Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Immanuël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Immanuël

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als u de naam Immanuël hoort, zult u dadelijk denken aan de profetie uit Jesaja 7:14 en wat daarover geschreven staat in Mattheus 1:22,23. In Jesaja 8 wordt gesproken van het land van Immanuël. Deze naam doet ons op diepe en rijke wijze het Kerstfeest verstaan. De betekenis is: God met ons. De rijke en troostende betekenis van deze naam wordt ons - in het geloof - duidelijk als we aandachtig lezen op welke wijze de Bijbel over deze naam spreekt. Het is een naam, die het geloof, dat de Heere reeds heeft willen werken, bevestigt en het is een naam die uitlokt tot het vertrouwen op de Heere. Het is een troostnaam voor allen, die zich Gods rijke beloften (nog) niet durven eigen te maken en die worstelen met de vraag: Is Gods zaligheid, bestaande in de vergeving van zonden en in de eeuwige uitdelging van de schuld, ook voor mij? De naam Immanuël is juist een naam voor zoekende en bekommerde zielen. Wij moeten allen eerbiedig luisteren naar wat de Heere Zelf ons zegt in Zijn Woord. Pleitend op dat gegeven Woord wil de Heilige Geest Gods beloften toepassen aan onze harten, zodat wij mogen geloven, dat Gods zaligheid ook voor ons is. En dat te mogen geloven is het grootste en rijkste wat er is.

Hoe komt de naam Immanuël voor in Jesaja 7?
Koning Achaz regeert over Juda. Hij is een goddeloze koning op de troon van David. Hij vreest de Heere niet. Hij is het tegenbeeld van David. Toch heeft de Heere bemoeienis met Achaz. Koning en volk komen in grote nood. De koning van Syrië en de koning van het Tienstammenrijk voeren oorlog tegen Achaz met de bedoeling hem af te zetten en een vreemde vazalkoning op Davids troon te Jeruzalem te plaatsen. De troon van David moet worden opgeruimd. Het hart van de koning en van het volk beeft van angst zoals de bomen van het woud beven voor de wind.
In deze situatie komt het Woord van God tot de profeet Jesaja. Het is een bemoedigend Godswoord. De plannen van de vijanden zullen niet gelukken. De Heere breekt hun plannen af. Maar het Woord moet wel geloofd worden. Achaz wordt streng vermaand: Indien gij niet gelooft, voorwaar, gij wordt niet bevestigd.
De Heere nodigt Achaz zelfs uit om een teken van Hem te vragen, diep in het dodenrijk of boven in de hoge. De Heere gaat dus heel ver met Achaz. Maar Achaz antwoordt dat hij geen teken van de Heere zal vragen. Hij gebruikt vrome woorden. Hij wil de Heere niet verzoeken. Hij bedoelt: als ik een teken vraag en de Heere geeft mij dat dan moet ik wel geloven en afzien van mijn eigen politiek en plannen. En dat wil ik niet. Ik wil mijn eigen inzichten kunnen uitvoeren. Ik houd het liever op eigen berekeningen en verstand. Ik wil niet op de Heere alleen vertrouwen. Het is heel erg hoe Achaz reageert op een evangeliewoord. Hij praat vroom met een goddeloos hart.

Maar dan geeft de Heere Zelf een teken! Ongevraagd. Een duidelijk teken. De jonge vrouw zal zwanger worden. Zij krijgt een zoon en zal hem de naam Immanuël geven. Wie deze jonge vrouw is geweest, is niet met zekerheid te zeggen. Het is een voor Achaz bekende vrouw, waarschijnlijk iemand uit zijn paleis. Er staat het lidwoord voor: de jonge vrouw. De koning zal dit teken zelf zien en mee maken. Het teken dat de Heere geeft, is dus te zoeken in de naamgeving van de jonge moeder aan haar zoon. Immanuël: God met ons. Daarin belijdt zij haar geloofsvertrouwen tegenover het ongeloof van Achaz en zijn adviseurs. De Heere geeft op deze wijze aan het huis van David een duidelijk teken. En dan beziet men maar wat men ermee doet: of men gelooft het en wordt bevestigd of men gelooft het niet en dan komt men om, voor eeuwig. De Heere openbaart Zich in dit teken als een reddend God aan het huis en het volk van David. In tijden van grote nood en dreiging belijdt een jonge vrouw haar geloof als teken voor de koning en het volk.
Het is het geloof van het God-met-ons tegenover de macht van de belagers. Daar komt het dus op aan: op God te vertrouwen, altijd en overal, juist en zeker ook wanneer het spannend en bedreigend wordt. Elk ander vertrouwen wordt beschaamd. God met ons: dat is het enige wat redding kan geven. De Heere Zelf: de Ik zal zijn Die Ik zijn zal. De Heere is de Redder van het volk in nood. Hij spreekt: Ik ben met u, Ik help u. Ik ondersteun u met Mijn heilrijke rechterhand.
De Heere geeft dus Zelf dit teken aan Achaz.
Hoe diep dit gaat en hoe rijk dit is, wordt tenvolle duidelijk in de geboorte van de Heere Jezus Christus uit de maagd Maria. Zij is zwanger uit de Heilige Geest. Maar haar man Jozef weet dat niet. Hij kan het ook niet weten. Hij is in verlegenheid geraakt met de toestand van Maria. Jozef is een rechtschapen mens. Hij wil geen publieke schande over Maria brengen en hij is van plan om in stilte van haar te scheiden. Als hij met deze overweging rondloopt, grijpt de hemel zelf in. Jozef krijgt een openbaringsdroom. Een engel des Heeren verschijnt hem en geeft hem hemelse uitleg over de toestand van Maria. Er is hemels ingrijpen voor nodig om Jozef tot gelovig verstaan en aanvaarden te brengen. Want Jozef moet de Immanuël ontvangen. Hij moet Hem een wettige plaats geven in het huis van David. Jozef moet Gods Zoon de naam Jezus geven. Dat is zijn vaderlijke taak, het is ook zijn taak omdat hij uit het huis van David is. De engel spreekt hem aan met de woorden: „Jozef, zoon van David", Mattheüs 1:20. Door deze openbaringsdroom kan Jozef als profeet en uitlegger optreden. De engel maakt hem duidelijk, dat alles wat met Maria geschiedt vervulling is van wat de Heere door de mond van de profeet Jesaja had gesproken. Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren en men zal Hem de naam Immanuël geven, hetgeen betekent: God met ons.
Dit is dus de vervulling van het teken dat God aan het huis van David gaf ten tijde van koning Achaz in de achtste eeuw voor Christus. Jezus IS Immanuël. Hij is daarvan niet een teken. Hij is de beloofde zaak Zelf. Jezus IS God met ons. Later zegt Jezus: Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.
Door Zijn wonderbare geboorte uit de maagd Maria is Jezus in waarheid onze Immanuël, belijdt de kerk in het slot van artikel 18 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
En hoe is Jezus Christus God met ons? Dat is Hij, omdat Hij Zijn volk zal zalig maken van hun zonden. Door van hun zonden te bevrijden zal God met Zijn volk zijn. God met ons: dat heeft allereerst te maken met de bevrijding van onze zonden en schuld. Er is een Verlosser gekomen in het huis van David. Maar waarachtige verlossing kan er nooit komen zonder verlossing van de zonden en de schuld.

