Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kort verslag van de vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten, gehouden op 29 april 1992 te Bunschoten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kort verslag van de vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten, gehouden op 29 april 1992 te Bunschoten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opening namens de roepende kerk door ds. J. Westerink. Na onderzoek van de lastbrieven wordt de wettigheid van de vergadering vastgesteld. Moderamen van de P.S.: Praeses: ds. J. Westerink; scriba: ds. J. van Amstel; assessor: ds. P. den Butter.
Een schrijven van drs. Joh. Kruis, waarin hij meedeelt tegen het besluit van de P.S. van het Oosten 1991 in appèl te zullen gaan bij de Generale Synode, wordt voor kennisgeving aangenomen.
Twee instructies zijn ingediend bij de P.S.: beide van de classis Apeldoorn. De eerste staat in verband met de plannen van het Ned. Bijbelgenootschap om te komen tot een nieuwe bijbelvertaling. De classis is van oordeel dat het van belang is dat ook vanuit de Christelijke Gereformeerde Kerken wordt meegesproken in deze zaak en indien mogelijk wordt meegewerkt. Sinds de opheffing van het deputaatschap voor het onderzoek inzake de bijbelvertaling (Gen. Syn. 1968) hebben we als kerken hiertoe geen geëigend orgaan meer. De classis verzoekt de P.S. aan de Generale Synode 1992 voor te stellen opnieuw een deputaatschap in te stellen dat het contact met het N.B.G. kan onderhouden en de kerken kan informeren over de toekomstige ontwikkelingen rondom de te verwachten nieuwe bijbelvertaling en, indien mogelijk, daaraan medewerking te verlenen of te doen verlenen.
Uit de bespreking blijkt dat er sympathie is voor de instructie, maar er worden ook vragen en bezwaren uitgesproken. Het komt op een stemming aan, waarbij de instructie wordt verworpen.
Een tweede instructie betreft de regeling van predikantstraktementen met name in bijzondere gevallen. Voor de duidelijkheid volgt de hele instructie:
1 .a. Er moet een regeling komen voor verwerving, beheer en verdeling van middelen welke voorzien in de materiële nood, die ontstaat wanneer predikanten met bijzondere arbeid deze arbeid zien wegvallen,
b. Het totaal aan inkomen, dat alsdan aan deze predikanten zal worden verschaft, zal dat van een emerituspredikant niet te boven mogen gaan. De uitkering zal worden beëindigd wanneer deze predikanten op andere wijze in hun levensonderhoud zijn gaan voorzien.
2. Er wordt onderzocht of de regeling die tot stand wordt gebracht zodanig zal worden uitgebreid, dat ook vrijgestelde predikanten en predikanten, beide met een deeltijdfunctie waarvan de inkomsten uit de nevenbetrekking zijn weggevallen, onder zekere voorwaarden hiervan gebruik zouden mogen maken, evenals de predikanten, die voor een tijd gaan dienen in buitenlandse kerken (bijv. Brazilië, Frankrijk) en die na afloop graag willen terugkeren naar het verband van onze kerken en die eventueel lang moeten wachten op een beroep uit onze kerken.
3. De kerken zullen daarom noodzakelijke stappen ondernemen om tot een vorengenoemde regeling te komen. Zij zullen erop toezien, dat deze regeling binnen afzienbare tijd tot stand zal worden gebracht.
4. De kerkeraden zullen in de hiervoor genoemde gevallen slechts tot het beroepen van een predikant overgaan na overleg met en toestemming van hen die door de Generale Synode zijn aangesteld voor de verzorging van bedoelde voorzieningen.
5. In de instructie voor deze gedeputeerden zal worden opgenomen, dat zij er op zullen toezien, dat de te beroepen predikanten op genoegzame wijze in hun levensonderhoud zullen kunnen voorzien.
Een uitvoerige toelichting is bij de instructie gevoegd.
De P.S. raakt niet overtuigd van de noodzaak van deze instructie. Bij stemming wordt de instructie verworpen.
Van de kerk van Utrecht-Centrum is een schrijven ter tafel als antwoord op het verzoek van de P.S. 1991 om het toen ingediende appèl tegen het besluit van de classis Utrecht, niet te mogen overgaan tot instituering van een chr. geref. kerk te Houten, welke een nauwer samenleven met de Nederlands geref. kerk daar wenst, nader te onderbouwen en van betere gronden te voorzien.
