfeld heelt de leiding die op deze wijze van „Apeldoorn" uitging de band tussen Kerk en School bewaard. Onze hoogleraren zouden veel verder van het kerkelijke leven afstaan, wanneer zij zich niet regelmatig in De Wekker presenteerden. De redenering wordt wel eens gehoord: de hoogleraren staan niet meer midden in het kerkelijke leven en maken dat niet van dag tot dag en van vergadering tot vergadering mee. Dat is zeker waar. Dat kan een nadeel zijn. Maar die afstand heeft waarschijnlijk meer voordelen omdat men er zo ook boven kan staan en z'n visie niet laat bepalen door het directe kerkelijke gebeuren.
In het kader van de nauwe band lussen De Wekker en Theol. School ligt ook het feit dat het Curatorium zich elk jaar met ons blad bezighoudt en uiteindelijk voorstellen doet aan de generale synode met betrekking tot de benoeming van redactieleden en hoofdredacteur.
Trouwens dat laatste is misschien nog het meest kenmerkend voor De Wekker in onderscheid van alle andere kerkelijke bladen - uitgezonderd De Saambinder - het is een kerkelijk orgaan; de spreekbuis van de Chr. Geref. Kerken. De redactie wordt benoemd door de generale synode en is verantwoording schuldig van haar beleid aan de generale synode. In toenemende mate weet de synode daarvan gebruik te maken. Behoefde vroeger de zaak van De Wekker niet commissoriaal gemaakt te worden en kon ze op de eerste of tweede synodedag als „klein goed" behandeld worden, de laatste synodes hebben het rapport van ons kerkelijk orgaan aan een commissie toevertrouwd, daarmee onderstrepend het grote belang dat de synode heeft bij ons blad.

Typeringen
Er zou een uitvoerige studie gemaakt kunnen worden aan de hand van De Wekker en inzonderheid van de artikelen van de hoofdredacteuren over ons kerkelijke leven in deze honderd jaar. Die hoofdredacteuren hebben het kerkelijke leven zeker geregistreerd en vaak gestimuleerd - elk op eigen wijze.
De eerste hoofdredacteur was de strijder voor het beginsel van de Chr. Geref. Kerk. Prof. Van der Schuil schreef bij het gouden jubileum: De Wekker is uit polemiek geboren - een polemiek die geen ander doel kende en stelde dan onverzwakt de gereformeerde belijdenis en het werk der Afscheiding te verdedigen en te handhaven.

Lengkeek was een heel andere figuur en schrijver. Hij was van huis uit onderwijzer en ook zijn persarbeid droeg een onderwijzend karakter. Prof. Geels schreef van hem in het Jaarboek 1933: „Hij heeft door zijn welversneden pen grote diensten aan ons kerkelijk orgaan bewezen. Hij wist altijd de juiste toon te vatten. Vaste leiding ging van hem uit. Hij verschreef zich nimmer, evenmin als hij zich ooit versprak".
Van der Schuit was in de school van Wisse gevormd. Hij had van deze „generaal" het hanteren van het geestelijk wapen geleerd „en daarom moet men het mij maar vergeven als ook ik wat polemisch ben aangelegd". Inderdaad kan Schuit's Wekker-arbeid als polemisch worden getypeerd. Het waren de jaren waarin A.S. en K.S. scherp tegenover elkaar stonden en kerkelijk Nederland in de dertiger jaren wist dat dit twee kemphanen waren. Prof. Berkouwer kwam er over te schrijven in zijn boek „Zoeken en vinden" (Herinneringen en ervaringen) twee jaar geleden. Ook dr. J.J.C. Dee releveert in zijn dissertatie over K. Schilder, vorig jaar in Kampen verdedigd, deze controverse.
Overigens wist prof. Van der Schuit in zijn voorstukken - ik denk aan zijn uitvoerige verhandelingen over de zondagen 1-7 van de Catechismus - op treffende wijze te verwoorden wat hij in zijn inaugurele rede over „Mystiek en Dogma" had geponeerd.
Zijn opvolger prof. Kremer zocht zijn kracht in thetische verhandelingen. Hij had een heldere visie op Gods Woord, inzicht in de Schriften. In zijn prediking wist hij het heilshistorische en het heilsordelijke op treffende wijze te verbinden. De reeksen artikelen die hij over diverse onderwerpen schreef waren in vele opzichten richting gevend.
De na hem opgetreden hoofdredacteuren verborgen in hun bijdragen hun verbondenheid aan hun eigen discipline niet. Prof. Oosterhoff gaf diverse artikelen over Oud Testamentische onderwerpen en prof. Van 't Spijker laat ons zien hoe in het verleden over allerlei belangrijke, ook actuele dogmatische onderwerpen, is gedacht en geschreven.

Taakstelling
Welke taak stelt men zich als hoofdredacteur en hoe doet men dit werk? Een hoofdredacteur kan zich als eerste belangrijkste taak stellen om er voor te zorgen dat het blad vol wordt; dus artikelen verzamelen, scribenten aanzoeken en aanporren om gedane beloften na te komen. Hij fungeert dan als verzamelaar en doorgever van artikelen. Dat is op zichzelf genomen al een heel werk. Elke week moet het blad weer vol en is er de roep van de drukker: Geef, geef!
Een hoofdredacteur kan ook proberen naast bovengenoemde taak een eigen stempel op het blad te zetten. Dan zal hij zelf wekelijks present moeten zijn en liefst een eigen rubriek moeten hebben. In vaste, sprekende rubrieken voor hoofdredacteuren is De Wekker nooit sterk geweest.
De eerste twee hoofdredacteuren schreven bij voorkeur brieven: Brieven uit het Zuiden en Veluwse brieven. Een dergelijke artikel-vorm biedt gelegenheid over allerlei onderwerpen te schrijven. Later schreven de hoofdredacteuren meer afzonderlijke artikelen, artikel-reeksen, terwijl de laatste hoofdredacteur begonnen is met een eigen column „Marginaal?". Een vaste rubriek heeft dit voordeel dat de lezers er eerder naar grijpen om te weten te komen wat het deze week weer is.
Een vaste rubriek was destijds „Kerk en Staat" van ds. H. Janssen, later overgenomen door prof. J.W. Geels. In later jaren werd de naam van die vaste rubriek „Voor de Lens" en toen de fotograaf verdween - waarschijnlijk had de rubriek te zeer zijn persoonlijk stempel gekregen - werd de naam „Nader bekeken" afwisselend bediend door twee redacteuren.
Het is duidelijk dat ook bij het voeren van de redactie van een krant geen een hoofdredacteur gelijk is aan de andere. Ieder heeft zijn persoonlijke aanpak, voorkeuren, begaafdheid.

Toen in 1959 het werk verdeeld werd zorgde de hoofdredacteur er voor dat er artikelen waren terwijl de „eindredacteur" de laatste hand aan elk nummer legde door de drukproeven corrigeren, aan te geven welke artikelen geplaatst moesten worden en de laatste berichten door te geven. Wie ook een kerkelijk blad „runt" moet voor het werk iets voelen. De rubriek „Uit de Kerken" is een heerlijke rubriek van elastiek. Er kan van alles in wat er aan wetenswaardig en lezenswaardig in de kerken is te vinden. Men moet het nieuws ruiken, opzoeken, najagen en bijna zou ik zeggen „maken". Het gebeurde ooit dat De Wekker de aanname van een beroep berichtte voordat de betrokken gemeenten op de hoogte waren en toch bleek het waar te zijn!!

Betekenis
In het gouden jubileumnummer, dat 30 april 1937 - meer dan 54 jaar geleden - verscheen schetste de toenmalige hoofdredacteur de betekenis van De Wekker.
Hij noemde drie zaken: vasthouden aan het beginsel op leerstellig gebied; dan het leggen van een vaste band tussen de gemeenten en de belijders van de oude chr. geref. leer en de opbouw van beginselen op kerkrechtelijk gebied.
We zijn een halve eeuw verder. Na 1937 is er veel veranderd in Nederland: de Tweede Wereldoorlog kwam; na de bevrijding kwam een nieuwe tijd en ging het levenspeil omhoog. De Vrijmaking vond plaats, de plaats van de Chr. Geref. Kerken werd anders. In Apeldoorn kwamen gepromoveerde hoogleraren.
Meer dan in de eerste helft van haar bestaan kwam De Wekker in de laatste helft van de eeuw onder vuur te liggen. Er werd kritiek geleverd op de inhoud van geheel verschillende kanten. Het was vaak moeilijk om de juiste kerkelijke, chr. geref. lijn aan te houden en zich niet te verliezen in progressieve opvattingen noch te verzanden in het groepsdenken.
De betekenis van De Wekker is zeker geweest dat ze het gezicht van de Chr. Geref. Kerken naar buiten bepaalde; dat ze naar binnen poogde een band te leggen om de kerken; dat ze leiding gaf aan het kerkelijke leven en niet minder aan het geloofsleven zonder in een louter stichtelijk blad te vervallen.
Een kerkelijk orgaan als het onze moet, samenvattend, de lezers - oudere en jongere kerkleden - funderen in Gods Woord en de belijdenis der kerken; hen oriënteren in datgene wal er vandaag op geestelijk en theologisch gebied aan de orde is - zonder een theologisch tijdschrift te worden -, dient allerlei ontwikkelingen en gebeurtenissen te signaleren en de lezers te stimuleren om in deze tijd positief te leven als leden van de Chr. Geref. Kerken, verlangend naar de eenheid met allen die op hetzelfde fundament staan en verwachtend de wederkomst van onze Heere Jezus Christus.
Moge in dit verband een tweede eeuwfeest van De Wekker niet meer nodig zijn.

J.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1991

De Wekker | 30 Pagina's

Hoofd- en eindredactie in honderd jaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1991

De Wekker | 30 Pagina's