Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mediteren met Calvijn (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mediteren met Calvijn (II)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie als onderdeel van de vroomheid
Vroomheid is voor Calvijn gericht op het dienen van God. Zij wordt geboren uit het besef van de deugden van God. Zo ontstaat de ware godsdienst. Men zou kunnen zeggen dat dit een verschil uitmaakt met de tegenwoordige opvattingen omtrent de spiritualiteit. Dit laatste is een soort verzamelbegrip geworden, dat veelomvattend is en soms weinig belijnd. Daar komt dan nog bij, dat het vooral gebruikt wordt om tegemoet te komen aan de menselijke gevoelens. Lange tijd is het gevoel, de ervaring taboe geweest in de religie. Het moest allemaal gedáán worden. Het activisme was niet van de lucht. Het was bijna te veel om te spreken over liefde tot God. Dat was piëtistisch. Naastenliefde was het een en het al. Nu krijgt het gevoel weer ruimte. Men heeft er aandacht voor en het is weer „in" om er mee te rekenen.
Dat merken we ook in de moderne opvattingen over de spiritualiteit. Het draait daar veelal om de mens. Nu niet om de mens in zijn actie, maar om de mens in zijn gevoel, in zijn ervaringen, in zijn beleving van de dingen. Nu, zonder beleving van de dingen gaat het niet. Het is maar de vraag wat we beleven. En in dit opzicht is het een goed ding om te vragen hoe Calvijn de meditatie ziet als een onderdeel van de vroomheid.

Verschil met Luther
Een opmerkelijk verschil is er dan wel te bespeuren met Luther. Luther heeft alles meegemaakt. Hij is in het klooster geweest en heeft daar de kloosterlijke vroomheid beoefend. Calvijn miste dit. Zijn vader stuurde hem naar de universiteit. Dat was wel wat anders dan een klooster. Calvijn maakte bovendien later kennis met de schatten van het humanisme. Daar deed men ook wel wat anders dan mediteren. Men las. Als er maar letters waren, dan las men. Vooral de oude klassieke auteurs. Die spraken ook al niet zo veel over meditatie. Ik bedoel maar, dat Calvijn in een andere wereld groot werd dan Luther. Maar één ding hebben ze gemeen. God heeft hen bekeerd. We weten van Luthers bekering heel veel. Zijn bekering functioneert onder reformatorische christenen soms als een model. Zieleangsten, benauwdheden en vertwijfeling, waaruit God hem redde door de Schrift te openen. Bij Calvijn is het mogelijk niet veel anders geweest. Maar we weten het niet. „Ik praat niet graag over mezelf", zei hij eens. En dat zegt heel wat. In een plotselinge bekering heeft God hem bekeerd tot „leerzaamheid".
Zijn opvatting van de vroomheid is daarmee tegelijk getypeerd. Het gaat er bij hem om, dat een mens de dingen leert. Blijkbaar is een humanist in zijn bekering een ongeleerd mens geworden, die heel wat heeft in te halen. Hij moet leren, een discipel worden van Christus, van de Schrift.

De inhoud van de vroomheid
Op die manier léért een mens de vroomheid. En wat is dan de inhoud van die vroomheid? Twee dingen: wie God is en wie de mens is. Een mens leert Gód kennen en hij leert zichzelf kennen. We staan hier voor de kern van Calvijns „spiritualiteit". En deze kern van de zaak is bij hem niet bepaald door wat de mens voelt, ervaart, beleeft, denkt, en meemaakt.
Hedendaagse spiritualiteit is zo ik-gericht. De mens staat centraal. Zo kan hij met al zijn spiritualiteit nog een onbekeerde blijven. Want onbekeerlijkheid is in feite daarom zo hardnekkig, omdat we onszelf niet kunnen kwijtraken. Soms méént iemand dat hij zichzelf kwijt is, maar op een vrome manier gaat het oude patroon gewoon door. Hij is niet bekeerd. Hij is nog net zo ik-gericht als tevoren, alleen nu spreekt hij een vrome, soms een bijbelse, soms een traditionele, soms zelfs een bevindelijke taal. Dan lijkt het heel wat. Hij spreekt nu over ervaringen enzovoort. Maar de richting van zijn leven is nog precies dezelfde.
Vraagt men aan Calvijn wat ware vroomheid is, dan geeft hij de volgende definitie: „Vroomheid noem ik de met liefde verbonden eerbied voor God, die de kennis van zijn weldaden tot stand brengt". We leren God kennen. En die kennis is vooral bepaald door de kennis van zijn weldaden. Daaruit wordt de liefde geboren tot God en daaruit ontstaat dan weer de gerichtheid op God. God staat centraal. Zo wordt de ware vroomheid werkelijk theocentrisch: God staat in het middelpunt. Onze kennis van God is dan niet een ijdele, een speculatieve kennis. Maar het is de levende kennis, waarin wij weten, niet wat God is, maar hoe God is. Hoe Hij is in zijn liefde, in zijn gerechtigheid en in zijn macht.
Vergelijken we nu deze vorm van vroomheid met die van Luther, dan treft ons de overeenkomst, maar ook het verschil. Bij Calvijn zijn de dingen dan rechtstreeks met God zelf in verband gezet. En meditatie wordt dan een vorm van gehoorzaamheid. Het geloof, zo zegt Calvijn, wordt uit gehoorzaamheid geboren. Maar de vroomheid wordt eveneens uit gehoorzaamheid geboren.

