Theologiseren binnen de gereformeerde traditie (De betekenis van de gereformeerde theologie voor vandaag II)
Gereformeerde theologie In een beschouwing van de theologie zoals deze een groot aantal jaren is beoefend door prof. C. Graafland mag de vermelding van de gereformeerde traditie niet ontbreken. Hij heeft op de vergadering van gereformeerde-bonds-predikanten zijn eigen plaats binnen deze traditie aangewezen en verklaard. Het was hem er om te doen om gereformeerd te blijven. Niet dat hij daar moeite mee zou hebben gehad voor zichzelf. Maar anderen hadden hem soms een verwijt gemaakt, rechtstreeks aan zijn adres, soms ook indirect, dat hij aan die traditie niet in alle opzichten zou zijn trouw gebleven.
Ook hier blijkt de keuze een zeer persoonlijke keuze te zijn. Prof. Graafland is blij, dat hij kan zeggen dat hij gereformeerd is gebleven. Dat is voor hem immers zo veel als: levend uit het hart van de christelijke religie. Met een verwijzing naar Oosterzee's gezegde: „Christen is mijn naam, gereformeerd is mijn bijnaam", geeft hij rekenschap van zijn gereformeerd belijden. Een levenszaak is het voor hem om zo bezig te mogen zijn.
Verzet tegen het gereformeerde
Voor die belijdenis kunnen we slechts diep respect hebben. Sommige mensen krijgen een gevoel van innerlijk verzet wanneer zij het woordje gereformeerd horen. Wat zou daar wel achter zitten? Is het de schrik voor een starre opstelling, zoals die door sommige vertegenwoordigers van het gereformeerde volksdeel in vroeger dagen wel is aangenomen? Is het een vorm van verzet tegen de zuil, de gereformeerde zuil, die in het verleden een stempel heeft gezet op het leven van de z.g. gereformeerde gezindte? Men kon in het verleden ook wel op een zeer lyrische manier horen spreken over het gereformeerde leven, de „weelde" van de gereformeerde belijdenis, en de rijkdom van de gereformeerde theologie.
In dit stuk van zaken zijn we allemaal een beetje terughoudender geworden. De gereformeerde kerken hadden een rijk verleden. Maar dat is dan ook historie. En het gereformeerde denken heeft voor velen afgedaan.
In déze tijd er voor uit te komen dat men een voorstander is van werkelijke gereformeerde theologie is op z'n minst een opmerkelijke zaak. Maar dan moet men met Graafland ook wel hebben leren zien dat het in dat „gereformeerde" denken en beschouwen, in dat theologiseren een zaak betreft van de diepste intenties van ons gehele leven.
Het gereformeerde is het christelijke
En dan is het geen tegenstelling met het „christelijke". Wie gereformeerd wil zijn heeft daarin geen specialisatie, geen verbijzondering te zien van het eenvoudige christen-zijn. Wie dit zou denken heeft van het christen-zijn en van de inhoud van een gereformeerd belijden weinig of geen kennis. Een christen is iemand die zijn heil zoekt in Christus. Een gereformeerd christen doet niets anders.
Het gereformeerde is, zo komt het ons voor, allereerst een historisch begrip. In de geschiedenis van het christendom trad verval op. Daarom was de Reformatie noodzakelijk. En een gereformeerd mens is iemand die als christen door die reformatie is heengegaan. Dat is een zaak van leiding in de geschiedenis. Maar het is vanzelf ook méér dan alleen een historisch begrip. Het is een kwestie die ons in herinnering roept dat de centrale inhoud van het christelijk belijden in de Reformatie in geding was. Daarom houden we vast aan die naam: gereformeerd.
Verbijzondering van reformatorisch?
Het kan geen kwaad dat we vandaag bijzondere aandacht vragen voor deze aanduiding van het christen-zijn in gereformeerde zin. De laatste tijd is er een gewoonte ontstaan om het begrip „gereformeerd" prijs te geven of in te ruilen voor een breder begrip. Maar dat bredere begrip wordt dan opgevat in een zeer beperkte en beperkende of zelfs versmallende zin. Ik bedoel de aanduiding van „reformatorisch". Wie de geschiedenis omtrent dit begrip zich te binnen roept staat voor een vreemde verrassing. De gewoonte om van „reformatorisch" te spreken in plaats van „gereformeerd" is reeds zo ingeburgerd dat vooral onze jonge mensen niet beter weten of het hoort zo. Men ziet daarin dan slechts één segment van de gereformeerde gezindte aangeduid.
Ik zou wat dit betreft het pleit willen voeren voor een zuiver woordgebruik. Reformatorisch is die brede evangelische beweging uit de zestiende eeuw, waaraan de namen verbonden zijn van Luther, Zwingli en Calvijn. Nog vele andere namen zou men kunnen noemen. Want in de Reformatie ging het om een zeer brede beweging, waaruit eerst na verloop van tijd door allerlei oorzaken zich een aantal tradities hebben losgemaakt: de Lutherse, de Zwingliaanse, de Calvijnse traditie. De laatste heeft, zo kan men wel zeggen, de Zwingliaanse traditie min of meer in zich opgenomen, terwijl zij zelf op gang is gebracht door de Lutherse reformatorische beweging. Welnu, wanneer men vandaag spreekt over de gereformeerde traditie, dan bedoelt men daarmee in historische zin die verbijzondering van het reformatorische erfgoed, die met name bij Calvijn en de zijnen wordt aangetroffen. We stellen prijs op die naam, omdat zij een juiste weergave biedt van wat ons als het ideaal voor ogen staat, dat recht doet aan de gegevens van de Schrift en van de gereformeerde belijdenis. Gereformeerd dus: we geven die naam niet prijs. We ruilen hem ook niet uit utiliteitsoverwegingen in voor reformatorisch. En dit laatste begrip willen we blijven verstaan als een aanduiding van hetgeen in de Reformatie van de zestiende eeuw dank zij Gods genade ons werd geschonken in de meest brede zin van het woord.
