Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kan de dominee de zonden vergeven? (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kan de dominee de zonden vergeven? (III)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volmacht tot prediken
De verkondiging van het evangelie behoort tot de eigenlijke roeping van de dienaar van het Woord. Hij bedient in die verkondiging de sleutelen van het hemelrijk. Naar de uitleg van de Catechismus behelst de sleutelmacht de verkondiging, d.w.z. de openlijke betuiging aan de gelovigen, allen en een ieder, dat hun zo dikwijls als zij de belofte van het evangelie met een waar geloof aannemen, waarachtig al hun zonden, terwille van de verdiensten van Christus, vergeven zijn. Anderzijds betekent diezelfde verkondiging dat alle ongelovigen en zij die zich niet met een waarachtig hart tot God bekeren onder de toorn en het eeuwige oordeel van God liggen, zolang zij zich niet bekeren. De ernst van deze boodschap is van zodanige aard, dat de eeuwigheid er in meeklinkt. Immers naar dit getuigenis, het evangelie zal God oordelen, zowel in dit leven als in het toekomstige.
De volgende elementen uit deze catechetische verklaring zijn van betekenis. Allereerst, dat de verkondiging een zaak is van een openlijke betuiging. Dat betekent ook dat zij voor een ieder controleerbaar is. De gelovigen hebben de sleutel van de kennis, ook dan wanneer de dienaar de sleutelen van het hemelrijk bedient. Zij hebben immers de Geest ontvangen, deze gelovigen en uit kracht van het werk van de Geest zijn zij in staat om te oordelen of de dienaar de sleutelen van het hemelrijk wel waarlijk bedient. We zouden dit het openbaar karakter van de verkondiging willen noemen. Het behoort wezenlijk bij de sleutelmacht.
Een tweede element dat van grote betekenis is, bestaat in het feit, dat de verkondigde vergeving vraagt om geloof. Er is geen evangelie in zijn volle effectiviteit geldig voor de hoorder, dan alleen in de weg van het geloof. Luther drukte dit als volgt uit: gelooft ge, dan hebt ge, gelooft ge niet, dan hebt ge niet. Dit betekent dat de openlijke verkondiging in haar volle vervulling slechts gekend wordt door de gelovigen.
Een derde element, waarop ook de nadruk wel gelegd mag worden, is te zoeken in het gegeven dat de verkondiging een zaak is van de vergaderde gemeente. Terecht legde Calvijn de vinger er bij, dat de vergeving een zaak is, die geschonken wordt aan de kerk. Juist daarom, zegt hij, bestaat er buiten de kerk geen zaligheid. Wie de vergeving wil ontvangen, dient zich te voegen bij de gemeente en het is onder de prediking die haar bijeenroept, dat het wonder van de vergeving geschiedt. In de gemeenschap der heiligen hebben we deel aan de schatten en gaven die Christus aan zijn gemeente heeft geschonken.
Een vierde gegeven, nauw verweven met de sleutelmacht, bestaat in het telkens weer opnieuw tot werkelijkheid worden van de vergeving: zo dikwijls als wij de belofte van het evangelie met een waar geloof aannemen is er waarachtig vergeving. Niet slechts éénmaal, maar telkens weer opnieuw hebben we de vergeving nodig. Ons hart wordt weliswaar in beginsel gereinigd, maar een dagelijkse vergeving is noodzakelijk met het oog op de dagelijkse verontreiniging door de zonde, die ons immers altijd aankleeft. Met het oog daarop bestaat ook de behoefte aan de telkens weer opnieuw toe te eigenen rijkdom van de vergeving der zonden.
Zo zien we dat de vergeving van de zonden een zaak is van een publiek getuigenis, afhankelijk van het geloof der hoorders. Tegelijk is het een kerkelijk getuigenis, dat niet slechts eenmaal, maar altijd weer opnieuw aangenomen en geloofd moet worden.

