Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het berouw van God (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het berouw van God (I)

Berouw

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verbazingwekkend
In een aantal artikelen denken we na over het berouw. Berouw hebben over onze zonden is een vast bestanddeel van het geloofsleven. Een christen kent berouw. Het christelijke leven is een boetvaardig leven.
|Maar eerst luisteren wij naar wat de Bijbel zegt over het berouw van God. Met name in het Oude Testament lezen wij op vele plaatsen over het berouw van God. De teksten schijnen elkaar soms tegen te spreken. De spanning die aanwezig is in het bijbels spreken over Gods berouw treffen we sprekend aan in 1 Samuel 15. In de verzen 11 en 35 lezen we dat God er berouw van heeft dat Hij Saul tot koning over Israël heeft aangesteld. En in vers 29 staat juist, dat de Onveranderlijke Israëls (een prachtige benaming!) niet liegt en geen berouw kent. Want Hij is geen mens dat Hij berouw zou hebben. Dit laatste betuigt ook Bileam tegenover Balak in Numeri 23:19, Vele andere teksten spreken echter wel van het berouw van God. De ene duidelijke uitspraak van de Schrift is: God kent berouw. De andere duidelijke uitspraak is: God kent geen berouw. Hij is geen mens.

Hoe komen we hier uit? Hoe moeten we deze schijnbaar tegenstrijdige uitspraken van de Bijbel verstaan? Dat is de spanning in het thema van het berouw van God.
Dat God berouw kent, is een verbazingwekkende uitspraak. Want wat is berouw? Met de Bijbelse Encyclopedie kunnen we berouw omschrijven als het leed (dragen) om iets dat gedaan (of niet gedaan) is, maar waarvan men wenst dat het niet gedaan (of niet nagelaten) zou zijn. Dus spijt, leed over verkeerde, zondige daden dan wel over een zondig nalaten van daden, die wel gedaan hadden moeten worden.

Waarover moet God berouw hebben?
Hij doet nimmer verkeerde daden. God beheerst al Zijn werken in volkomen soevereiniteit. Hij is God en geen mens. Hij hoeft nooit te zeggen: dat heb Ik verkeerd gedaan. Als Ik het vooruit geweten had, zou Ik het anders hebben gedaan.
In de geloofsleer spreken wij van de onveranderlijkheid van onze God. Ik noem slechts één tekst, Jacobus 1:17. Bij de Vader der lichten is geen verandering of zweem van ommekeer. Hij heeft ons, namelijk de gelovigen, voortgebracht naar Zijn raadsbesluit. God doet alle dingen naar Zijn eeuwige Raad. Hij voorziet en beheerst alles.
Verbazingwekkend dus dat de Schrift dan toch zegt, dat deze onveranderlijke, alwetende God berouw kan hebben. In ongeveer veertig teksten spreekt het Oude Testament over berouw. In ongeveer vijfendertig ervan gaat het over het berouw van God. We kunnen die teksten niet alle bespreken. We houden ons bezig met een aantal sprekende teksten, die ons er zicht op geven hoe wij het berouw van God moeten verstaan. In dit eerste artikel beperken we ons tot wat we over Gods berouw lezen in Genesis 6 en 1 Samuel 15. In beide hoofdstukken gaat het over donkere momenten in de geschiedenis: de tijd van voor de zondvloed en de ondergang van Saul, de eerste koning van Israël.

Over Genesis 6:5,6
God ziet dat de boosheid van de mens groot is geworden. Allesbeheersend op aarde is de trots, de hoogmoed, de gewelddadigheid. Het berouwt de Heere dat Hij de mens gemaakt heeft. Het smart Hem in Zijn hart. Dat wil zeggen: het grieft de Heere diep. Hij is er tot in Zijn diepste wezen pijnlijk door getroffen. Uit dit berouw van God komt het oordeelsbesluit voort. Hij zal de mens, die Hij Zelf geschapen heeft, van de aardbodem uitroeien.
God reageert op wat de mensen aan het doen zijn. Hij is niet een verre en onbewogen toeschouwer. De mensen zijn Zijn schepselen. Zij staan in een relatie tot Hem. God heeft de mens goed geschapen. De mens is verantwoordelijk tegenover zijn Maker. Nooit komt de mens los van God. Het altijd boze handelen van de mensen maakt het berouw van God wakker. Het is een berouw ten kwade, een berouw dat een vreselijk oordeel brengt. Weg van voor Zijn aangezicht met déze mensen! Zo heeft de Heere het niet bedoeld toen Hij de mens schiep naar Zijn beeld en gelijkenis. Gods daden zijn goed. In Genesis zes lezen we dan ook, dat de Heere vast blijft houden aan Zijn bedoeling met de mens. Noach vindt immers genade in de ogen van de Heere (vers 6). Noach en de zijnen worden niet getroffen door Gods berouw ten kwade.
De Heere is wel bewogen geweest over het oordeel, dat Hij moet uitvoeren. Hij heeft er leedwezen over gekend. God reageert dus op het doen en laten van de mensen. Hij reageert bewogen op hun verhouding tot Hem. In dit kader wordt er in het Oude Testament gesproken over het berouw van God: berouw ten kwade, maar veel vaker berouw ten goede. (Daarover een volgende keer.)

Over 1 Samuel 15
We bezien de geschiedenis van de tragische, schuldige ondergang van koning Saul. Het berouwt de Heere dat Hij Saul tot koning heeft aangesteld. Waarom?
Omdat Saul zich van God heeft afgekeerd en Zijn bevelen niet heeft uitgevoerd (vers 11; zie vers 35). Uit dit berouw van God komt de verwerping van Saul als koning over Israël voort. Bij de eerste koning gaat het al mis. Kern is: Saul heeft niet geluisterd en gehandeld naar het Woord van God. Terwijl God een doorgaande strijd heeft met Amalek - zie Exodus 17:16! - spaart Saul het waardevolste van de buit in de strijd tegen Amalek. Daarmee schaart Saul zich aan de kant van Amalek en kiest hij tegen de Heere. Saul is uitdrukkelijk ongehoorzaam aan het Woord van God. Terwijl hij juist een voorbeeld diende te zijn, een koning, die moest beseffen dat hij slechts via de gratie van God koning mocht zijn over het volk van God. Saul diende een theocratische koning te zijn. Hij treedt echter eigenmachtig op en betoont zich een ontheocratisch vorst over het volk van God.
Hij beseft niet de volle ernst daarop scherp wijst, denkt Saul dat hij het via onderhandelen met God voor hem ten goede kan keren. Saul is innerlijk niet tenvolle op Gods Woord gericht en bedacht geweest. Dat is de reden waarom de Heere hem verwerpt als koning. Deze lijn van het tweeslachtige ten opzichte van het Woord van God tekent zich in Sauls koningschap steeds scherper af. Saul was al ongehoorzaam geweest in de strijd tegen de Filistijnen (1 Samuel 13) en reeds toen moest Samuel tegen de koning zeggen dat hij dwaas gehandeld had en dat zijn koningschap niet blijvend zou zijn (1 Samuel 13:13,14). Had Saul wel geluisterd, dan zou zijn koningschap over Israël voor altijd bevestigd zijn (vers 13)! God handhaaft de verantwoordelijkheid van de koning. De houding van Saul tegenover het Woord van God is beslissend.
Het oordeel over Saul is echt. De ernst ervan wordt onderstreept door de afgescheurde slip (1 Samuel 15:27,28) en de gescheiden wegen, die Samuel en Saul gaan (vers 34). Het bewogen roepen van Samuel tot de Heere een nacht lang (vers 11) en het gebed van Saul (verzen 25 en 30) kunnen de breuk niet helen. Saul denkt aanvankelijk dat hij via de bemiddelende rol van Samuel met de Heere iets kan regelen. Daarin denkt hij menselijk over God. Met mensen is dikwijls in een lastige situatie een akkoord te bereiken. Kan het wat Gods oordeel over Sauls ongehoorzaamheid betreft niet tot een akkoord komen tussen God en Saul? In dat kader staat vers 29. God is de Onveranderlijke Israëls. Hij liegt niet. Hij kent geen berouw. God zegt niet het ene moment iets anders dan het andere moment. Hij is volstrekt de God van Zijn Woord. Hij handelt niet naar willekeur. Er is geen onstandvastigheid in God. Hij krijgt niet, zoals dat bij een mens het geval kan zijn, van het ene op het andere moment berouw. Hij is geen mens. Hij is de waarachtige God. Aan de waarachtigheid van God heeft Saul zich vergrepen. We komen tot de conclusie dat de beide vers 29 - elkaar aanvullen. Beide spreken de waarheid. God heeft berouw, maar dat is geen willekeur. God is geen mens: er valt met Hem niet op menselijke, diplomatieke wijze te onderhandelen en tot een overeenkomst te komen in een situatie van ongehoorzaamheid aan Zijn Woord. Zelfs al zou Saul met oprecht berouw schuld hebben beleden dan nog was het koningschap van hem afgenomen en aan een ander gegeven. Saul zou zijn leven wel gered hebben van eeuwige duisternis.
Gods berouw is echt. Hij reageert op aan willekeur is uitgesloten. De Heere gaat verder met een andere koning: David. In de verwerping van Saul handhaaft de Heere Zijn plan met het koningschap over Israël. Zijn berouw ten kwade verbreekt Zijn heilsraad niet! Hij werkt verder aan Zijn verlossingsplan. Genesis 6 en 1 Samuel 15 laten dat duidelijk horen.
Met 1 Samuel 15:29 is te vergelijken Numeri 23:19. Beide teksten spreken dezelfde gedachte uit. We gaan op de tekst uit Numeri nu niet verder in.
Een volgende keer over een aantal andere teksten die spreken over het berouw van God. Dan komen weer andere en nieuwe gedachten naar voren.

Ter overweging:
1. Waarom is het verbazingwekkend te noemen dat de Bijbel, met name het Oude Testament, spreekt over het berouw van God?
2. Waardoor wordt het berouw van God opgeroepen?
3. Waarom is het juist zo erg dat Saul ongehoorzaam is aan het Woord van God?
4. Hoe houdt de Heere zowel in Genesis 6 als in 1 Samuel 15 ondanks Zijn oordelen toch vast aan Zijn verlossingsplan?
5. Begrijpt u de schijnbare tegenstelling in 1 Samuel 15: namelijk God heeft berouw (verzen 11,35) en God kent geen berouw (vers 29)?
6. Wat zegt het voor onze omgang met de Heere, dat Hij reageert op ons handelen? Is dat van betekenis voor ons gebedsleven? Hoe dan?

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Het berouw van God (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1992

De Wekker | 8 Pagina's