Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kan de dominee de zonden vergeven? (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kan de dominee de zonden vergeven? (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de reformatie hebben de meeste evangelische kerken de biechtstoel afgeschaft. Er werd misbruik gemaakt van de priesterlijke bevoegdheden om de zonden te vergeven. Is daarmee niet een vacuüm in het pastoraat ontstaan? Dit is een vraag die heel in het bijzonder de troost van de vergeving raakt. Die moet de mensen aangezegd worden. Is het voldoende wanneer dit in de preek of in de liturgie gebeurt?

Kritiek op de biecht
Wie enigszins op de hoogte is van de theorie en praktijk van de biecht in de tijd van de Reformatie kan begrijpen dat er op allerlei manier bezwaar werd aangetekend tegen dit sacrament. Immers dat was het: het sacrament van de boete, dat toegang verleende tot de geheimen van het altaar, tot de verzoening door het bloed van het kruis. Wat zich in de oorbiecht afspeelde leek in vele opzichten niet meer op de werkelijke bediening van de sleutelmacht van de kerk. Vandaar dat de biechtstoel de kerk uitging. En dit scheen veel te beloven. Immers de mensen konden in de kerk het evangelie horen. En de predikant zou in persoonlijke zielzorg de vergeving kunnen bedienen in het pastorale gesprek dat tijdens het huisbezoek gevoerd zou worden. Wat is daarvan terecht gekomen? Heeft de kritiek op de biecht niet te veel weggenomen uit de gemeente van Christus? En leeft het besef nog wel dat het in de vergeving van de zonden gaat om een centraal gegeven uit het pastoraat? Kan een dominee, op bezoek bij een gemeentelid, na belijdenis van de zonden verklaren dat deze vergeven zijn? Doet hij dat ook of is er helemaal geen sprake meer van enig persoonlijk uitgeoefend pastoraat, laat staan van een krachtige individuele verkondiging van de vergeving der zonden in een gesprek onder vier ogen?

Liturgische vergeving
De reformatoren hebben van dit persoonlijke pastoraat hoge verwachtingen gekoesterd. Zij wisten ook van de vergeving van de zonden, die in de liturgie een plaats had gekregen. Zo kennen wij het in sommige gemeenten ook nog wel. Dan is het een gebeuren geworden dat na een openlijke en gemeenschappelijke gezongen schuldbelijdenis van de gemeente, plaats vindt in de liturgische formuleringen die daarvoor zijn. We kennen ze uit de tijd van de Reformatie. Het verbaast ons niet dat deze liturgische wijze van verzoening van de gemeente van tijd tot tijd problemen oproept. Het kan een mechanisch gebeuren worden, dat vanzelfsprekend naar de gemeente toekomt. Om zo en zo laat is de absolutie geschied. Men kan er een klok op gelijk zetten. Dit mechanisme verdraagt zich lang niet altijd met de behoefte van de ziel die naar vergeving verlangt. Een ander bezwaar dat ingebracht kan worden betreft de devaluatie van de prediking. Deze mag en moet een woord van vergeving bevatten, aangedrongen op het hart van de gemeente. Maar wanneer de vergeving geschied is in de liturgie, is het de vraag wat de functie van de prediking anders nog kan zijn dan een uitwerking, en daardoor mogelijk ook een verzwakking van het woord der verzoening. De preek kan zich dan nog bewegen op het terrein van de heiliging. Zij verliest een gewichtig aspect, dat méér is dan accent. De preek verliest haar kracht wanneer het woord der vergeving in de liturgie is gesproken.

Gepredikte vergeving
Wij willen tegenover deze afzwakking de volle nadruk leggen op de betekenis van de prediking als middel tot geloof in de vergeving der zonden. Zo spreekt Gods Woord daarover: het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God (Rom. 10:17). Waar dit Woord der verzoening gebracht wordt, klinkt de stem van God zelf: ,alsof God door ons bade" (2 Cor. 5:20). God heeft het Woord der verzoening in zijn gezanten gelegd. Zij verkondigen die verzoening en zij bedienen daarin de sleutelmacht die Christus aan zijn kerk heeft toevertrouwd.
Het levende besef daarvan is grotendeels uit de gemeenten verdwenen. Men beschouwt het veelal als een vanzelfsprekendheid dat in de kerk de zonden vergeven worden. Of (precies het tegenovergestelde daarvan) men trekt ambt en verzoening uiteen. Men vergeet op wat voor hoge manier de reformatoren hebben gesproken over de bediening der verzoening. Zij hadden een scherp oog voor de rooms-katholieke bijgelovige waardering van het priesterambt. Zij ontkenden dat het een eigen, aan de priester toevertrouwde hebbelijkheid was om de zonden te vergeven. Maar zij wensten niet in het andere uiterste te vervallen doordat zij, met een eenzijdig accent op het werk van de Geest, alle bemiddeling van dat heil uit het oog verloren.
Het heeft God behaagd om nietige mensjes in te schakelen bij de verkondiging van de verzoening. Hij doet dit als een oefening voor ons in de ootmoed. Hij doet dit ook als een middel om ons aan de gemeente te binden en zo de gemeenschap der heiligen te versterken. Calvijn legt er bijzonder sterk de nadruk op dat de vergeving der zonden is toevertrouwd aan de gemeente en dat deze weldaad niet buiten haar om te verkrijgen is. „Buiten de kerk is geen zaligheid". Dit sterke woord bracht hij in verband met de vergeving der zonden.

Kan dus een dominee de zonden vergeven?
Het antwoord op deze vraag is nee én ja. Het „nee" staat in verband met de eigen kleinheid van de prediker. Hoe zou hij ooit in staat zijn om de zonden te vergeven? Wie heeft de macht om op aarde de zonden te vergeven?
Dat is een bovenmenselijke macht. Die macht heeft God alleen. Zo dachten de Schriftgeleerden in de synagoge van Kapernaüm (Marc. 2:7). Zij hadden daarin geen ongelijk. Het is een goddelijke macht, die aan geen mens toekomt. En daar ligt de achtergrond van het „nee" op de vraag of een dominee dit kan. Maar er is toch nog iets anders. Tegenover het menselijke onvermogen staat de bevoegdheid die Christus zelf bezit. Hij is de Zoon van God. Bij Hem berust wél de bevoegdheid om de zonden te vergeven en Hij heeft déze bevoegdheid overgedragen aan hén die Hij geroepen heeft tot het wonderlijke ambt.
Zo noemen wij immers het ambt van de dienaar van het Woord. Een wonderlijk ambt is het, omdat de Here er gebruik van wil maken om mensen te doen delen in de rijkdom van de vergeving der zonden. Daarover heeft Christus zich zeer duidelijk uitgesproken in de teksten die over de sleutelmacht spreken (Matth. 16:19; 18: Joh. 20:23). Het zijn voor de gemeente veelal sluimerende woorden geworden, die in haar leven nauwelijks functioneren. Wij hebben die geweldige beloftewoorden ingekapseld in een theoretische beschouwing over de ambten. Daarna hebben we ze bijgezet in de galerij van de uitspraken waarover met Rome verschil van mening bestaat. En voor de rest hebben ze veelal hun betekenis verloren. Hebben de predikers het er misschien zelf naar gemaakt, dat aan hun woord het element van het gezag ontbreekt, doordat zij zich niet zuiver en alleen op de Schrift hebben geplaatst? Gezagvolle prediking: zij mag er zijn waar God geroepen heeft. Zij zal haar basis moeten zoeken in het Woord der verzoening dat God in hen gelegd heeft. En daarom mag hun woord, gedekt door het Woord van God zelf een oproep bevatten om zich gewonnen te geven aan de belofte die de Here geeft, dat ieder die bij Hem verzoening zoekt in oprechtheid deze mag ontvangen mede door de prediking van het evangelie.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1992

De Wekker | 16 Pagina's

Kan de dominee de zonden vergeven? (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1992

De Wekker | 16 Pagina's