Verslag van de Particuliere Synode van het Westen gehouden op 29 april 1992 te Leiden

Namens de roepende kerk van Leiden wordt de vergadering geopend door dr. G.C. den Hertog. Na de Schriftlezing uit 2 Tim. 2:1-13 en het zingen van een psalm, gaat hij voor in gebed.
Na een korte meditatie over het gelezen schriftgedeelte vindt onderzoek van de lastbrieven plaats en wordt de wettigheid van de vergadering vastgesteld.
Vervolgens wordt het moderamen gekozen: dr. G.C. den Hertog, praeses, ds. D. Visser, scriba en ds. J. van Dijken, assessor. Tevens vinden de volgende benoemingen plaats: tot quaestor: G.G. van Wijngaarden, tot leden controlecommissie quaestor: L. den Butter en A.J. de Vuyst en ondergetekende tot verslaggever kerkelijke pers.

Instructies
Drie instructies werden ontvangen en besproken t.w.:
- Instructie classis Amsterdam inzake het ontbreken van orgelzettingen bij 2 liederen (21 en 29) uit de bundel „Schriftberijmingen" en het verzoek aan de Generale Synode (G.S.) om Deputaten voor Berijmde Schriftgedeelten te belasten met het verzorgen van muzieknotaties bij nieuw gecomponeerde melodieën, voor aanvaarde liederen.
- Instructie classis Den Haag m.b.t. art. 66 K.O. (het uitschrijven van biddagen in bijzondere omstandigheden door de classis Den Haag). Argumenten voor wijziging van het artikel zijn o.a. het grote aantal gebeurtenissen naar aanleiding waarvan een landelijke biddag uitgeschreven kan worden en de fysieke onmogelijkheden hiertoe voor de roepende kerk. Argument voor handhaving is het getuigende aspect. Na een geringe aanpassing wordt de instructie aanvaard.
- Instructie classis Haarlem betreffende uitbreiding van art. 6 K.O. (beroeping tot bijzondere arbeid). Een kerkeraad kan ook een kandidaat beroepen, die in de kerken beroepbaar gesteld is, voor bijzondere arbeid overeenkomstig art. 6. Deze instructie, die eerder werd terug verwezen voor nadere onderbouwing, wordt nu aanvaard.
Alle drie instructies worden doorgestuurd naar de G.S.

Uit de ingekomen stukken
- Bezwaarschrift van enkele leden van de kerk te Amsterdam terzake van het besluit van de classis Amsterdam, om enige door hen ingediende instructies (over het Schriftgebruik inzake het abortus-vraagstuk) niet via de P.S. door te sturen naar de G.S.
Ten aanzien van dit appèl-schrijven besluit de P.S. als volgt:
* de classis Amsterdam heeft terecht gesteld dat tegen het besluit van de G.S. van 1986 bezwaar had moeten worden aangetekend bij de G.S. van 1989.
* de classis Amsterdam heeft terecht uitgesproken dat de kerkeraad van Amsterdam op juiste gronden de instructies niet heeft overgenomen; hierbij wordt aangetekend dat de kerkeraad niet gehouden is een instructie geheel of gedeeltelijk over te nemen ook al is zij het met de strekking eens.
* het appèl-schrijven voldoet niet aan kerkelijk gestelde eisen, nl. dat men aantoont dat betreffende uitspraak in strijd is met de Schrift, belijdenis of kerkorde.
* appellant zal aldus bericht worden.
* de P.S. spreekt de hoop uit dat het tot een gesprek tussen appellant en classis komt.

Bespreking rapporten van deputaatschappen
a. Verslag quaestor P.S. (periode 17 mei 1991 - 21 april 1992). Voorstel verhoging omslag ter dekking kosten P.S. van ƒ 1,60 naar ƒ 1,70 per (doop)lid per jaar wordt aanvaard. Na positief advies van de controlecommissie wordt de quaestor onder dankzegging gedechargeerd.
b. Curatorium Universiteit Apeldoorn. Zorg wordt uitgesproken over de verlenging van de studieduur en het stellen van de wetenschappelijke opleiding boven de kerkelijke (drs. niet prefereren boven ds.). Door deputaten wordt geantwoord dat als de studieduur tot hogere kosten leidt er wellicht een nieuwe taak voor het studiefonds ontstaat. Tussen wetenschappelijke en kerkelijke opleiding hoeft niet noodzakelijkerwijs een spanning te bestaan. De doctoraal- studie zal slechts gedeeltelijk een uitbreiding van de huidige studie zijn.
c. Onderlinge Bijstand en Advies. N.a.v. vragen komt het volgende aan de orde. Uitkeringen worden slechts verleend aan kerken met exploitatie-tekorten. De draagkrachtuitkering is bedoeld voor gemeenten met minder dan 250 leden.
Eén classis-gemeente kan vooralsnog geen predikantsuitkering ontvangen, omdat de (te beroepen) predikant slechts een deeltijdbaan in de gemeente zal gaan vervullen, terwijl uitkeringen gebaseerd zijn op een 100%-traktement. Van de regeling voor kerken met minder dan 150 zielen (40% van de predikantskosten, aflopend in 4 jaar tot 25%) is slechts door één gemeente gebruik gemaakt; onbekend is waardoor hiervan zo weinig gebruik gemaakt wordt.
d. Artikel 13 K.O. (Emeritikas). Terzake van een niet verplicht verstrekte uitkering dient, alvorens tot voortzetting van de uitkering kan worden overgegaan, de G.S. een uitspraak te doen.
Deputaten zijn van mening dat uitkeringen aan emeriti als aanvulling op de AOW etc. in de meeste gevallen tot een aanvaardbaar inkomensniveau leiden.
Doordat in de toekomst het aantal uitkeringsgerechtigden fors zal stijgen wordt aan de G.S. voorgesteld reeds nu over te gaan op een kapitaaldekkingsstelsel. Tevens zal aan de G.S. een voorstel worden gedaan m.b.t. uitkeringen aan predikanten die geen lid van onze kerken meer zijn.
e. Buitenlandse zending. Er worden door deputaten periodiek bezinningsconferenties/-dagen gehouden.
Oost-Europa wordt door deputaten meer gezien als evangelisatiegebied dan als zendingsterrein. Ooit is informeel gesproken over samenvoeging van de deputaatschappen Evangelisatie en Zending.
Uit financiële overwegingen kan de gezochte „notulist" geen bezoldiging gegeven worden; overigens zou dit een ongewenste precedentwerking hebben.
Deputaten zijn dankbaar voor de grote offervaardigheid en vragen voorbede voor ds. G. Drayer bij het vinden van een gemeente en voor de droogte in Venda die bij het uitblijven van spoedige regenval tot een ramp zal leiden.
f. Evangelisatie; de penningmeester is aanwezig. In verband met de emeritering van ds. J. Kievit hebben deputaten zich beraden over de eventuele voortzetting van de functie. Uiteindelijk zal toch een voorstel aan de G.S. voor de opvolging gedaan worden.
De evangelisatie-werkzaamheden in Broek op Langedijk worden toegelicht.
g. Steunverlening aan de Kerken in de Polders rond het IJsselmeer. Aan de komende G.S. wordt voorgesteld het deputaat op te heffen en de lopende verplichtingen over te dragen aan het deputaatschap Onderlinge Bijstand en Advies.
De begeleiding van de gemeentevorming in de polders zal niet door een deputaatschap worden overgenomen
h. Een brief van de archivaris van de P.S. van het Westen over zijn werkzaamheden wordt voor kennisgeving aangenomen.
i. Artikel 49 K.O.; in verband met zijn gezondheid wordt ds. G. J. Buijs op eigen verzoek ontheffing verleend als deputaat.
j. Evangelieverkondiging onder Israël. Ds. H.M. v.d. Vegt kan door zijn vele contacten beschouwd worden als een bruggebouwer, waarbij de dialoog langzaam maar zeker verschuift in de richting van getuigen. De Joodse gesprekspartners hebben behoefte aan wezenlijke contacten met Reformatorische kerken. Ook hierdoor is aanwezigheid van groot belang. Onze kerken dienen niet alleen gericht te zijn op zichtbare resultaten.
Voorts worden enkele comité-zaken behandeld

Als afgevaardigden naar de G.S. worden gekozen:
- de predikanten: Primi: H.P. Brandsma, J. van Dijken, W.P. de Groot. G.C. den Hertog, W.J. Quist, D. Visser. Secundi: C. van Atten, A. van Ek, G. van de Groep, W. Kok, L.W. van der Meij, J. Veenendaal.
- ouderlingen: Primi: L. den Butter, D.J. Groen, D. Koole, G. van Putten, H. Schuurhuis. A.J. de Vuyst. Secundi: T. Biemond, J. Huisman, D. Meijer, C. Tavenier, G.G. van Wijngaarden, L. Zwiep.
- diaken; Primus; W. Bijleveld. Secundus: C. de Jong;
tertius E.J. Hotting.

Voor diverse deputaatschappen zijn herkozen of benoemd: Curatoren: Dr. G.C. den Hertog (pr) en ds. T.M. Hofman (sec).
Kas Onderlinge Bijstand en Advies: G. de Jong (pr) en P.Th. Versteeg (sec); Art. 13 K.O. (emeriti-kas): ds. E.E. Slofstra (pr) en ds. A. Bijkerk (sec). Zending: C.J. Hagesteijn (pr) en ds. H.P. Brandsma (sec).
Evangelisatie: ds. J. Verhage (pr) en ds. A. van Ek (sec). Art. 49 K.O.: ds. A. Bijkerk (pr), ds. J. Groenleer (pr) en ds. E.E. Slofstra (sec).
Evangelieverkondiging onder Israël: ds. E.E. Slofstra (pr) en ds. T.M. Hofman (sec).

De volgende P.S.-vergadering zal D.V. gehouden worden op 26 mei 1993 in Aalsmeer. Nadat de rondvraag naar art. 43 K.O. heeft plaats gevonden, dankt de praeses de kerkeraad van Leiden voor de ontvangst, het kostersechtpaar voor de uitstekende verzorging en de leden van het stembureau voor de door hen bewezen diensten.
Nadat de assessor ook de voorzitter bedankt heeft, wordt gelezen Ef. 4:1-6 en gaat ds. Den Hertog ons voor in dankgebed; hierna sluit hij de vergadering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen