Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leidse Lezingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leidse Lezingen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de Leidse theologische faculteit zijn enkele medewerkers zeer actief in het beleggen van studiedagen. Jaarlijks wordt er een gehouden in het najaar of in het voorjaar.
Een boek dat de aandacht heeft getrokken of een theoloog die naam heeft gemaakt, wordt dan in de schijnwerpers gezet. Per bijeenkomst worden er meestal drie sprekers uitgenodigd. Ieder van hen heeft zijn eigen invalshoek naar het thema. Is de besproken auteur nog in leven, dan wordt hij uitgenodigd te reageren op de referenten, die zijn werk hebben becommentarieerd.
Bij de publikatie van de lezingen worden nog andere bijdragen gevoegd, die uiteraard ook met het thema in verband staan. Zo krijgt men een veelkleurige en meestentijds ook zeer pluriforme bespreking van het thema. Het geheel wordt gepubliceerd in de bij Callenbach verschijnende serie „Leidse Lezingen". Het boek dat we nu bespreken is gewijd aan het levenswerk van dr. W. Zijlstra „Op zoek naar een nieuwe horizon" (1989). Zijlstra heeft veel meer geschreven. Hij is als een van de eersten naar Amerika vertrokken om theoretische en praktische ervaring op te doen met de Klinisch Pastorale Training. In zijn dissertatie (verdedigd in 1969 te Utrecht onder leiding van prof. dr. H. Jonker) heeft hij daarvan verslag gedaan. Hij heeft veel cursussen geleid. Over dit werk heeft hij heel wat geschreven; eigenlijk steeds in wijder cirkels en tegelijk in sterker concentratie. In 1985 werd hem de bundel „Ontginningswerk" aangeboden, met als ondertitel „Klinisch Pastorale Vorming - een overzicht". In dit boek worden de geschiedenis en de praktijk van de Klinisch Pastorale Vorming beschreven. Daarnaast treffen we in die bundel aan „Werkvormen van en reflecties op de Klinisch Pastorale Vorming".

Zijlstra's boek uit 1989
Zijlstra heeft in 1989 de theologie die bij hem gegroeid is, uiteengezet en verantwoord. De titel van dat boek geeft aan dat hij een nieuwe horizon zoekt. Volledigheidshalve noem ik nu de vier hoofddelen van Zijlstra's boek.
I. Grondstructuren van het menselijk bestaan. II. Ontwikkelingsstoornissen („neurose"). III. Religieuze ervaring en de neurotische pervertering van de religieuze ervaring. IV. „Geloven" in een functioneel tijdperk.
Het laatste, vierde hoofddeel is voor theologen een boeiend deel. Ik wil van de voorgaande drie delen niets afdoen. Ze bieden om zo te zeggen de antropologische basis en de beschrijving van waar en hoe het mis kan gaan in het (ziele)leven van een mens.
Het vierde deel geeft de theologische verantwoording van het voorgaande. Nu ik deze zin heb neergeschreven, bekijk ik hem nog eens kritisch. Is dit wel een trefzekere typering? Tot op zekere hoogte wel. Toch lijkt me een andere formulering nog beter, en wel deze: Het vierde deel beschrijft welke de consequenties zijn van de eerste drie hoofddelen, voor het geloven.
Zijlstra geeft zelf al aan hoe hij dit geloven gevuld wil zien, namelijk als een functioneel opgevat geloof. Dat blijkt ook uit hoofdstuk 9 van deel IV: De functionele opvatting van „geest" en van „geloof" als symbolen van Gods Geest en van geloof in bijbelse zin! Zijlstra gebruikt zijn pastorale theologie om tot een goede communicatie tussen pastor en medemens te komen.