De ZONDE: dat is ons probleem. Die is onze nood. We staan schuldig tegenover de Heere. Onze zonden en schuld zijn onze verlorenheid, waarvoor we bij het licht van de Heilige Geest oog moeten krijgen.
De rijkdom en troost van Immanuël kunnen we nooit beleven als we niet oprecht belijden: Heere, Ik ben die zondaar. Ik heb gedaan wat kwaad is in Uw oog. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd. Dat geeft dus gebedswerk: niet oppervlakkig en gauw-gauw, niet als orthodoxe vorm en gewoonte, maar oprecht, smekend, met een verbrijzelde geest en verslagen hart. Hoor Heere, hoe een boeteling pleit.
Daarom op Kerst ook de stilte in, God zoekend als een arme zondaar. En dan het wonder van Immanuël overdenken: God met ons. Mijn van God gegeven Immanuël heet Jezus. Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Hij wil en zal en kan ook MIJ zalig maken van mijn zonden. Hij zal en wil en kan ook mijn zonden vergeven en mijn schuld overnemen en wegdragen door ze te verzoenen in Zijn bloed. Daar mag u op pleiten. Want God geeft u, in uw positie, in uw geestelijke toestand, hoe die ook mag zijn. Zijn Immanuël. De Heere zegt u: Ik ben met u.
Hij biedt u goddelijk welmenend Zijn blijvende gemeenschap aan. Nader tot Hem, in geloof. In dat vertrouwen dat rust op de belofte van het Evangelie en dat zegt: Heere, Gij zijt een Waarmaker van Uw Woord. Wil ook mij Uw heil schenken. Zo mogen wij, arme zondaren, pleitend vallen op al Gods beloften. God heeft Jezus geschonken aan Zijn volk als de Immanuël. Dat meent de Heere volkomen. U bent welkom bij de Heere. Hoe uw situatie ook is. Welke nood uw leven vult, meer dan uw nood is de Heere. Houdt aan bij de Heere en u zult ontvangen. U zult het zingen, vol van dankbare verwondering:
Ik roem in God, ik prijs 't onfeilbaar Woord
Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord.
Deze gemeenschap met de Heere in en door Jezus Christus is het rijkste wat er is in dit leven. Er gaat kracht uit van deze gemeenschap. Kracht tot rust, vrede, blijdschap, overgave, aanvaarding van de weg, die de Heere met ons gaat. Hoe donker ooit Gods weg moge wezen. Hij ziet in gunst op die Hem vrezen. Hij is met hen. Het gaat niet zonder bekering, geloof, strijd, gebed, maar ... HET GAAT WEL!!! Met de Heere, in en door Immanuël. Met Hem gaan wij wé!
Het geheim van Kerstfeest ligt in het gelovig beleven van Immanuël. Dan mag er een diepe, vreugdevolle voorsmaak zijn van het eeuwige leven straks in volkomenheid en heerlijkheid. Dan is er het beginsel van de eeuwige vreugde in onze harten. Voor eeuwig zal de Heere met ons zijn en wij met Hem. En ook u, die zich bekommerd weet, van verre staande, die niet durft te naderen tot zulke grote zaken, ook tot u zegt de Heere: kom tot Mij. Ik trek u. Nader tot Mij, want Ik geef u Mijn Immanuël. Kom, Ik heb vrede voor u. Rust voor uw ziel. Zie af van u zelf en zie op Mij. Hoor Mijn beloften. Ik spreek ze tot u. Uw God, met u.
Zegt het dan eens: mijn Immanuël. Mijn Heere en mijn God!
Heere, Gij weet alle dingen, ook mijn moeite en verdriet, en gij weet ook dat ik U liefheb! En Hij ZAL HET DOEN: u voor eeuwig zalig maken. Gelooft u dat?

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1992

De Wekker | 24 Pagina's

Immanuël

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 december 1992

De Wekker | 24 Pagina's