Bedroeft de Heilige Geest niet!

Onze tekst behoort tot een serie vermaningen, die alle te maken hebben met het dagelijkse christenleven. Daarin gaat het met name over de omgang van christenen met elkaar en met anderen. Daartussen in staat deze vermaning met het oog op de Heilige Geest.
Degenen, tot wie Paulus deze woorden richt worden nader aangeduid als mensen, die door de Heilige Geest verzegeld zijn tot de dag der verlossing. Daarmee tekent de apostel hen als mensen, die de Heilige Geest ontvangen hebben toen ze kwamen tot bekering en geloof in Christus. De Geest Zelf is een zegel (Ef. 1:13) en als zodanig een bewijs van echtheid, een teken dat hen stempelt als eigendom van Christus, een onderpand van de volle erfenis. Maar Hij werkt ook verzegelend. Hij bevestigt de beloften van God en overtuigt van de betrouwbaarheid daarvan. Hij legt het heil van Christus voor zondaren open, maakt het vast in hun hart en doet hen daaruit leven. Daartoe gebruikt Hij de rechte bediening van Woord en sacrament. Verzegeld door de Heilige Geest, dat zijn zondaren die de Here Jezus leerden kennen en nodig krijgen als Borg en Zaligmaker. En ondanks alle aanvechting en bestrijding worden zij gesterkt in de overtuiging: Hij kocht ook mij met Zijn bloed. Ook mij is de volkomen gerechtigheid en heiligheid van Christus geschonken en toegerekend.
Bent u er zo één?
Dan klinkt aan uw adres de vermaning van onze tekst: Bedroeft de Heilige Geest niet. Dat is een ernstig woord. Want dat bedroeven veronderstelt, dat er een echte band is tussen de Heilige Geest en degene, die Hem bedroeft. Alleen een kind van God, een levende gelovige kan dat doen.
Hoe? Wel, de Geest wil Christus verheerlijken voor ons, maar dan ook in ons leven. Hij wil ons vernieuwen naar het beeld van God de Zoon tot eer van God de Vader. Hij wil ons doen kennen de zekerheid van en de vreugde over Gods heil. Nu, wanneer wij die doorwerking van de Geest in ons leven in de weg staan, dan bedroeven we Hem. Dat gebeurt, wanneer we de prediking en de sacramenten niet gebruiken, zoals de Geest bedoelt. Dan komen we wel naar de kerk, maar nooit eens met een hart dat hongert naar het levende Brood. Dat gebeurt ook, wanneer onze persoonlijke omgang met de Here een sleur wordt, die ons hart en leven niet raakt.
Wij kunnen de Geest bedroeven in de gewone dingen van ons dagelijks leven, die Paulus noemt in verband met onze tekst. Hij waarschuwt vooral tegen de zonden van de tong: niet liegen; geen vuile taal; wie kwaad is moet op zijn woorden letten. „Alle bitterheid, toornigheid, gramschap, geroep en lastering zij van u geweerd, met alle boosheid" (vs. 31).
In onze ogen zijn dat misschien maar kleine zonden, die we gemakkelijk bedrijven. Ja, maar we bedroeven de Heilige Geest daarmee. En dat heeft gevolgen voor ons geestelijk leven. Want dan trekt de Geest Zich terug, pijnlijk getroffen door alles wat Zijn doorwerking in de weg staat. Dan ervaren we niets van Zijn kracht en zien we niets van Zijn werk. Dan verdort en verkilt ons leven.
Zou het daardoor kunnen komen, als uw geestelijk leven niet floreert? Als uw kinderen niet jaloers worden op u? Zou daar een oorzaak kunnen liggen als er van onze gemeente zo weinig uitgaat? Zijn wij mogelijk bezig de Heilige Geest Gods te bedroeven in die „kleine" zonden van ons dagelijks leven en omgaan met elkaar?
Nogmaals: Wie de Geest niet ontvangen heeft, kán Hem niet bedroeven. Maar dan is de ellende helemaal niet te overzien. Immers wie de Geest van Christus niet heeft die behoort Hem niet toe (Rom. 8:9).
Die ligt nog midden in de dood. Als dat van u of jou geldt, bidt dan toch om de Heilige Geest! De Here geeft Hem zo graag. En wij hebben Hem zo dringend nodig.
Bedroeft de Heilige Geest niet! Een indringend vermaan aan het adres van door de Geest geleide kinderen Gods. Maar geen vermaning zonder uitzicht. Het feit dat wij deze Geest kunnen bedroeven, bepaalt ons ook bij de liefde van de Geest.
Als wij de Geest bedroeven, kan Hij voor een tijd van ons wijken. Maar als Hij kwam wonen in ons hart, gaat Hij er nooit meer uit. Want, schrijft Paulus, door Hem bent u verzegeld tot de dag der verlossing.
Dat opent uitzicht voor wie door de Geest geleid zichzelf leerde kennen en de blijvende macht van de zonde. Die ontdekt telkens weer en meer: Ik ben nog niet, wat en waar ik wezen moet. Maar zo blijft het niet! De dag van de verlossing, van Christus komt! Dan komt ook de volkomen bevrijding van alles, wat vandaag nog de volle gemeenschap met de Here en de vreugde daarover in de weg staat.
De Geest Zelf garandeert hier: de dag der verlossing komt en allen, die van Christus zijn, bewaar Ik tot die dag! Wie bij het licht van Gods Woord ontdekt, hoe vaak en gemakkelijk hij Gods Geest bedroeft, die gaat hunkerend uitzien naar de dag. En wie er bang voor werd om de Geest te bedroeven, leert bidden om de Geest. Die gaat ook vurig bidden met de Geest: Kom, Here Jezus!

C. Westerink

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen