Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met het oog op de komende biddag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met het oog op de komende biddag

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het beeld van deze wereld en van de miljarden die er op leven, is voortdurend aan verandering en wisseling onderhevig. De aarde staat vast, zegt de psalm, maar haar tonelen wisselen wel. Snel en ingrijpend soms.
Alle tijden hebben weertijden, hoort men oudere mensen wel eens zeggen. Zij bedoelen daarmee uit te drukken dat elke periode van opgang in de geschiedenis onontkoombaar wordt gevolgd door een tijd van neergang, of omgekeerd. Op velerlei terrein. In de westerse wereld zijn wij in de laatste 40 jaar, die zo niet voor allen dan toch voor velen, door een grote welvaart waren gekenmerkt, aan deze gedachte ontgroeid. We waren met zoveel zekerheden omgeven dat een tijd van teruggang ons zo niet onmogelijk dan toch als hoogstonwaarschijnlijk voorkwam. Kleine depressies in onze economie bleken in de voorbije periode niet altijd helemaal te ondervangen maar naar onze overtuiging waren in het economische bestel van de vrije en geïndustrialiseerde westerse samenleving zóveel stabilisatoren ingebouwd dat de herhaling van een crisis als van de magere dertiger jaren door niemand werd gevreesd. „Onze kudden vermeerderden zich bij duizenden, ja bij tienduizenden op onze weiden, onze runderen droegen wel, er was geen bres en geen vlucht en geen geschreeuw op onze pleinen", een enkele protestdemonstratie daargelaten. Hoewel de curve van onze welvaart al enige tijd neiging naar omlaag vertoonde, worden wij nu door een cumulatie van internationale ontwikkelingen geplaatst voor de werkelijkheid van een teruggang in de wereldeconomie, waarvan het diepste punt op dit moment nog niet valt aan te wijzen. Uit allerlei informatie die op ons afkomt is duidelijk dat in de zorgelijke ontwikkelingen van dit moment factoren meespelen die niet gemakkelijk te ondervangen zijn. Ons bedreigen in wereldverband tekorten aan essentiële bestaansvoorwaarden, waarbij niet het laatst aan het voedselprobleem moet worden gedacht. Protectie en marktverzadiging spelen evenzeer een rol. Gesproken is dan nog niet over de gevolgen die een eventuele verbetering van de concurrentiepositie van de derde wereldlanden op de wereldmarkten zal hebben.
In een drietal bezinningssamenkomsten van de Bond van christelijke gereformeerde vrouwenverenigingen (Amersfoort, Groningen en Zierikzee) is over deze dingen in kleine groepen en plenair indringend gesproken, waarbij diep werd gevoeld dat onze jongeren geen gemakkelijke tijd wacht. In één van de samenkomsten meldde een moeder dat haar zoon, die de neergang in de economie goed in beeld had, met de raad was gekomen nu nog gauw enkele meer luxe gebruiksvoorwerpen aan te schaffen, „want straks kan het niet meer". Een andere mevrouw merkte op dat zij in haar directe omgeving, als het om de toekomst gaat, veel pessimisme onder jongeren tegenkomt. Ook onder christenjongeren. Dat vraagt extra aandacht van de kerk.
Op de komende biddag voor gewas en arbeid zal voor onze jongeren moeten worden gebeden dat zij niet ten prooi vallen aan een malaisegevoel, maar met moed en geduld proberen hun plaats in het arbeidsproces te vinden. Te denken valt in dit verband heel bijzonder aan de vele jonge werkloze academici. Uit eigen omgeving weet ik van jonge juristen die in de discipline waarvoor zij studeerden niet terecht kunnen en aan andersoortig werk vervallen.

Voor de kerk is er méér ...
De vraag hoe we als kerk van Christus de ontwikkelingen van de komende tijd zullen verwerken is niet onbelangrijk. Ook binnen de kerk, juist binnen de
kerk, zal sterker het besef moeten doordringen dat we onze verlangens naar méér en beter zullen moeten matigen en dat bij ons, die zeggen Jezus Christus lief te hebben en te kennen, in de toekomst de vraag voorop zal moeten staan op welke wijze wij degenen kunnen helpen die het ergst door de ontwikkelingen zijn of zullen worden getroffen.
Als zich daarover op de biddag in prediking en gebed goede gedachten ontwikkelen geeft dat ondersteuning aan een goede keuze bij de komende verkiezingen.
Maar voor de kerk van Christus is er meer. Het is aan haar om in de prediking en op de plaats die elke gelovige in de wereld inneemt, te tonen dat zij de gebeurtenissen en ontwikkelingen van vandaag en morgen taxeert bij het licht van Gods Woord. Ook daarin hebben prediking en pastoraat de gemeente leiding te geven. Vroeger sprak men van de oordelen Gods die over de wereld gingen. En welsprekende theologen wijdden er tijdreden aan. Dat woord oordelen is in de kerk in onbruik geraakt. Men durft het misschien niet meer zo goed te gebruiken omdat de mens van nu er in lijkt te slagen om
grote gebeurtenissen, opmerkelijke ontwikkelingen en felle tegenslagen door middel van wetenschappelijke analyses causaal vanuit de verhoudingen en verbanden van hier beneden te verklaren. Maar of de kerk nu dat woord oordelen wil hanteren of niet, zij moet het in elk geval tot haar taak rekenen om uit de ontwikkelingen en gebeurtenissen van allerlei aard op dit ondermaanse met een gespitst oor vanuit het Woord en door de Heilige Geest iets op te vangen van de stem van God en met een gescherpt oog iets te zien van de hand Gods die de geschiedenis van deze wereld schrijft. Van die God, Die de waanwijze mens die zich tegenover de Schepper van hemel en aarde voortdurend en op allerlei wijze buiten de grenzen van psalm 8 opstelt, duidelijk wil maken dat zijn kennen en kunnen niet tot aan de hemel reiken.
Prediking en pastoraat dienen de gemeente van Christus ook op te voeden tot voortdurend gebed voor deze wereld. Een biddende kerk is de kerk waarop de wereld drijft, is wel eens gezegd. Het heeft er de schijn van dat aan het gebed van de kerk voor de wereld geen grote betekenis meer wordt toegekend. De dingen nemen toch de loop zoals die in de omstandigheden en de verhoudingen van dit moment besloten ligt, denken velen. Gods Woord spreekt er anders over. Ik pleit er niet direct voor om temidden van de gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereld het instituut van de bijzondere bidstond weer in ere te herstellen, maar de drang er toe zou in de kerk des Heren sterker te zien moeten zijn. Wij delibereren veel en we bidden waarschijnlijk te weinig. Gericht bidden is overigens niet gemakkelijk. Het is goed daarbij te weten dat God onze noden en behoeften kent, nog voor wij ze Hem voorhouden waarschijnlijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Met het oog op de komende biddag

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1994

De Wekker | 16 Pagina's