Gereformeerde traditie
Prof. Graafland koos in zijn terugblik zeer bewust voor de gereformeerde traditie. Dit laatste woord is hem lief. Hij ziet er in een aanduiding van de „continuïteit" met het verleden, of zoals Graafland verkiest: met de kerk der eeuwen, de kerk der vaderen. Het voortbestaan van die kerk voltrekt zich in de traditie.
Tegelijk zit voor Graafland in deze verwijzing naar de traditie naast het element van de continuïteit ook dat van vitaliteit. Hij is geen tegenstander van de verwijzing naar de gereformeerde leer, of naar de Schrift en de belijdenis of naar de oude waarheid. Maar hij verkiest het om zich te wenden tot de gereformeerde traditie, vanwege het levende en levendige karakter van het woord en van de zaak vooral. Er zit veel dynamiek in.
Graafland spreekt in dit verband in toenemende mate ook over de contextualiteit. Bij Calvijn bijvoorbeeld, is geen sprake slechts van eeuwige waarheden, maar ook van een concrete toepassing binnen de verbanden van eigen tijd. Het is mogelijk om altijd weer vragen te stellen en ook kritische vragen.
We kunnen met deze opstelling ten aanzien van de traditie meegaan. Er wordt immers in die traditie ook iets getradeerd. Er wordt iets overgegeven, iets doorgegeven. En dan gebeurt er met name bij een theologiebeoefening binnen de bedding van de gereformeerde traditie iets buitengewoon boeiends. Het wezen van het christelijk geloof wordt daar van het ene geslacht op het andere overgegeven op de wijze die bij de beoefening van de theologie past.
Brede katholiciteit
Tegelijk constateren we dat het hanteren van het begrip „traditie" breed genoeg is. Binnen de gereformeerde traditie is er een grote verscheidenheid aan belijdenissen, vanaf de eerste formuleringen die we kennen uit de oertijd van de Reformatie tot aan onze eigen tijd toe. De variëteit zit er in het gereformeerde protestantisme in, zij vormt er een zeer kenmerkend onderdeel van. Dat maakt het ook buitengewoon boeiend. Wie zich op dit terrein begeeft mag er op rekenen dat hij in allerlei specifieke situaties met allerlei eigensoortige belijdenissen te maken krijgt. Soms weerspiegelt zich daarvan iets in eigen omgeving.
Het Nederlandse gereformeerde protestantisme is in zijn kerkelijke vormgeving tot nu toe altijd nog min of meer officieel gebonden aan de drie formulieren van enigheid. De kerken die zich daaraan wérkelijk binden varen er wel bij. Maar men kan niet ontkennen dat er rond deze kerken, die zich aan dit belijden en aan deze belijdenissen gebonden weten, tal van denkwerelden opereren, die niet aan die eigen belijdenissen zijn ontleend, maar aan een andere tak van de gereformeerde confessionele familie: de Engelse, de Schotse belijdenissen spreken soms, zo lijkt het wel eens, sommige theologen méér aan, dan de drie formulieren van Enigheid. Voor een theoloog is dit geen bezwaar. Hij moet de vleugels kunnen uitslaan.
Als theoloog kan men zodoende een bredere blik hebben. Of dit inderdaad zo is bij allen die zich in hun theologie door de Westminster Confessie laten leiden, is natuurlijk een vraag. Maar het zit er wel in. De gereformeerde traditie is breder dan de gereformeerde kerken van wat voor modaliteit ook in Nederland.
Vastheid in de belijdenis
Maar hier kunnen ook de moeiten beginnen. Een Nederlandse gereformeerde moet affiniteit hebben met een Schotse, met een Hongaarse, met een Zwitserse gereformeerde. Dat lukt meestal ook nog. Maar de gereformeerde traditie heeft naast de variëteit toch ook een gemeenschappelijk kenmerk. En er zijn er, waarvan men met een onbevangen oordeel moet zeggen, dat zij op de rand van die traditie zich bevinden. Graafland wijst daar op wanneer hij zegt dat de traditie ook een „uitgangspoort kan zijn, die een proces van vervreemding op gang brengt".
Het spreken over „traditie" naast andere tradities kan gezond relativerend zijn. Maar het kan ook zeer ongezonde reacties wakker maken. Men spreekt dan bij tijden op een manier waarin de gelijkberechtiging van alle tradities naast elkaar wordt benadrukt. Wat doet het er toe? Het is ook maar een traditie naast de Lutherse, de orthodoxe, de anglicaanse en wat voor vormen er maar meer mogen zijn!
Daarom is het gezond dat we bedenken dat juist omdat de gereformeerde traditie zichzelf beschouwt als de zuivere weergave van het simpele christenzijn dit relativerende spreken ongereformeerd moet heten. Een effectief middel tegen die relativering zonder grond, is een sterk accent op de confessie en vanzelf op de Schrift als eerste bron en norm.
Maar dan kan het ook voluit gelden en blijven gelden, dat het een diepe vreugde is, om gereformeerd te zijn.
W. van 't S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 maart 1993
De Wekker | 16 Pagina's