Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Woning in de harten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Woning in de harten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opdat Christus door het geloof in uw harten wone . . . Ef. 3:17

De tekst spreekt over het geheim van de inwoning van Christus in de harten der gelovigen. Dat is allereerst een zaak van gebed. De apostel bidt daarom. Hij buigt zijn knieën voor de God en Vader van onze Here Jezus Christus. En de inhoud van het gebed is, dat de gelovigen door de Heilige Geest gesterkt zullen worden in de inwendige mens. Zij moeten gesterkt worden zodat zij met kracht en met innerlijk vermogen in de strijd staande blijven.
Wat is de bron van deze innerlijke kracht? Het is de werking van de Heilige Geest. Door Hem worden zij gesterkt „in de inwendige mens". Hun meest innerlijke wezen wordt doortrokken door de kracht van de Geest. Maar dit kan alleen wanneer de Geest zijn eigen werk doet. En dit bestaat in de verheerlijking van Christus. De Geest doet Christus in de harten wonen. Alleen zó worden zij sterk en innerlijk met kracht aangegord. Alleen op deze manier kunnen zij staande blijven. En dat is een zaak van gebed.

Wanneer de apostel dit maakt tot een hartelijk gebed voor de gelovigen in Efese, dan mogen wij weten dat we nimmer over de inwoning van de Geest kunnen spreken dan in de gebedshouding. Op de knieën. Het geheim van de inwoning van de Geest is een zaak van gebed. Het is niet een kwestie van bespiegeling, waarbij wij elkander kunnen overtreffen. Maar het is een zaak van gebed, waarin we dit geheim in diepe eerbied vragen aan de God en Vader van onze Here Jezus Christus. Dan vragen we niet maar om te mogen weten wat het nu eigenlijk is, deze inwoning van Christus in onze harten, maar we bidden om het te mogen ontvangen en te ervaren.

Het tweede, dat voor een goed verstaan van dit woord van belang is, betreft de verhouding van Christus en de Geest. Door de Geest wordt een mens gesterkt in de inwendige mens. Maar die sterkte en kracht bestaat, zoals onze tekst ons laat zien, in het feit dat Christus in het hart woont. Dat zijn dus twee uitdrukkingen die naast elkaar staan en die elkaar ook aanvullen. De Geest geeft kracht in de inwendige mens. En Hij doet dit doordat Christus in het hart woont. Het geestelijke leven is dus niets anders dan het christelijke leven. Want de Geest werkt door zijn kracht in ons hart. En zo woont Christus daar.
Wonderlijk is hier het onderwijs van de Schriften. Immers Christus is het die ons doopt met de Geest. En de Geest is het die Christus doet wonen in de harten. Er is geen scheiding aan te brengen, laat staan dat er sprake zou zijn van een tegenstelling tussen de Geest en Christus. Onze geestelijke kracht, die ons diepste innerlijke wezen zou moeten uitmaken en bepalen, is een werk van de Geest. Maar dan is het een werk van de Geest die Christus in de harten doet wonen. Onze kracht is Christus en Christus alleen.

De betekenis daarvan voor het leven van het geloof is duidelijk. Geestelijk leven, dat de kracht mag kennen van de Geest van God, beschikt over een innerlijke kracht. Zij doet ons sterk staan in tijden van nood. Zij doet ons zeggen dat wij met de Here over een muur kunnen springen. Ze doet ons volharden tegen alle druk in. Maar die kracht is niet van ons. Het is de kracht van Christus, die zijn kracht in onze zwakheid tot openbaring brengt. Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft. En zijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Dat wil zeggen dat ik machtig ben, wanneer ik zwak ben. Maar die macht is niet van mij, maar van Christus.

Hij woont in het hart van de zijnen. Hij vertoeft er niet slechts een enkel moment. Maar Hij kiest het tot zijn verblijf. Zijn domicilie vestigt Hij er. Hij doet dit niet maar in het verstand. Inderdaad wordt het verstand geheiligd. Zó leert het met alle heiligen begrijpen welke de afmetingen zijn van de liefde van Christus. Maar dit geheiligde verstand is een functie van het hart. En daar woont Christus. Christus woont ook niet alleen in het gevoel of in de wil van de mens. Hij woont daar, vanwaar de uitgangen van het leven zijn. En dit wonen betekent dat Hij er regeert. Dat Hij levend maakt en bewaart. Dat Hij verzoening doet en onderwijst en in stand houdt. Zo kiest Christus door de Geest zijn domicilie in het hart van de gelovige.

Dit alles is een werkelijkheid voor het geloof. Immers alleen door het geloof kunnen wij deze inwoning begrijpen. Maar het is nog veel meer een werkelijkheid die zich realiseert door het geloof. Zo staat het in de tekst. Door het geloof woont Christus in de harten. Het waarachtig geloof maakt ons Christus en al zijn weldaden deelachtig. Zo komt er persoonlijk deel aan de Here Jezus. Op geen andere manier dan door het geloof.
Let op de volgorde. Eerst is er het wonen van Christus in de harten. Daarna is er de kracht die we uit Christus ontvangen. Eerst is er het deel hebben aan de persoon van de Middelaar. En vervolgens is er het ontvangen van de weldaden, de schatten die Christus heeft verworven.
Door zijn Geest woont Christus in ons: zo liggen de zaken van zijn kant. Zo eigent Hij ons toe wat we in Hem hebben.
Door het geloof woont Christus in ons: zo liggen de zaken van onze kant. Zo worden wij deelgenoot van het heil in Christus. En dit geloof zoekt Hem. Het heeft geleerd dat het zonder Hem niet kan leven. Het geloof zoekt Hem in het gebed. En het zoekt Hem in het Woord. Het zoekt Hem tot vergeving en tot vernieuwing. Het zoekt Hem, wanneer het eigen zwakheid beseft. En dit geloof mag ervaren, hoe dicht Christus bij de zijnen is. Hij is er vóór hen, in de hemel biddend als de Hogepriester der verzoening. Maar Hij is er ook in hen: door zijn Geest en door het geloof.
En dan is er een heerlijke belofte.
Wij zullen komen en woning bij hem maken, zegt de Here. Dat is de eerste belofte. En de tweede: Zie Ik ga heen om plaats te bereiden. En wanneer Ik heengegaan ben naar het Vaderhuis met de vele woningen en wanneer Ik alles bereid zal hebben, zal Ik terugkomen en u tot Mij nemen. Zo zult Gij zijn waar Ik ben. In het Vaderhuis. Om daar met alle heiligen, nu vervuld met de volheid Gods, de Here eeuwig te dienen.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1992

De Wekker | 8 Pagina's

Woning in de harten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1992

De Wekker | 8 Pagina's