Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van Lingen in 1892 (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van Lingen in 1892 (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als titel van dit artikel is opgegeven: Van Lingen in 1892. Daarin ligt een grote beperking opgesloten, die met het oog op de beschikbare ruimte ook wel nodig is.
In de lezerskring zal ieder al direct begrijpen, dat de titel verband houdt met de plaats en het werk van Van Lingen in het voortbestaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk in 1892, toen de hoofdstroom van de Christelijke Gereformeerde Kerk met de Nederduits Gereformeerde Kerken samenvloeide tot de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Maar om te weten wie Van Lingen in 1892 was, zal ons in het kort iets meer duidelijk moeten worden over de vraag, wie Van Lingen vóór die tijd was. Anders zullen we dat niet kunnen begrijpen.
Als men in de tweede helft van de vorige eeuw in christelijk Nederland vroeg, wie Van Lingen was, dan zou men horen: de Director van het eerste Christelijke gymnasium in Nederland in Zetten. Zo is hij heel bekend geweest en is zijn naam nog altijd verbonden aan het Van Lingen College, vroeger het Chr. Lyceum in Arnhem, waarheen het gymnasium in 1908 verplaatst is.
Wat Van Lingen in 1892 gedaan heeft is nauw verbonden aan zijn arbeid vóór die tijd en aan de ontwikkelingen die hij in kerkelijk Nederland meemaakte. Daarom daarover kort iets.

Frederik Philip Louis Constant van Lingen is 15 april 1832 in Hurwenen geboren in een rechtzinnig Hervormd gezin. Zijn moeder, heel vroeg onderwijzersweduwe, besteedde veel, ook geestelijke zorg aan hem. Na het gymnasium in Zaltbommel werd hij, 16 jaar oud, theologisch student in Leiden. Onder invloed van de moderne theologen Rauwenhoff en Scholten verloor hij zijn kinderlijk geloof, maar bleef ernstig in het studentenleven, kwam veel aan huis bij de Hervormde predikant J.F. Kuyper en werd bevriend met diens zoon Abraham, ruim 4 jaar jonger dan hijzelf. In 1852 kandidaat geworden, deed hij eerst hulpdiensten in Steenderen en werd hij in 1855 predikant in Hensbroek, waar weinig geestelijke ernst heerste. Daar vond hij in Henrica Helena Mensonides, dochter van de ambachtsheer van Hensbroek, een bijzondere vrouw. Het huwelijk werd ingezegend door de bekende predikant-dichter Laurillard.
In zijn arbeid werd Gods Woord zelf hem te machtig. Tot veel zegen werd hem een traktaatje over de wedergeboorte, dat hij onbegrepen in de brievenbus vond. Veel later hoorde hij, dat jhr. mr. Van Asch van Wijck uit Utrecht het na gebed aan een willekeurig aantal predikanten had toegestuurd. Toen zijn geloofsleven meer en meer verdiept werd, zag hij met schaamte èn in gehoorzaamheid een grote taak liggen.
In 1860 werd hij predikant in Broek op Langedijk Van de daarna opgerichte Confessionele Vereniging (de latere naam) was hij een van de oprichters. Van de Vereniging ter handhaving en verdediging van de leer en rechten der Nederlandse Hervormde Kerk werd hij voorzitter. In de pastorie leidde hij al jonge mannen op tot rechtzinnige predikanten in de Hervormde Kerk. Een protest over leervrijheid naar de synode leverde hem een berisping op van de classis Alkmaar.
In 1862 vertrok hij naar Zetten en daar ontplooide hij zijn grote kracht. De paar leerlingen werden, eerst geheel privé en onbetaald, tot een school, dat het eerste Christelijke Gymnasium in Nederland werd. Afgestudeerden gingen naar de universiteiten van Leiden of Utrecht. Honderden bewaarden daar grootse herinneringen aan. De predikant-directeur had een dubbele taak, die uiterst serieus werd uitgevoerd. Hij was ook tegelijk zachtzinnig en streng. In 1881 ontving hij emeritaat als predikant en kon hij zich geheel aan het onderwijs wijden. Tot 1893 is hij aan het gymnasium verbonden gebleven. Dit betekent, dat men Van Lingen niet zonder het onderwijs en vooral de klassieke opleiding kan denken. Tot zijn 61e jaar is hij bij het gymnasium geweest, en bijna al die tijd was hij Hervormd.
Hoewel hij in zijn jeugd al van een afgescheiden met de Chr. Geref. Kerk pas later te maken gekregen. In Zetten kerkte de Afgescheiden predikant donderdagsavonds bij Van Lingen en zat in de ouderlingenbank; op woensdagavond zat Van Lingen bij de Afgescheiden predikant in de kerk. Zo lag dat toen nog. Uit de Chr. Geref. kerk kwam meer belangstelling voor zijn gymnasium. En toen de Doleantie werd voorbereid, was er sprake van overplaatsing van Zetten naar Amsterdam. Woltjer en zijn vriend Abraham Kuyper boden hem een eredoctoraat aan aan de Vrije Universiteit. De overplaatsing ging niet door.
Als hervormd predikant doleerde Van Lingen mee in 1886, maar of dat officieel geweest is, is onduidelijk. Van Lingen was immers meer aan een school dan aan een gemeente verbonden. In de vakantietijd ging hij overal voor de doleantie spreken. Zijn eigen jarenlange strijd voor kerkherstel zag hij versterkt. Hij was het, die de eerste kandidaat van de V.U., Houtzagers, in Kootwijk mocht bevestigen; daarna ds. Vlug in Leiderdorp. Zo leefde hij door zijn school enigszins terzijde van het kerkelijke gebeuren en was hij er anderzijds juist helemaal op betrokken. In Zetten bestond een typische situatie. Hij preekte 's morgens dolerend in het gymnasium; 's avonds in een lokaal te Randwijk. In het curatorium zaten 2 Hervormde, 3 Nederduits Gereformeerde leden en 1 Chr. Geref. lid. Van de docenten waren er 3 hervormd, 2 Ned. Geref. en 1 Chr. Geref. En voor hemzelf werd de vraag steeds dringender, waartoe hij behoorde. Voor de Hervormde kerk heeft hij nimmer bedankt. Het classicaal als predikant. En hoe stond hij tegenover de Doleantie?
Die stelde hem steeds meer teleur. Tegen de dubbele ledenregisters had hij groot bezwaar. Men moest consequent zijn! Kritiek had hij op de processen om de kerkelijke goederen. Kritiek ook op de vele toegelaten oefenaars. Inmiddels waren de besprekingen over vereniging tussen de Chr. Geref. Kerk en de Nederduits Geref. Kerken in volle gang.
Het grootste punt was het zicht op het breken met de Hervormde kerk.
Een citaat daarover uit een brochure van Van Lingen uit 1893:

Een vijfde beding der Leeuwarder Synode was, „dat, wat de verhouding tot de Ned. Herv. Kerk betreft, dit wederzijds worde uitgesproken, dat verbreking van de kerkelijke gemeenschap met de besturen van de Ned. Herv. Kerk niet alleen, maar ook met de leden in corporatieve en plaatselijke zin door Gods Woord en de Geref. belijdenis geboden en dus noodzakelijk is". Hierop antwoordde de Dolerende Synode, „dat zij zich ook tegen het in deze zinsnede bedoelde niet verzet, overmits uit het beginsel, dat de methode van Separatie en Doleantie beiderzijds voor eigen rekening wordt gelaten, volgt, dat hierin niet kan zijn gevergd, dat de Kerken dezerzijds in dit tweede beding het standpunt der Doleantie zouden veroordelen of dat der Separatie huldigen; zodat dit beding niet kan inhouden de verloochening van de historische betrekking tot de leden van het Ned. Herv. Kerkgenootschap, noch de eis, dat we deze leden als heidenen en tollenaars zouden beschouwen, noch eindelijk, dat de tot reformatie gekomen Kerken geen eigenaardige verplichtingen tegenover die leden zouden hebben".
Komt het u niet voor een uitspraak van het Delphisch orakel te zijn, dat zowel ja als neen inhoudt? . . . Hoe dat saam kan gaan, begrijpe wie het kan.

K. Boersma
 

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Van Lingen in 1892 (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 maart 1992

De Wekker | 8 Pagina's