Pastoraat vanaf de preekstoel
De vraag is nu, of deze beschrijving van de sleutelmacht genoegzame grond biedt voor de beoefening ervan in de pastorale praktijk, waarin de ontmoeting plaats vindt tussen de herder van de kudde en het afzonderlijke schaap of lammetje van de kudde.
Het laat zich denken dat de preekstoel vanwege de afstand waarop zij ten opzichte van de gemeente staat, een geschikte plaats is voor zulk een openlijke, kerkelijke en algemeen gehouden verkondiging. Weliswaar is de persoonlijke, hoogstindividuele aanspraak in de kerk niet geheel onmogelijk. We bedoelen daarmee vanzelf niet dat de dominee vanaf de kansel zich zeer persoonlijk tot een broeder of zuster richt. Zo'n wijze van preken mag onder sommige kleinere kerkelijke groeperingen niet helemaal ongebruikelijk zijn, een zodanige praktijk komt ons ongewenst voor.
We gaan zelfs nog verder. Wanneer iemand in de gemeente onder de preek van de dominee het onbehagelijke gevoel zou krijgen dat hij of zij vanaf de kansel een persoonlijk bedoelde opmerking toegevoegd krijgt, kan dit een teken zijn dat de prediker misbruik maakt van zijn positie, daar in de hoogte en op een veilige afstand.
We bedoelen dit dus niet, wanneer we zeggen, dat in de kerk een persoonlijke, hoogst individuele aanspraak niet onmogelijk is. We menen te mogen zeggen, dat juist dit persoonlijk element in de prediking hoogstgewenst is. De hoorder moet zich persoonlijk betrokken en aangesproken voelen. Hij moet zich in zekere zin herkennen onder de aangesprokenen als iemand voor wie het Woord der verzoening is gesproken. Hij moet er van doordrongen zijn dat het Woord der verzoening van Godswege tot hem of haar komt.
Maar het kerkelijk, het publieke en ook het conditionele karakter van het gepredikte Woord betekent toch ook een vorm van veiligheid voor de prediker. De hoorder moet zelf, bij het licht van de Geest en het Woord, voor Gods aangezicht beslissen of het Woord van de vrijspraak hem of haar persoonlijk geldt. Als de prediker de preekstoel afstapt kan hij zeggen: ik kon niet anders, God helpe mij, amen. En hij mag bij getrouwe biddende arbeid het overige ook aan de Here toevertrouwen. Hij mag en hij zal het aan Hem overlaten wat Hij in zijn vrijmacht met het Woord doet. En hij mag het aan de hoorder overlaten wat hij of zij in biddende geloofswerkzaamheid met het Woord doet. Het zal immers niet ledig tot de Here wederkeren, maar doen al wat aan de HERE behaagt.

Pastoraat onder vier ogen
Maar past dit alles nu ook, wanneer de pastor zich met zijn gemeentelid onder vier ogen bevindt? Worden dan de zaken niet helemaal anders? Het publieke karakter van de bediening van het Woord is dan weggevallen. Geldt dit ook niet van het kerkelijke karakter van de bediening der sleutelen? En wordt het niet erg moeilijk, om op korte afstand recht te doen aan de conditionele aard van de bediening der verzoening? Wordt een pastor dan niet bijna gedwongen om te oordelen over het innerlijk, nl. of het geloof wel echt is, en of er ook sprake is van oprecht berouw? En kan en mag men verwachten in een gesprek onder vier ogen klaarheid te krijgen omtrent de grond waarop men het Woord van vergeving rechtstreeks richt tot een broeder of zuster in nood van geweten, in angst en onzekerheid? Kan dit gesprek feitelijk niet alleen maar bestaan in een terugverwijzing naar hetgeen openlijk, kerkelijk, en op voorwaarde van een gelovig aannemen vanaf de preekstoel werd gesproken? Is het niet uitermate riskant om zo uitdrukkelijk het Woord der verzoening zelf toe te passen in de concrete situatie? Doet men dan niet wat eigenlijk alleen de Heilige Geest kan doen? En maakt men zich dan niet schuldig aan een indringen in de onvervangbare dienst van de Heilige Geest? Met andere woorden: kan en mag men verwachten dat hier geschieden zal wat de Here beloofd heeft toen Hij tot zijn discipelen zei: Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden ze vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn ze gehouden?

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Kan de dominee de zonden vergeven? (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

De Wekker | 16 Pagina's