Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apeldoorn centraal (IX)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apeldoorn centraal (IX)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sijnode of Synode?
Elk kerkgebouw heeft een liederenbord; zo ook de Andreaskerk. In de eerste zittingsweek konden we keurig zien welke liturgie er de zondagmiddag daarvoor voor was gevolgd. In de tweede zittingsweek had de koster een aardigheidje bedacht: op het bord stond: „Generale Synode Apeldoorn 1992"; althans... dat was de bedoeling geweest. Aangezien er echter geen bijbelboeken zijn met een „y" in de eerste letters, moest de koster kiezen voor de „ij". Sijnode, stond er toen. Dat doet pijn aan onze ogen, zo zeiden sommige leden van de Synode. En de koster, geduldig en zorgzaam als hij was, rustte niet voordat hij ergens in Apeldoorn een echte „y" op de kop had getikt. En zo kwam het dat aan het begin van de derde zittingsweek er keurig stond: „Generale Synode Apeldoorn 1992".

De derde vergaderweek
Dinsdag 10 november was de Andreaskerk om 10.00 uur weer gevuld met de afgevaardigden uit alle windstreken; sommigen kwamen later wegens drukte op de Nederlandse wegen. We zongen ps. 3:2 en 4, lazen 1 Thess. 5:1-11 en baden om Gods zegen. Daarbij werden ook de noden en zorgen in persoonlijke en gezinsomstandigheden de Here voorgelegd. Het eerste deel van deze morgen werd achter gesloten deuren (in comité) vergaderd.

Het zingen in de Kerken
Vervolgens was er aandacht voor het lied in de eredienst. Dat is overigens al vele jaren het geval. We hebben deputaten die tot taak hebben om te zien naar nieuwe berijmde Schriftgedeelten ter uitbreiding van die Schriftberijmingen die we al hebben als Chr. Geref. Kerken - in veel gemeenten bekend als het „blauwe boekje". Deputaten hadden geen nieuwe liederen gevonden helaas.

Wel hadden zij een voorstel, namelijk om de reeds verschenen Schriftberijmingen samen met de goedgekeurde liederen uit het Liedboek voor de Kerken (uit de eerste 115 nummers) in een definitieve bundel te doen verschijnen. Naar het oordeel van deputaten moesten dan echter wél een paar van die goedgekeurde liederen uit het Liedboek geschrapt worden. Dat meenden zij ook reeds op de Synode van 1986 en 1989; de Synode was er echter nooit op ingegaan. Dat gebeurde ook nu niet: uit de Kerken is nooit enig signaal gekomen dat deze liederen niet schriftuurlijk zouden zijn.

Er werd ook een instructie uit de Part. Synode van het Westen aangenomen, althans in algemene zin, om te komen tot een bundel orgelzettingen in de uitgave voor de Schriftberijmingen. Verschillende melodieën in het „blauwe boekje" zijn namelijk nieuw. Eerst moeten nog wel de financiële gevolgen van zo'n uitgave duidelijk worden, op de Synode van 1995.

Een brief van Buma/Stemra, de organisatie die waakt over de financiële genoegdoening van auteurs en musici, waarvan liederen gezongen worden in de Kerken en bijvoorbeeld door zangkoren, werd voor kennisgeving aangenomen. Geadviseerd werd aan dit orgaan dat men zich tot de plaatselijke kerken zal wenden.

Kas Onderlinge Bijstand en Advies
We hebben in onze Kerken vele kleine gemeenten, die ondanks grote offerbereidheid niet altijd in staat zijn om volledig aan hun verplichtingen te voldoen, zeker niet wanneer zij een eigen predikant financieel onderhouden. Daarom is er een kas, die in voorkomende gevallen financieel te hulp kan springen.

Dat kan in de volgende gevallen:
- kosten van kerk(ver)bouw, mits de gemeente zelf een aanzienlijk deel bij elkaar gespaard heeft;
- kosten van predikantstraktementen (tot ten hoogste 25% voor gemeenten tot 250 leden);
- kosten voor de algemene kerkelijke kassen, weer voor gemeenten tot 250 leden, en tot een percentage van 60%.
Dit alles gebonden aan duidelijke regels en randvoorwaarden.

Daarnaast was er nog een regeling voor gemeenten tot 200 leden die een eigen predikant willen beroepen - een regeling die bedoeld was om de werkgelegenheid onder de predikanten te verruimen en ook die gemeenten in staat te stellen aan het beroepingswerk deel te nemen. Deze regeling werd door de Synode nog meer verruimd: „Aan kerken met minder dan 200 zielen kan bijstand worden toegezegd tot ten hoogste 30% van de predikantskosten en aan kerken met minder dan 150 zielen ten hoogste 40% van de predikantskosten" (uiteraard met verrekening van eventuele neveninkomsten).

Het is een deputaatschap dat terecht veel aandacht van de kerken krijgt in financieel opzicht. Afscheid werd genomen van deputaat br. A. de Geus uit Harlingen, die niet minder dan 35 jaren deel heeft uitgemaakt van dit deputaatschap. Hulde!

Later in de week werd nog een financiële regeling goedgekeurd voor de gemeente van Harderwijk ten behoeve van het werk in Zeewolde; het deputaatschap SKIJP wordt immers opgeheven en de financiële lasten voor Zeewolde worden nu overgenomen door Kas OB&A.

