Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vraag over bijbelvertaling (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vraag over bijbelvertaling (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vorige artikel bedoelde antwoord te gaan geven op de vraag, door een lezer gesteld, of het verantwoord is om gebruik te maken van „Het Boek" als bijbelvertaling. Nu gaan we even verder over vertalen.

Vertalen
Een bekend verschil in de manier van vertalen is in de laatste tientallen jaren tot uiting gekomen in het gebruik van twee termen, die elkaars tegengestelde zijn. De ene term is „concordant" of „idiolect" vertalen. Heel sterk doorgevoerd betekent dat woord-voorwoord vertalen en dan meestal ook altijd hetzelfde hebreeuwse of Griekse woord door telkens hetzelfde Nederlandse woord vertalen. De andere manier heet „dynamisch-equivalent" vertalen.
Dat betekent een taal zó weergeven in de andere taal, dat dezelfde gedachtengang of bedoeling wordt overgebracht, ook al worden er woorden of zinsdelen gebruikt, die niet de letterlijke vertaling zijn.
Grofweg gezegd kunnen we zeggen, dat de Statenvertaling dicht bij het concordante vertalen komt (niet helemaal, zie het vorige artikel) en dat uitgaven als „Groot nieuws voor u " en „Het Boek" dynamisch-equivalent zijn.
Hoe komt het, dat dat verschil tegenwoordig zo gemaakt wordt? Het heeft meer dan één achtergrond.

Er was een tijd, waarin het vanzelfsprekend werd gevonden, dat vooruitstrevende, moderne mensen de Nieuwe vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap gebruikten. Door heel sterke voorstanders van de Statenvertaling, die van geen andere willen horen, werd ook wel de beschuldiging geuit, dat de Nieuwe vertaling de bijbelkritiek en de vrijzinnigheid op een bedekte manier wilde invoeren. Maar er kwam een bijbelkritische richting op, rondom de zgn. Amsterdamse School, die de zaak van de betrouwbaarheid van Gods Woord had prijsgegeven en nu toch een manier zocht om de mensen iets mee te geven.
Die manier lag dan in de zogenaamde bijbelse taal. De boodschap lag in het woordgebruik en niet in de waarachtigheid van wat er overgebracht werd.
Dat bracht een sterke sympathie voor de Statenvertaling met zich mee en zelfs een manier van vertalen die nog veel verder gaat, die soms tot onverstaanbaarheid leidt. In 1971 heeft prof. Van Bruggen uit Kampen daar al een brochure over geschreven, waarin hij de achtergronden blootlegt.

De dynamisch-equivalente manier van vertalen heeft een andere achtergrond. Die heeft met de zendingssituatie te maken. Het boekje „Een bijbel in omgangstaal" van Jan J. van Capelleveen (Nederlands Bijbelgenootschap, 1980) licht ons daarover in. Hij schrijft: In 1966 verscheen in de Verenigde Staten het nieuwe testament „Good News for Modern Man". Eigenlijk was dat een uitgave voor de toen nieuwe zelfstandige staten van Afrika en Azië, die Engels als voertaal kozen, en voor Amerikanen die Engels als tweede taal spraken. Maar al spoedig bleek dat ook anderen in het Westen het bij honderdduizenden kochten. Het propageren van de vertaalmethode om bij het vertalen te vragen: Hoe zegt men zoiets in de taal waarin ik dit moet vertalen? deze manier is voornamelijk afkomstig van de Amerikaanse taalgeleerde E.A. Nida. Welnu, we begrijpen, dat men daarvoor niet alleen een woordenboek en een grammatica nodig heeft, maar moet doordringen in de gedachtenwereld van de „gevende" en van de „ontvangende" taal. Het is ook erg duidelijk, dat men hierin verregaand kan ontsporen.

En dus?
Het is, denk ik, begrijpelijk, dat beide vertaalmethoden felle voorstanders en tegenstanders kennen. Een sterk doorgevoerde vertaling betekent in het eerste geval, dat men een onleesbare bijbel krijgt en in het tweede geval, dat de kracht en de diepte van de Goddelijke boodschap uit de vertaling is verdwenen. In beide gevallen is Gods Woord ontkracht.
Wat de manier van vertalen betreft, staan de Groot Nieuws Bijbel en Het Boek op één lijn. Maar het gaat er dan maar om met welke woorden, welke gedachteninhoud, met welke door de gehele bijbel gedrenkte begrippen je de vertaling doet.
Ik neem maar als voorbeeld Psalm 103. Een psalm, waarin lof en dank, maar ook smeking, schulderkenning, vergeving, geloof, verwondering, uitzicht, ja wat niet al, doorklinken. Ga je een stuk poëzie, zoals de Psalmen zijn, concordant vertalen, dan zul je natuurlijk in de vertaling ook laten uitkomen dat het een gedicht is. Ik herinner mij nog, dat, toen in 1951 en 1952 de Nieuwe vertaling uitkwam, ik heel blij met de verduidelijking van de bijbel was, maar dat ik de Psalmen wat minder geslaagd vond, omdat ik ze minder dichterlijk vond dan in de Statenvertaling. Later ben ik dat wat anders gaan aanvoelen. Maar u moet maar denken, dat u in Het Boek niets meer van het dichterlijke kunt terugvinden. Het is nog een meditatie, een lofprijzing, maar prozaïsch. Iemand zegt: Dat neem ik op de koop toe. Dat kan.
Op de Groot Nieuws Bijbel had ik in Psalm 103 tegen, dat daar „zonden" met „fouten" werd weergegeven. De diepte en de kracht van de bijbelse betekenis van een heel aantal woorden kun je niet wegvertalen zonder in de val te raken, dat je geen bijbel overhoudt. In Het Boek is dat vermeden.
In dat opzicht verkies ik Het Boek boven Groot Nieuws.
Dat Psalm 103 in Het Boek mij smaakt? In vers 3 staat voor „ongerechtigheden" nu „zonden", maar in vers 10 staat voor „Hij vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden": „Hij stelt het goede tegenover onze tekortkomingen".
„Goedertierenheid" wordt telkens weergegeven met „goedheid en trouw". Wel goed. Het woord „goedertierenheid" is een moeilijk Nederlands woord dat de trouw in het verbond weergeeft en dat je altijd aan iedereen moet uitleggen. Een catechisant zei onlangs tegen mij: Is het niet een heel vol woord?
Daar had ze gelijk in. „Zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend" wordt weergegeven met: „En ik voel mij weer jong als vroeger". Daar ben ik nu niet zo gelukkig mee. In vers 18 staat voor „over hen die zijn verbond onderhouden, en aan zijn bevelen denken om die te doen": „voor wie zijn wil doen en met zorg hun levensweg met Hem gaan ".
Zo is er waardering en kritiek.

Ik neem nog een ander voorbeeld: „Zalig zijn de armen van geest", Matth. 5:3. Daarvoor staat in Het Boek: „Gelukkig zijn zij die nederig zijn".
De Groot Nieuws Bijbel zegt daar dat het degenen zijn die God nodig hebben en dat vind ik aanzienlijk beter. De Engelse versie heeft: „die geestelijk arm zijn"; de Franse: „die weten dat ze arm in zichzelf zijn"; de Duitse: „die met lege handen voor God staan". Allemaal weer heel juiste omschrijvingen van het „arm van geest" zijn. U ziet, je kunt niet spreken alsof de ene vertaling alleen goed is en de andere uitgave helemaal verkeerd.
Van Het Boek, want daarover ging de vraag, kun je zeggen, dat het over het algemeen een vertaling geeft, die met. de gereformeerde geloofsleer niet in strijd is.
Ik behoor niet tot degenen die zich met afkeer van een dynamisch-equivalente vertaling afwenden. Wel zeg ik met ds. K.T. de Jonge (bijna tien jaar geleden in het Kerkblad voor het Noorden): alsjeblieft niet op de kansel.
Maar soms kun je er plezier van hebben. En blijf er altijd een echte vertaling naast leggen: een Statenvertaling of een Nieuwe vertaling. En wat die laatste betreft, maar dat is een persoonlijke mening: In 1952 vond ik het een heerlijke verhelderende vertaling. Dat vind ik nog wel, maar ik vind haar meer en meer verouderend en ik ben het ook eens met diegenen, die haar af en toe wat vlak vinden. In de apostolische brieven en soms in de profeten vind ik haar in haar kracht. Maar bij mijn catechisanten moet ik dikwijls een verouderd of plechtstatig woord evengoed uitleggen als ik het bij de Statenvertaling zou moeten doen, alleen wat minder vaak.
En ik verlang, maar dat heb ik al eerder geschreven, naar een vervanging, een heldere, krachtige vertaling. Men is er mee bezig. De Vrijgemaakte Kerken doen er officieel aan mee. Wij in onze kerken hebben er al enige jaren geen orgaan meer voor. Ik zou wensen dat het er kwam. In 1988 op bezoek bij het Zuidafrikaanse Bijbelgenootschap kreeg ik daar een exemplaar van de nieuwe vertaling daar. Ik had er bij prof. Van Rooy uit horen voorlezen. Die is ook dynamisch-equivalent en er is nogal wat strijd over geweest.
Maar ik vond ze prachtig. Iets soortgelijks zou ik voor Nederland wensen.
Ik hoop, mijn vrager enigszins naar genoegen te hebben geantwoord. Het kan niet meer dan een persoonlijk antwoord zijn, want een redactioneel antwoord bestaat er natuurlijk niet.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Een vraag over bijbelvertaling (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1992

De Wekker | 8 Pagina's