Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie bij Luther (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie bij Luther (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Luthers pleit voor meditatie
Het is bekend dat Luther drie zaken absoluut noodzakelijk achtte voor het christelijke leven en wel heel in het bijzonder voor hen die dagelijks met de Schrift hebben om te gaan. Het eerste is het gebed. Zonder gebed kan niemand een christen zijn. Luther verwijst daarbij naar Ps. 119, waarin men alle drie regels vindt: gebed, meditatie en aanvechting.

Deze opmerkingen maakte Luther in verband met de aard en de betekenis van de Heilige Schrift. „Allereerst moet men weten, dat de Heilige Schrift een zodanig boek is, dat alle andere boeken tot dwaasheid maakt, omdat er niet een van deze het eeuwige leven leert zoals dit alleen". Om de bijbel te begrijpen is allereerst het gebed noodzakelijk.
Maar naast het gebed geeft Luther een belangrijke plaats aan de meditatie, de overdenking van de Schrift. Dat dit maar niet hetzelfde is als een oppervlakkige lezing van de woorden, blijkt uit het volgende citaat: „In de tweede plaats moet u mediteren, dat is: niet alleen met het hart, maar ook uiterlijk het uitgesproken en het gelezen woord in het Boek altijd maar weer ter harte nemen en laten werken, lezen en herlezen, met een ijverige opmerkzaamheid en overdenking, wat de Heilige Geest daarmee bedoelt. En wees er dan voor op uw hoede, dat u niet denkt in overmoed, dat het voldoende is om de tekst een- of tweemaal gelezen te hebben, gehoord en uitgesproken, en dat u nu alles wel tot op de bodem toe verstaat. Want zodoende ontstaat nimmer een echte theoloog. Zij zijn als het fruit dat nog helemaal niet rijp is en voortijdig van de boom valt. Zie daarom slechts in de psalm (Luther bedoelde dus Ps. 119), hoe David steeds maar door roemt, dat hij wil spreken, dichten, zeggen, zingen, horen en lezen, dag en nacht, maar dan alleen over Gods Woord en zijn geboden. Want God wil zijn Heilige Geest niet geven zonder het uiterlijke Woord. Houd u daaraan. Want Hij heeft niet voor niets de opdracht gegeven om het Woord uiterlijk op te schrijven, te prediken, te lezen, te horen, te zingen, te zeggen enz."

Luthers omgang met de bijbel
Er is over Luthers omgang met de bijbel veel geschreven. Hij had de grootste eerbied voor het Woord. Hij kende het als weinigen. Hij vertaalde het voor het volk. Hij predikte er uit voor de gemeente. Hij verklaarde het voor zijn studenten. Hij leefde er persoonlijk ook uit, als uit de enige fontein van zijn leven. Inderdaad, er is over Luthers omgang met de Schriften veel te zeggen en er is ook veel uit te leren.

Maar Luther zou nimmer de Schrift-theoloog zijn geworden wanneer hij niet zelf de kunst had verstaan, die hem geleerd was op de school van de genade, namelijk om het Woord al mediterend te lezen.

Dat hij daarbij niet de enige was en zeker ook niet de eerste was, mag duidelijk zijn. Reeds voor Luther verstond men wat meditatie was. Met name in de beweging van de Moderne Devotie had men een stelselmatige aandacht gegeven aan de methode, ook aan het voorwerp van de meditatie. Veel daarvan is bij Luther terug te vinden. We willen daarover later nog iets meedelen. Maar Luthers eigen bijdrage aan de gezegende kunst van het overdenken van Gods Woord is belangrijk genoeg, om er eens afzonderlijk bij stil te staan. Een voorbeeld ervan is vrijwel aan ieder die zich ooit met Luther bezig hield bekend. Het is de manier waarop hij al studerend en mediterend kwam tot de doorbraak van de kennis des geloofs. Men zou kunnen zeggen, dat de Reformatie in zekere zin uit de meditatie geboren is. Luther had zijn tekst voor de colleges voor te bereiden. Hij was met die tekst (Rom. 1:16,17), zeer intensief bezig. Maar hij verstond haar niet. Hij las haar, herlas haar, hij zocht licht in het gebed om dit woord te verstaan. Hij bestormde de tekst met zijn gedachten en gebeden. Dat was het mediteren van een zoekende zondaar, die in zijn bezig zijn met de tekst ook bezig was met zichzelf en met God. Om later te ontdekken, dat God met hem bezig was zijn heerlijk werk der genade te voltrekken, zijn openbaring van het heil in Christus. Luther moest lezen, en nog weer eens lezen. Hij moest de tekst laten werken, d.w.z. hij moest God laten werken in zijn ziel en in zijn leven. En zo kwam het tot de reformatorische ontdekking, die hem de schellen van de ogen deed vallen, zodat hij zich terstond als wedergeboren de deur naar het paradijs zag geopend.

Luther heeft de betekenis van de meditatie altijd wel gekend, zodra en zolang hij in het klooster was. Maar hij heeft de betekenis ervan nimmer zo duidelijk gezien en omschreven dan nadat hem het licht van de Schriften was opgegaan over zijn eigen leven. Hij overdacht de Schrift. Maar de Schrift was het „uiterlijke middel", waardoor God hem in de ziel greep. Daarom respecteerde Luther het uiterlijke ook zozeer dat hij opmerkte dat men de Schrift hardop moet lezen en zo weer tot zich moet laten spreken, als van buiten-af.

De betekenis ervan voor ons
Het is van belang om bij Luther en ook bij anderen les te nemen in de kunst van het mediteren. Onze tijd vraagt om stilte. En die stilte wordt gezocht en aanbevolen door vele religieuze mensen uit veel religies. Er zijn om zo te zeggen recepten in de handel waarin de meditatie wordt aangeprezen, technieken van meditatie die aan andere religies zijn ontleend. Vele oosterse religies kennen de meditatie. Mensen keren tot zichzelf in en zij hanteren daarbij aanbevolen methodes, waarin eerst het lichaam rust vindt. Men doet de voorgeschreven oefeningen, die de kramp uit het lijf moeten wegnemen, en men houdt zich aan de regels van de adembeheersing, die al met al een toestand moeten scheppen waarin de ziel pas kan gaan ademen. Voor sommigen zijn dergelijke oefeningen als lichamelijke training heilzaam. Maar men verstaat daarmee nog niet de kunst van het mediteren.
Wat in onze wereld op de markt is aan methoden en middelen voor transcendente meditatie tart elke beschrijving. En er is vraag naar. Ook onder het christenvolk zijn er velen die zich op deze weg begeven. De bijbel speelt daarin een heel kleine rol, indien ze nog genoemd wordt. Men is met zichzelf bezig. Men doet eigen-ervaringen op. Men ontleedt zichzelf, voor zichzelf, door zichzelf en ten behoeve van zichzelf. Men komt tot een bewuster zelfverstaan, een zelfgevoel, een zelfervaring. En binnen het gebeuren van deze magische cirkel om zichzelf heen is geen plaats voor heil, dat van Christus komt, geen plaats voor de Schrift, voor het kruis, voor de genade en de eeuwige goedertierenheid van God in Christus. Daarom is het goed om in de eigen traditie op zoek te gaan naar de wegen, die de vromen gingen om het heil vanuit de Schriften te ontvangen.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Meditatie bij Luther (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1993

De Wekker | 16 Pagina's