Commentaar van anderen
Welnu, in de Leidse Lezingen is met name ingegaan op de probleemstelling van dit vierde hoofddeel. Het wordt wel behandeld in direct verband met de voorgaande drie hoofddelen.
Het artikel wordt voor ons blad te ingewikkeld en ook te uitvoerig, als ik probeer weer te geven wat het commentaar van iedere schrijver is. Daarom doe ik een greep. Daarbij beperk ik me tot de hoofdlijn van het te noemen artikel. Tegenover elkaar staan drs. H. de Leede, „Christen-zijn en mens-zijn" en dr. G. Heitink, „De theologie van Wybe Zijlstra".
De kernvraag van De Leede is, of Zijlstra met zijn grote nadruk op communicatie nog wel oog heeft voor datgene wat er gecommuniceerd moet worden. „Door zozeer de communicatie tot heilsinhoud en heilsweg te maken, ja zelfs God daarin 'op te sluiten', dreigt het essentiële van het christelijk geloof zijn kracht te verliezen, namelijk dat het gegronde verwachting garandeert" (blz. 80). Verderop vraagt hij of God eigenlijk niet tot een „chiffre" (een aanduiding, een taalsymbool) wordt van het zelf van de mens. Kan men leerling van zowel Tillich als Barth zijn en dan ook nog „Jung" theologisch verwerken? (blz. 82).
Ook mevrouw ds. W. van Beinum stelt een kritische vraag, in dezelfde richting. Zij doet het eigenlijk nog scherper: Houdt Zijlstra wel overeind dat God Zelf subject is en dat Hij werkt. Zij vreest dat bij Zijlstra de mens het eigenlijk zelf moet doen.
Hier staat tegenover prof. Heitink, de laatste schrijver. Hij bejubelt het boek en het standpunt van Zijlstra en ziet er belangrijke bouwstenen in voor een pastorale theologie, en ook voor de systematische theologie (waaronder de dogmatiek). Zijlstra geeft antwoord op de vragen van de moderne mens, aan wie het traditionele geloof is ontvallen (blz. 135).
Hij schrijft letterlijk: „De weg van zelfverwerkelijking door overgave is geen andere dan die van de rechtvaardiging van de goddeloze" (t.a.p.). Ik moet zeggen dat men de theologie van Paul Tillich en de psychologie van Jung wel een draai van 180 graden moet laten maken, om bij hen Luthers theologie van de rechtvaardiging van de goddeloze te vinden. Ik meen dat Zijlstra daartoe niet bij machte is (mijns inziens kan niemand dat). Hij wil het ook niet. Luther is niet zijn uitgangspunt; dat is zoals Heitink terecht aangeeft, de moderne mens met zijn problematiek. Deze ontvangt een geweldig stuk psychologie, zelfbeschouwing, zelfaanvaarding, zelfverwerking, - maar waar is God, die begint, die ingrijpt en die het Tegenover van de mens vormt, in oordeel en vrijspraak, in gericht en genade?

Barth
Ik noem nog de bijdrage van prof. Den Dulk. Hij vindt Zijlstra's communicatieleer aanvaardbaar, omdat hij haar ziet in relatie tot wat God in Jezus Christus heeft gedaan. In de vleeswording is de mensheid aanvaard. In Jezus is het ware mens-zijn openbaar geworden. Zo wordt de mens als menselijk wezen geëerd en met menselijke waardigheid bekleed (blz. 21 v.).
Toen ik dit had gelezen ben ik nog eens naar Abraham Kuypers werk „Van de Vleeschwording van het Woord" gegaan. Daar wordt uit de incarnatie een precies tegenovergestelde conclusie getrokken.
Ik vermag niet in te zien, dat de vleeswording van Christus een hommage aan het mens-zijn zou zijn. Ons mens-zijn wordt door Hem gered. Niet slechts door Zijn vleeswording, maar door Zijn kruis en opstanding. De vrucht van dat heilsgebeuren zal ons door de Heilige Geest worden toegeëigend. Dan is er communicatie met God.
De kernvraag in het werk van Zijlstra is voor mij: Waar is het reddende, het verlossende van kruis en opstanding? We worden ons dat niet in een zelfbeschouwing bewust. We delen er alleen in doordat de Geest haar in ons werkt. Theologie gefunctionaliseerd in de psychologie, overbrugt de kloof niet. Hoe aantrekkelijk Zijlstra's conceptie voor de moderne mens mag zijn, met psychologie blijft de mens besloten binnen zijn eigen levenskring. Het is mij niet duidelijk, dat Zijlstra's boodschap is, dat de kring van bovenaf moet worden opengebroken.
Ik deel de positieve interpretatie van Heitink niet. De in vragen verpakte kritiek van ds. De Leede lijkt mij terecht. De vrouwelijke criticus heeft die vragen nog scherper verwoord. Jammer, dat Zijlstra wel is ingegaan op de eerste drie voordrachten, maar niet op de later toegevoegde bijdragen. Het vraagteken in de titel achter „wijder perspectief" lijkt mij terecht.

W.H. Velema

Een wijder perspectief? Nadere beschouwingen over het boek „Op zoek naar een nieuwe horizon" van dr. W. Zijlstra, redactie drs. J.P. Heering e.a., uitgeverij G.F. Callenbach bv, Nijkerk, 1993, ƒ 29,90, in de serie „Leidse Lezingen".

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Leidse Lezingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1993

De Wekker | 16 Pagina's