Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Integratie vraagt om acceptatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Integratie vraagt om acceptatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vragen en problemen rond onze multi-culturele en multi-raciale samenleving zullen niet ophouden onze aandacht te vragen. Ze zullen zich in de toekomst alleen maar verhevigen, met golfbewegingen, maar in elk geval steeds indringender, totaler worden en op heel lange termijn zullen ze naar alle waarschijnlijkheid in onze samenleving een maatschappelijk probleem van de eerste orde vormen. Wat nu onze aandacht vraagt, kan nog als plaatselijk en incidentele problematiek worden beschouwd. In sommige vragen en problemen van dit moment laat zich echter al wel iets zien van dat waarmee onze kinderen en kleinkinderen te maken zullen krijgen. Veel is nu nog te overzien en redelijk beheersbaar, maar wie goed over de dingen nadenkt, zal zich bewust worden, dat we ons als volk en als kerk in een sterk veranderende samenleving van een paar dingen goed rekenschap moeten geven.

Ambivalentie
Al enige tijd laat VVD-leider Bolkestein van zich spreken met zijn visie op en zijn voorwaarden voor de integratie van allochtonen in onze samenleving, waarbij de nadruk ligt op wat van de zich hier vestigende buitenlanders mag en moet worden verlangd. De Centrumpartij met haar bedenkelijke wereldbeschouwing, wordt met wat zij voorstaat zoveel mogelijk bewust buiten de publiciteit gehouden, maar bekend is dat dit de groei van haar aanhang niet belemmert. Ondergronds geniet haar visie op het toelatingsbeleid en de tolerantie jegens toegelaten buitenlanders in onze samenleving beangstigend veel meer sympathie dan wij misschien vermoeden. Hoe zou dat onder kerkmensen zijn? Bestaat er zoiets als een christelijke visie op wat zich in onze samenleving voltrekt? Die vraag zal steeds actueler worden. Enkele incidentele dingen van de voorbije weken wezen daarop.
U herinnert zich nog wel die suggestie om christelijke feestdagen eventueel in te leveren voor de instelling van één dag waarop de verschillende religies die onze samenleving inmiddels in zich bergt, hun feesten kunnen vieren. In discussie was ook of overheidssubsidie beschikbaar moet zijn voor de bouw van moskeeën in ons land. Sommige commentaren van christelijke zijde hebben mij nogal verbaasd en dat dan niet vanwege het afwijzende standpunt, want daarin kon men de commentatoren wel volgen. Het waren de formuleringen waarin dat afwijzende standpunt was verpakt. Daarin balanceerde men heel voorzichtig op het koord van non-discriminatie en non-acceptatie. Ze waren gekenmerkt door een ambivalentie, die in de situatie van dit moment misschien nog mogelijk is maar die op lange(re) termijn gezien onhoudbaar zal zijn.

Pluriforme samenleving
De discussies van nu concentreren zich vooral op de vraag wat van allochtonen mag en moet worden verlangd om in onze Nederlandse samenleving goed te kunnen integreren. Maar dat is slechts één kant van de zaak. Ook van die samenleving zelf zal iets moeten worden verlangd, namelijk acceptatie van het gegeven dat onze samenleving, bij het teruglopen van het autochtone geboortecijfer, steeds meer en in een versneld tempo het karakter van een pluriforme samenleving te zien zal geven, waarin andere culturen en religies in toenemende mate ruimte zullen vragen. Wie enigermate weet hoe het toelatingsbeleid in elkaar zit en op welke wijzen van de daarin besloten mogelijkheden gebruik wordt gemaakt, zal beseffen dat de generaties na ons (als die er nog komen . . .) in een sterk veranderende mensengemeenschap zullen leven. Onze kinderen en kleinkinderen zullen maatschappelijk, cultureel, materieel en godsdienstig in heel andere verhoudingen moeten (leren) denken. Dat zal misschien niet zo'n groot probleem zijn als de welvaart waarvan nu sprake is, nog lange tijd voortduurt.
Niemand kan echter zeggen dat er geen tijden van teruggang en neergang zullen komen, waarin het woord delen in maatschappelijk opzicht een veel ingrijpender vulling zal hebben dan waarvan nu sprake is. Daartoe - en om meer redenen trouwens - is onder ons volk, zo goed als onder andere westerse volken, een mentaliteitsverandering nodig.