Dag en nacht overdenken van de wet
Lees eens de verklaring die Luther geeft over Psalm 1. De vrome overdenkt daar Gods wet dag en nacht. Luther gaat in dit verband spreken over de manier waarop een mens mediteert. Aan de termen die hij gebruikt bemerkt men dat hij in het klooster heeft gezeten, waar bepaalde spirituele technieken werden gevolgd om tot een ware overdenking te komen. De mystieke taal speelt daarbij een grote rol.
Bij Calvijn is dit niet zo. Hij schrijft dat de regel der vroomheid ontleend moet worden aan de Schrift. En het „overdenken" van de wet is voor Calvijn dan een middel om aan de wil van God te gehoorzamen. Op die gehoorzaamheid valt dan de nadruk. De godsdienst is niet vrij. Ieder kan dan invullen hoe hij meent God te kunnen dienen. „De regel der vroomheid moet uit het Woord Gods genomen worden". We vergissen ons niet wanneer we zeggen, dat de meditatie hier gericht is op de Schrift, teneinde Gods wil te leren kennen, opdat wij die zouden volbrengen. Het meditatieve leven heeft niets van de „peinzende christen" waarover tegen het eind van de vorige eeuw zo gaarne gesproken werd. Het meditatieve leven staat in dienst van de gehoorzaamheid: Here wat wilt U dat ik doen zal. God staat in het middelpunt.

Beschouwend en actief leven
Een bekend voorbeeld daarvan, dat Calvijn zijn eigen weg gaat in de uitleg van de Schrift, treffen we aan in de geschiedenis van Martha en Maria (Luc. 10:38vv.). Calvijn laat de hele spirituele uitleg van de tekst liggen, zoals deze een paar eeuwen lang gegolden had, vooral bij mystieke schrijvers. Maria is dan het voorbeeld van de schouwende geest, die luistert. Het contemplatieve leven, één van de hoogste trappen waartoe een mens ooit kon komen in dit leven, zou in Maria een typisch voorbeeld hebben gevonden. Maria had daarom ook het beste deel gekozen.
Maar dat beste deel was voor tal van mensen, ook voor de mystieke theologen vrijwel onbereikbaar. Vandaar dat zij zich tevreden moesten stellen met het actieve leven. Men ziet, dat in de traditionele mystieke uitleg, die vooral in de kloosters gold, het zien en de gehoorzaamheid uit elkaar getrokken werden. Het schouwen en de daad, de contemplatie en de actie stonden tegenover elkaar.
Calvijn keert zich tegen deze meditatieve exegese, die hij afwijst omdat ze slechts in schijn voert tot een „engelachtig leven". Christus maakt geen vergelijking tussen het bespiegelende en het werkzame leven. Hij vraagt gehoorzaamheid en volgzaamheid. Calvijn zegt dat deze uitleg past bij lieden die somber van aard zijn, die zich aan het gewone leven onttrekken. Men verbeeldde zich dat men op die manier, van meditatie en contemplatie, aan de engelen gelijk zou worden. En men verachtte een werkzaam leven, alsof dit de strekking had om ons van de hemel af te leiden. „Wij weten echter dat de mens met die bedoeling in het leven werd geroepen, opdat hij zich door de arbeid zou inspannen. Er is geen offer dat God méér behaagt, dan dat een ieder vlijtig in zijn roeping tot nut van het algemeen welzijn zou leven".

Eenheid van luisteren en dienen
We zien dat Calvijn zich verzet tegen de opvatting dat een mens zich van de wereld moet afzonderen, om zich aan beschouwing en meditatie te wijden. Dat deed men in de kloosters. Daartegen streed de Reformatie. Maar we leren hier ook iets van Calvijns eigen opvatting. Vroomheid wordt in het leven geroepen door het kennen van Gód. En zij uit zich in gehoorzaamheid.
Wie zou menen, dat Calvijn derhalve behoort bij de activisten, vergist zich. Hij houdt de daad en de luisterhouding bij elkaar. Maar naar Wie luistert men? En welke daad verricht men?
God staat in het middelpunt. En daarom is het ook een eerste vereiste van de ware vroomheid, dat een mens zichzelf zal verloochenen. Dat is altijd in strijd geweest met de opvattingen van het humanisme. Het is ook in strijd met moderne opvattingen omtrent religiositeit en spiritualiteit. Geen wonder! Een mens kan alleen zichzelf verloochenen, als hij God heeft leren kennen op de manier waarop de bijbel daarover spreekt: met de kennis van het hart, met de kennis van de liefde. En God roept ons in het gewone leven om onze taak op ons te nemen in gehoorzaamheid aan zijn Woord. Meditatie staat in dienst van dit Woord en niet omgekeerd. Het Woord wil gehoord, en vervolgens gehoorzaamd worden. Want het is het Woord Gods. Hem dragen wij eerbied toe, met liefde gemengd. De kennis van zijn weldaden brengt ons daartoe.

W. van 't S

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Mediteren met Calvijn (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1993

De Wekker | 16 Pagina's