Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samuël neemt afscheid als richter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samuël neemt afscheid als richter

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Toen zeide Samuël tot het volk: Vreest niet, gij hebt al dit kwaad gedaan doch wijkt niet van achter den HEERE af, maar dient den HEERE met uw gansche hart. . . Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden en rechten weg leer en." Lezen: 1 Samuël 8 en 12 (1 Samuël 12; 20 en 23)

Heel wat jaren had Samuël als richter mogen dienen. De HEERE had dat richterschap van Samuël gezegend! Hij mocht het middel in Gods hand zijn, waardoor de kinderen Israëls de Baäls en de Astaroths wegdeden, en weer de HEERE alleen gingen dienen. En na deze terugkeer tot de HEERE werd Israël weer verlost uit de hand van de vijanden. De Schrift zegt, dat de Filistijnen niet meer in de landpalen van Israël kwamen; „want de hand des HEEREN was tegen de Filistijnen al de dagen van Samuël".
Toch waren op een kwade dag de oudsten bij Samuël te Rama gekomen en hadden gezegd: „Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons om ons te richten, gelijk al de volken hebben". Dit woord was kwaad in de ogen van Samuël! Waarom? Was het dan niet waar wat de oudsten zeiden? Of voelde Samuël zich soms persoonlijk gekrenkt hierdoor? Heeft hij zich als richter verworpen gevoeld? Afgedankt na vele jaren trouwe arbeid? Ach het zou begrijpelijk geweest zijn, als Samuël het zó had opgevat. Maar de HEERE gaf Samuël duidelijk te verstaan: „Zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen koning over hen zal zijn". Dat was het grote kwaad, dat Israël gedaan had! Daarover mag Samuël in zijn afscheidsrede niet zwijgen. De motieven van het verzoek der oudsten deugden niet. Alsof de HEERE niet uithelpen kon, wanneer Israël geen koning had zoals de volkeren rondom? Alsof de HEERE dat ook niet steeds gedaan had in de richterentijd? Bovendien wijst Samuël op de nadelen van het koningschap. De oudsten hebben echter niet naar Samuëls waarschuwingen willen luisteren. Ze moesten en zouden een koning hebben, die hen zou richten en hun krijgen zou voeren. Een koning waar ze trots op konden zijn, zodat ze in tel waren bij de andere volkeren. Hun verzoek ontaardt zelfs in een eis: „Neen, maar daar zal een koning over ons zijn".
Intussen hebben ze hun zin gekregen. Saul is in opdracht van God gezalfd en nu te Gilgal voor heel het volk tot koning gemaakt. Ach, het leek er eerst niet op, maar het zou nog blijken dat hij een koning was, die de HEERE in Zijn toorn gaf! Nu Saul als koning in functie is, is Samuël als richter uitgediend en kan hij afscheid nemen. Nadat het volk heeft moeten erkennen, dat hem niets te verwijten valt over de manier waarop hij hen al die jaren gericht had, neemt Samuël het woord.
Nu zien we dat hij wel als richter afscheid neemt, maar niet als profeet, en dat hij ook nog een priesterlijke opdracht weet te hebben. Samuël heeft het volk wél wat te verwijten. Ze hebben nu wel de koning gekregen, die ze hebben wilden. Maar Samuël moet hen er op wijzen, dat ze daarmee tegen de HEERE gezondigd hebben. De HEERE Zelf bevestigt dit, door midden in de tarweoogst donder en regen te geven op Samuëls gebed. Profetisch klinkt zijn vermaning: „Zo weet dan en ziet dat uw kwaad groot is, dat gij voor de ogen des HEEREN gedaan hebt, dat gij een koning voor u begeerd hebt". Hoe zouden Gods dienstknechten er over kunnen zwijgen wanneer God als Koning wordt verworpen. In het paradijs hebben wij dat allen gedaan. Het zou onbarmhartig zijn om dat te verzwijgen! Samuël zweeg niet. Wat een zegen mocht er op deze vermanende prediking rusten. Want het volk belijdt nu: „boven al onze zonden hebben wij dit kwaad daartoe gedaan, dat wij voor ons een koning begeerd hebben". Kreeg u daar de schuldbrief ook al eens over thuis? Dan mag u ook horen, wat Samuël nu nog meer te zeggen had. Dit schuldige volk blijft toch Gods volk. Wat is dat een wonder. Te moeten belijden zo veel kwaads tegenover de HEERE te hebben bedreven. Hem nooit als Koning begeerd. En dan toch te mogen horen verkondigen, dat Hij nochtans Zijn volk niet zal verlaten, om Zijns groten naams wil. Wat is daar de diepste reden voor? In Gods volk is daarvoor geen enkele reden te vinden. Dat moet als het eerlijk gemaakt is belijden, dat zij God enkel redenen gegeven hebben om vertoornd op hen te zijn. Neen, de HEERE neemt redenen uit Zichzelf, uit Zijn eeuwig welbehagen. Hij heeft immers in Christus Jezus Zijn volk met een eeuwige liefde lief gehad.
We zien ook dat Samuël hier een type is van de grote Hogepriester van Gods volk, Die altijd leeft om voor hen te bidden. Als het volk vraagt de HEERE voor hen te bidden, belooft hij nadrukkelijk, dat hij niet op zal houden om voor hen te bidden. Hij zou immers tegen de HEERE zondigen als hij dat naliet! Samuel verstond dus ook zijn priesterlijke opdracht! Verstaan wij onze opdracht ook? Gaan we profetisch en priesterlijk met elkaar om? Dringt de liefde van Christus ons om elkaar te vermanen en vertroosten, en voor elkaar te blijven bidden? Gezegend is het volk, en zijn de ambtsdragers, die zulks betrachten willen omdat zij Christus kennen als hun Koning, Profeet en Priester!

Genemuiden, ds. W. van Benthem

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Samuël neemt afscheid als richter

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1994

De Wekker | 16 Pagina's