Twee werelden
De samenleving van nu, wij, met het oog op onze kinderen en kleinkinderen, moeten op de ontwikkelingen van de toekomst anticiperen door in de opstelling jegens zich hier gevestigd hebbende en zich nog steeds vestigende buitenlanders vriendelijker, minder afstandelijk, begripvoller en menselijker te zijn dan waarvan nu over het algemeen sprake is. Wie in de grote(re) steden woont en werkt, wie met een zekere regelmaat zich ophoudt op plaatsen van ontmoeting, in openbare gelegenheden en niet in de laatste plaats in openbare middelen van vervoer, en ogen en oren de kost geeft, kan niet anders concluderen dan dat zich in onze samenleving steeds sterker twee werelden aftekenden, die van buitenlanders en binnenlanders, eigen en vreemd volk, aan het laatste waarvan men zich - naar velen openlijk of bedekt zeggen - nooit eigen zal voelen. Zelf wonend in een wijk, die grenst aan een stadsgebied waarin zich heel veel buitenlanders hebben gevestigd, heb ik enkele maanden achtereen proberen te registreren hoe in winkels, op postkantoren, op straat en in lijn 6 de graad van vriendelijkheid en voorkomendheid van onze burgers tegenover buitenlanders is, daarbij lettend op gelaatsuitdrukking, onderlinge commentaren en op de neiging om in bus of tram bij voorkeur een andere plaats te zoeken dan die naast de buitenlander nog open is. Men proeft iets van negatie. Die dan overigens in veel gevallen ook het gedrag en de opstelling van de ander kenmerkt, waarschijnlijk uit een zekere verlegenheid. Van de spreekwoordelijke gastvrijheid en vriendelijkheid van de Turk in eigen land is hier onder de in ons land wonende Turken - althans in het openbaar - niet zoveel merkbaar, waarschijnlijk als reactie op een cultuur, waarin dat in hun gevoel heel anders is.

Toen ik enkele weken geleden in lijn 6, op weg naar het Centraal Station, naast een oudere Marokkaan kwam te zitten, reden we voorbij een plek waar zich een verkeersongeval had voorgedaan. Uit een enkele opmerking die ik hierover tegenover mijn naastzittende passagier maakte, ontspon zich een gesprek, dat bij aankomst op CS. noodzakelijkerwijs moest worden afgebroken. Bij mijn vertrek en afscheidsgroet hoorde ik tot drie keer toe: bedankt, bedankt,... en in de uitdrukking van zijn gezicht lag iets besloten van verwondering, zoiets van: wat leuk dat dit ook mogelijk is . . .
Zonder met dit verhaal pretentieus te willen zijn, ben ik geneigd te zeggen dat méér vriendelijkheid en welwillendheid in het gewone leven van elke dag tegenover buitenlanders de eerste voorwaarde is voor een een mentaliteitsvorming onder ons volk, nodig om de moeiten te kunnen opvangen die onze pluriforme samenleving op langere termijn zonder twijfel te zien zal geven. Christenen kunnen en moeten - als dat al nodig zou zijn - voorop gaan. Zij weten vanuit het Evangelie hoe met de vreemdeling om te gaan; zonder gevoel van superioriteit, wetend dat het de goede en wijze God heeft behaagd de mens in veel door Hem gewenste varianten een plaats onder de zon te geven. Vanuit een heel bijzonder gezichtspunt is er voor christenen nog een bijkomende reden om aan de integratie en acceptatie van buitenlanders in onze samenleving aandacht te geven. Een heel belangrijke reden naar ik meen.

Waakzaam
In de ontmoeting (hopelijk geen confrontatie) en bij de integratie van duizenden en tienduizenden Europese en buiten-Europese migranten, zal in de toekomst de godsdienst een uitermate belangrijk gegeven vormen. Dat staat nu misschien nog tamelijk ver van ons af. Onze generatie (zeg die van 50 jaar en ouder) zal daar nog wel langs heen kunnen leven, alle ruimte hebbend voor de beleving van het eigen geloof en voor het „uitleven" van eigen godsdienstige aspiraties. Maar Europa en ook ons eigen land zullen in de komende decennia op dit punt steeds méér een ander aanzien krijgen.

Men hoeft nog niet aan „verzwagering" of „verbroedering" in geestelijke zin te denken om wel te beseffen, dat er op onze kinderen vanuit de andere wereldgodsdiensten steeds méér zal toekomen, in syncretistische zin wel te verstaan. Voor de jongeren van nu is het dan ook van het hoogste belang zich de elementaire uitgangspunten en de centrale waarheden van het christelijk geloof zeer goed eigen te maken en goed te leren zien, verstandelijk en mocht het zijn ook met innerlijke overtuiging, waarin het christelijk geloof ten opzichte van andere grote godsdiensten als uniek geldt. Het ware te wensen dat hieraan op de catechisaties en door ouders in gesprekken met hun kinderen grote aandacht wordt gegeven. Als we als ouderen tijd van leven zouden hebben, zouden we aan de weet komen hoe belangrijk dat is.

Aan de grote verschuivingen die zich in het volkerenleven mondiaal bezig zijn te voltrekken (wat ervan uit oostelijk Europa nog over West-Europa zal komen is op dit moment niet te overzien) zitten behalve politieke, sociale en economische ook godsdienstige aspecten, die ons waakzaam moeten maken; niet op militaire ** manier maar in de zin waarin het Evangelie er ons voor waarschuwt om vast te houden aan het geloof in Jezus Christus, als de enige Naam onder de hemel tot zaligheid gegeven.

** CORRECTIE EN/OF WIJZIGINGEN (14/08/1992)
In de bijdrage  is aan het slot een storende
fout geslopen.
De opmerkzame lezer zal voor het woord militaire
waarschijnlijk militante hebben gelezen. Dat
moest het ook zijn.
D.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Integratie vraagt om acceptatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 augustus 1992

De Wekker | 8 Pagina's