Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gekomen om te dienen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gekomen om te dienen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen''. Mattheüs 20:28

Dit woord sprak Jezus tot Zijn discipelen, toen Hij met hen opging naar Jeruzalem, om het Paasfeest te vieren. Het was Zijn laatste reis. Het kruis kwam in zicht. Als het ware Paaslam zou Hij Zijn leven geven tot een losprijs voor velen.

Voor de derde maal had Hij Zijn discipelen apart genomen om hen op dit lijden voor te bereiden. En nauwelijks was Hij daarmee klaar, of daar kwam de moeder van de beide zonen van Zebedeüs tot Hem met een op zichzelf begrijpelijk, maar toch ook zelfzuchtig verzoek. Een echte moeder zoekt het beste en mooiste voor haar kinderen. Wat kan ze dus beter begeren, dan dat haar beide zonen mogen zitten, de een aan Jezus' rechterzijde en de ander aan Zijn linkerzijde in Zijn Koninkrijk? Aan de top dus. Met Hem heersen?
Maar Jezus wees dit verzoek af. En toen ontstond er gemor onder de andere tien discipelen. Zij namen het die beide broers kwalijk. Maar ze waren geen zier beter. Tot in de Paaszaal toe ontstond er onenigheid over de vraag, wie van hen als de eerste moest gelden. Ze dachten in sterk aardse verhoudingen. Eigen grootheid stond voorop. Daarom riep Jezus hen tot Zich en gaf hun onderricht in de ware grootheid in het Koninkrijk der hemelen. Die bestaat in nederigheid en je zelf geven. En toen stelde Hij Zichzelf ten voorbeeld: „Gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen".
Dit woord van Jezus is een van de diepste van heel het Evangelie. Hij gaf daarin licht over het doel van Zijn komst en het karakter van Zijn heerschappij. Die is zo gans anders dan van de regeerders der volken en de rijksgroten. Er zijn onder hen tirannen en dictators, die met geweld heersen en alleen leven voor eigen grootheid. Alles moet hen dienen.
De wereld van alle eeuwen, ook van onze tijd En dat vindt u ook bij de gewone man. De Duitse wijsgeer Nietzsche heeft eens gezegd: „Drie dingen prijs ik zalig: de roes der zinnen, de heerszucht en de zelfzucht". Daar hebt u de mens, zoals hij van nature is, ten voeten uit getekend. Heersen zit ons als het ware in het bloed. Men wil vaak heersen over de gewetens en het geloof van anderen. Dat drijft de mens van alle eeuwen. En hier ligt nu ook het bange fiasco van deze wereld. Die gaat ten onder aan de heerszucht.

Maar Jezus kwam in de wereld om te dienen. Wondervol Evangelie. Als de Zoon van God, door Wien alle dingen geschapen zijn, had Hij er recht op gediend te worden. Doch Hij is ook de Zoon des mensen geworden. Die naar Paulus' woord Zichzelf vernederd en ontledigd heeft en de gestalte van een dienstknecht, een slaaf heeft aangenomen.
Dat is begonnen bij Zijn vleeswording uit Maria. Dat heeft Hij getoond tijdens Zijn omwandeling op aarde, al heeft Hij zich laten dienen door de vrouwen die Hem volgden. Maar dat was een dankbare wederliefde. Hij had hen eerst gediend. Heel Zijn leven is een dienen geweest. Een dienen van God allereerst, want Hij kwam ons des Vaders wil te doen en is gehoorzaam geworden tot de smadelijke dood des kruises. Maar Hij kwam ook om mensen te dienen, verloren mensen, arme zondaren en tollenaren, ellendigen en nooddruftigen. Hoevelen zijn door Hem niet gediend. Tollenaren als Levi en Zacheüs; een boetvaardig zondares, een Maria Magdalena die van zeven duivelen werd bevrijd. Hij diende ook Zijn twistende discipelen. En Zijn dienen was spontaan. Altijd en voor iedereen stond Hij klaar.

Hoe zuiver was Zijn dienen hoe onbaatzuchtig, gedreven door loutere liefde. Een dienen met woord en daad. Nooit kwam dit duidelijker uit dan in de laatste week van Zijn lijden. De vlam van Zijn dienende liefde is een offervlam geworden. Aan het kruis van Golgotha gaf Hij Zijn ziel. Zijn leven als een rantsoen, een losprijs, voor velen. Niet voor enkelen dus, maar voor een ieder die gelooft en zich tot Hem met Zijn ellende ter genezing leert wenden.

O, welk een macht heeft deze liefde. Toen en nu. Want ook na Zijn opstanding en hemelvaart is Jezus een dienende Heiland. Vanuit de hemel wil Hij ons dienen als onze hoogste Profeet en Leraar, Die de weg, de waarheid en het leven is; als onze enige Hogepriester, Die onze zwakheden kent en voor ons bidt, dat ons geloof niet ophoudt; als onze eeuwige Koning, Die ons bij de verworven verlossing behoudt. Heerlijk als wij dit evangelie verstaan en ons laten dienen. Van nature begrijpen we dit niet, ergeren wij er ons aan, net als Zijn twistende discipelen. Wij willen zo vaak de volgorde in dit evangelie omkeren. Wij willen ons Jezus waardig maken, zelfs met onze tranen en gebeden. Daarom hebben we altijd weer behoefte aan het onderwijs van de Heilige Geest, Die ons ontdekt aan ons zondaarsbestaan en diepe onwaardigheid. Dan krijgen wij een Heiland, een Middelaar nodig. Die ons bedient; dient in onze geestelijke nood, dient ook in al onze zorgen en noden. Zo wordt Hij ons gans begeerlijk als een dienende Verlosser.
In dit schriftwoord tekent Jezus Zichzelf voor alles als de Borg, Die plaatsvervangend ons met God verzoent. Maar Hij stelt Zich hierin ook ten voorbeeld. Hij maakt een gelijkteken en sprak „Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen . . .".
Jezus wil ook een gestalte aannemen in het leven der Zijnen. Zoals Paulus schreef in Zijn brief aan de Filippenzen: „Want dat gevoelen, die gezindheid, zij in u".
Wie door Hem gediend is, die begeert, net als die vrouwen, nu ook Hem te dienen uit dankbaarheid. Dat wordt een dienen van God in Zijn koninkrijk, dankende God de Vader voor Zijn onuitsprekelijke gave. Maar ook een dienen van Zijn volk en van elkaar, van alle nooddruftigen en ellendigen, die op onze weg geplaatst worden. In Zijn gemeenschap en door Zijn kracht leren we sterven aan onszelf om te leven in offer-bereidheid. Net als later Zijn discipelen.

Van mensen die de voornaamste wilden zijn, werden de discipelen slaven van Jezus, tot dienen bereid. Dat wonder heeft Jezus door Zijn Geest bewerkt. En daaraan heeft de wereld van onze tijd behoefte. Aan mensen, die het door genade mogen weten: „Hij heeft mij gediend, om niet, schoon diep onwaardig, en nu willen we in dankbare wederliefde dienen zoals Hij!" Heeft u zich reeds door Hem laten dienen? Leer „amen" zeggen op dit Evangelie. Zoekt -biddend naar dit geheim. Hij is een gewillige Heiland, bereid om de grootste der zondaren te dienen.
Van onze kant is het dienen gebrekkig. Maar eens zullen we in volmaaktheid Hem mogen dienen, dag en nacht in Zijn tempel. En hier reeds zingt ons hart: „Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten".

Nieuwenhuijze

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Gekomen om te dienen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1992

De Wekker | 8 Pagina's