Het raakt een complexe materie. De P.S. spreekt lang en diepgaand over deze zaak. Het is niet doenlijk de bespreking in dit verslag weer te geven. De P.S. komt tot het volgende besluit:
De P.S. van het Oosten,
overwegend
1. dat de kerkeraad van Utrecht-Centrum gevraagd heeft om instituering van een chr. geref. kerk in Houten;
2. dat bij deze aanvraag tegelijkertijd de samenwerking met de Ned. geref. kerk ter sprake is gebracht;
3. dat de classis Utrecht het in de instructie vervatte verzoek heeft afgewezen;
4. dat de overwegingen die tot afwijzing geleid hebben door de kerkeraad van Utrecht-C. worden aangevochten;
5. dat uit de toelichting van de afgevaardigden van de classis Utrecht blijkt dat deze overwegingen niet als afwijzingsgronden hebben gegolden maar als motieven die de afgevaardigden bij hun stemgedrag hebben geleid;
constaterend,
1. dat de kerkeraad van Utrecht-C. de P.S. vraagt om beoordeling van de handelwijze van de classis Utrecht inzake de instructie;
2. dat de leden van Utrecht-C die in Houten wonen, met advies van hun kerkeraad gastlid zijn in de Ned. geref. kerk van Houten;
3. dat er tot nu toe in Houten geen kerkdienst is gehouden onder verantwoordelijkheid van een chr. geref. kerkeraad;
van oordeel,
1. dat de kerkeraad van Utrecht-C. voorbarig heeft gehandeld in de manier waarop de samenwerking van de chr. geref. en Ned. geref. kerk in Houten tot stand is gekomen;
2. dat wat Utrecht-C. in de instructie vraagt niet mogelijk is in het licht van bijlage 8 K.O.;
3. dat de onder 2,3,4 genoemde argumenten die in de bespreking ter classis genoemd zijn weinig terzake doen omdat daarin teveel de instituering gekoppeld wordt aan samenwerking;
4. maar dat Utrecht-C. niet het recht heeft daartegen te appelleren omdat de kerkeraad zelf teveel die koppeling heeft aangebracht;
5. dat Utrecht-C. door zijn handelwijze zelf aanleiding heeft gegeven tot het ondoorzichtig worden van de situatie;
6. dat het overweging verdient de classis Utrecht te verzoeken met de kerkeraad van Utrecht-Centrum én de kerkeraden, die daarbij betrokken willen worden een onderzoek in te stellen naar de levensvatbaarheid van een chr. geref. kerk te Houten;
besluit,
1. het appèl van Utrecht-C. af te wijzen;
2. en de classis Utrecht in overweging te geven met de kerkeraad van Utrecht-C. en de kerkeraden die daarbij betrokken willen worden een onderzoek in te stellen naar de levensvatbaarheid van een chr. geref. kerk in Houten.
Elf rapporten van diverse deputaatschappen worden besproken. Benoemingen worden gedaan waar nodig. De vorig jaar benoemde archivaris van de P.S., J.N. Noorlandt heeft een uitgebreid rapport ingediend over de toestand van het archief van de P.S. De zaken zijn keurig geordend en de P.S. spreekt haar waardering voor dit werk uit.
Naar de Generale Synode 1992 worden afgevaardigd: predikanten: primi: J. van Amstel, R. van Beek, P. den Butter, J. Jonkman, M. Vlietstra, J. Westerink met successievelijk als secundi: H.H. Klomp, B. de Graaf, B. de Romph, G. Bijkerk, P. Roos en J.W. Maris. Ouderlingen: primi: D. Lokhorst, C.J. Marchal, J.W. Overeem, J.G. van der Poel, B. van Schaik, A. Versluis met successievelijk als hun secundi: G. van Malkenhorst, Vreugdenhil, H. Nagel, M. Feiten, R. Procee, K. de Waal; diaken: primus: A. Heystek; secundus: C. Heemsbergen, tertius: K. Muis. Tertius voor ouderlingen: H. Nagel.
Op een vergadering van de classis Apeldoorn was een conflict ontstaan tussen de classis en Deputaten art. 49 K.O. De classis meende dat zij niet inhoudelijk had te beoordelen de door de kerkeraden in hun gemeente vastgestelde genoegzame eenparigheid ten aanzien van het nauwer kunnen gaan samenleven met de Nederlands geref. kerk. De drie Apeldoornse kerken hadden bij de classis een aanvraag ingediend om tot dat nauwer samenleven over te mogen gaan. Deputaten meenden dat de classis deze zaak van de genoegzame eenparigheid wel diende te beoordelen. Op de P.S. ontspon zich een breedvoerig gesprek over een mogelijke onduidelijkheid in de bijlage bij art. 8 in de Kerkorde. Uiteindelijk besloot de P.S.:
„De Part. Synode stelt zich achter het standpunt van haar deputaten art. 49 K.O., namelijk dat de classis, bijgestaan door deputaten, behalve de opdracht om te oordelen over de eenheid in erkenning en beleving van het Woord van God en de belijdenis van de kerken, alsook van de regels die op grond daarvan voor het kerkelijke leven gelden, ook de opdracht heeft de door de kerkeraad geconstateerde genoegzame eenparigheid van gevoelen in de gemeente te beoordelen, met name ten aanzien van de wijze waarop de kerkeraad tot deze constatering gekomen is". De P.S. keurde derhalve de werkzaamheden van haar deputaten goed.
De Synode sprak de hoop uit, dat de classis Apeldoorn na deze uitspraak mogelijkheden ziet om spoedig met de behandeling van de zaak van de aangevraagde nauwere samenleving van de drie Apeldoornse kerken met de Nederlands geref. kerk van Apeldoorn verder te gaan. Rond half elf 's avonds werd de P.S. gesloten.

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Kort verslag van de vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten, gehouden op 29 april 1992 te Bunschoten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1992

De Wekker | 8 Pagina's