Biddagen
In de kerkelijke samenkomsten wordt veel gebeden. Niet iedereen zal weten dat in onze Kerkorde staat dat de classis 's-Gravenhage is aangewezen om bijzondere biddagen uit te schrijven. Sinds lange tijd is dit ook niet voorgekomen. De crisis in de Golfstaten vorig jaar had een bezinning binnen deze classis op gang gebracht: hoe kunnen we toch aan deze kerkordelijke bepaling voldoen? De Part. Synode van het Westen had er een instructie over ingediend, opdat de Generale Synode zich „nader zou bezinnen op welke wijze in het huidige tijdsgewricht het meest zinvol inhoud kan worden gegeven aan de intentie van art. 66 K.O.".

Er was enige verlegenheid in de Synode bij de bespreking van deze zaak. Immers: er is zó veel te bidden, zowel voor persoonlijke als kerkelijke aangelegenheden, zowel voor Nederland als voor de hele wereld, in grote en kleine dingen. Er is zoveel nood en oorlog...
En toch weten we geen raad met de vraag hoe dat dan in kerkelijk opzicht moet. De Synode kwam er niet uit en vroeg de afgevaardigden van de P.S. van het Westen de instructie terug te nemen om er nog eens rustig op te studeren. Dat gebeurde. Ondertussen werd wél beklemtoond dat er in de kerken in de zondagse samenkomsten zeer veel gebeden wordt voor de zaken waar het hier om gaat!

Opnieuw: kerkjeugd
U zult zich uit De Wekker van vorige week het verslag van de bespreking over de deputaten voor het contact met de kerkjeugd herinneren. Dat was een moeilijke bespreking. Er waren veel vragen gesteld die nu door commissie 3, in goed overleg met deputaten schriftelijk waren beantwoord - een unieke situatie overigens, want normaal is dat de gestelde vragen mondeling worden beantwoord. Voorzitter van deputaten ds. D. Visser gaf nog een mondelinge aanvulling. Hij benadrukte nog eens het verschil tussen de formele en de inhoudelijke kant van de zaak. De formele kant is dat de deputaten enerzijds en de CGJO anderzijds ongelijksoortige gesprekspartners zijn: de één heeft geen macht over de ander. Dat tekent de wijze waarop men om de tafel zit. Inhoudelijk betekent dit echter geenszins dat men niet met elkaar kan spreken. Er is zelfs - wanneer deze kaders goed in het oog gehouden worden - een goed gesprek mogelijk, waarin de kritiek van de Kerken op het materiaal van de CGJO goed besproken kan worden. De CGJO is ook bereid het naar voren gebrachte te verwerken; volgens de voorzitter van deputaten was dit aantoonbaar. Hij benadrukte ook dat deze lijn van gespreksvoering sinds 1944 zo gevolgd is en telkens op de Synode zo vastgesteld is. In 1989 is men van dit spoor afgeweken; op grond van het toenmalige deputatenrapport overigens. Deputaten hebben daarin het „boetekleed" aangetrokken.

De laatste uitdrukking leidde tot een opmerking van een Synodelid dat deputaten beter het „werkkleed" hadden kunnen aantrekken - hetgeen de voorzitter van deputaten veel later in deze zittingsweek dan ook een keer deed toen hij een stofjas uit zijn aktentas pakte en zich zo presenteerde; toen was de stoom ook weer van de ketel gelukkig. Maar tijdens deze bespreking stond de zaak nog volop „onder stoom". Veel kritiek werd opnieuw geuit, soms met zware woorden, waar deputaten soms zichtbaar en hoorbaar door waren ontdaan. Ze benadrukten hoe nodig het was elkaar vast te houden „aan de voet van het kruis" en daar elkaar in onderlinge liefde te ontmoeten; „zó hebben deputaten willen werken!"

Ook de rapporteur van de commissie wees er temidden van de kritische vragen nog eens op dat de relatie tussen deputaten en de jeugdbonden (ook de LCJ) een geestelijke relatie is. De commissie wilde pertinent niet zover gaan dat het beleid van deputaten in dezen zou worden afgekeurd. Ook werd nog eens gezegd dat de kloof tussen de jeugdbonden (CGJO enerzijds en LCJ anderzijds) mede een vrucht is van onze eigen onderlinge verdeeldheid: laat ons toch voorzichtig spreken. De geschiedenis (bijvoorbeeld 1974-1977) laat ook zien dat de CGJO best bereid is tot inhoudelijk gesprek, soms zelfs tot beschaming van sommige plaatselijke kerkeraden.
Later in de week werd de beslissing over deze zaak genomen. De handelingen van deputaten werden goedgekeurd (met inachtneming van de zaken die besproken waren); deputaten krijgen de opdracht het gesprek met de CGJO voort te zetten opdat in het werkmateriaal en de activiteiten haar grondslag duidelijk tot uitdrukking komt; ook moeten deputaten weer een brugfunctie vervullen tussen CGJO en LCJ, opdat deze bij elkaar kunnen komen. Een opdracht is ook nog om een reeds begonnen onderzoek naar de leef- en denkwereld van de jongeren zo snel mogelijk tot afronding te brengen. Dit om „jongeren onder Gods zegen - en in de vreze des Heren - toe te rusten tot een leven uit en naar het Evangelie in alle verbanden van het leven". In de synode was trouwens de vraag gesteld - gezien de lange tijdsduur die dit nu al vergt (al in 1984 is men begonnen) - of er in de geref. gezindte niet al genoeg onderzoek hierover gedaan is.

Rijswijk (Z.-H.), D. Quant

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1992

De Wekker | 16 Pagina's

Apeldoorn centraal (IX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1992

De Wekker | 16 Pagina's