Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pasen met betrekking tot ons sterfelijke lichaam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pasen met betrekking tot ons sterfelijke lichaam

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De realiteit van de macht van de dood
Wat is er van het Paasfeest te beleven als we oog in oog komen te staan met de dood? Hetzij dat we met het eigen sterven te maken krijgen zoals dat tot nu toe in ons leven nog niet het geval is geweest, hetzij dat we in de intieme kring van gezin en familie de wrede werkelijkheid van het sterven moesten of moeten meemaken. De vraag kan met kracht in de ziel leven als we over het kerkhof wandelen temidden van de graven en wanneer de wonden van binnen vanwege gemis en pijn open zijn. Als we staan aan een graf, dat zojuist nog leeg was, maar waarin nu een van onze geliefden werd neergelegd met zijn of haar lichaam, waaruit het leven voor altijd geweken is.
Dood. Die vreselijke dood. Volstrekt machteloos staan we tegenover hem. De dood als macht spot met iedereen en gaat voor niemand aan de kant. Wat mag de verwachting zijn voor de lichamen van de gelovigen? Voor de reeds dode en tot stof teruggekeerde lichamen en voor de lichamen van ons, die nu nog aan dit leven deel hebben? Kan het Pasen worden op de begraafplaatsen? Valt er vertroostend licht over de kille graven, waarbij een mens huiveren kan?

Ons sterfelijke lichaam toch een woning van de Heilige Geest
Op grond van Pasen is het Pinksteren in het leven van de gelovigen geworden. Paulus brengt de vrucht en de uitwerking van de opstanding van Jezus Christus uit de dood en de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag prachtig bij elkaar in Romeinen 8:11.
God heeft Jezus uit de doden opgewekt. Op grond daarvan kan de Heilige Geest, die de Geest van God is, in de sterfelijke lichamen van de gelovigen komen wonen. Het sterfelijke lichaam wordt tot een tempel van de Heilige Geest. Dat is een geweldige gedachte. Ons lichaam van nu is aan de dood vervallen. Daar bestaat geen enkel medicijn voor en geen enkele ingreep, geen enkele operatie kan wegnemen dat dit ons lichaam sterfelijk is. Vergankelijk en sterfelijk: dat zijn Bijbelse omschrijvingen van dit ons lichaam. Daarin komt uit hoe zeer wij aan de verwoestende macht van de zonde zijn onderworpen. God heeft ons daaraan onderworpen. Onder dit oordeel komen wij niet uit. Ieder kent van tijd tot tijd wel een zekere angst voor vergankelijkheid, ziekte en dood. Voor afbraak en allerlei lichamelijke moeiten. Wij moeten met ons sterven in het reine komen. Dat gebeurt als we door Jezus Christus met God in het reine komen.
De Heilige Geest heeft het sterfelijke lichaam van de gelovigen tot Zijn woon- en werkplaats willen maken. Paulus noemt met nadruk het lichaam als de woning van de Heilige Geest. Niet maar het hart, niet maar de ziel, nee het lichaam! Het lichaam is niet minderwaardig, niet minder dan de ziel. God heeft ons geschapen in en met onze lichamelijkheid. Christus nam uit Zijn moeder Maria een lichaam aan. De Geest heeft Hem in de heilige ontvangenis een lichaam bereid. Wij zijn in en met onze lichamelijkheid onder het eeuwige oordeel gesteld vanwege onze zonden, maar door Zijn lijden en sterven heeft Christus voor de Zijnen een vlekkeloze en allesomvattende gerechtigheid verworven. Die gerechtigheid is er ook voor ons lichaam, dat nu nog vergankelijk en sterfelijk is. Vanwege de gerechtigheid van Christus wil de Heilige Geest als de Geest van de Vader en de Geest van Christus in onze lichamen wonen. Dat betekent dat ook onze lichamen bestemd zijn om in de verlossing te delen. Dat onze lichamen verlost zullen worden van de sterfelijkheid en de vergankelijkheid, is niet uit ons lichaam zelf af te leiden. Het is te zeggen op grond van wat God in en met Christus heeft gedaan. God heeft Jezus Christus uit de doden opgewekt. De hardheid van de opstanding ligt hierin dat God Zijn Zoon lichamelijk heeft opgewekt. Ik ga nu niet verder in op het verschil tussen het lichaam van Christus vóór en na Zijn opstanding. Het gaat er om dat de opstanding een lichamelijke opstanding is geweest. De verlossing omvat de natuur. Het schepsel in zijn geschapenheid wordt verlost. Het geschapene gaat niet verloren maar deelt juist in de verlossing. Wie het lichamelijke uit de opstanding weghaalt, houdt zich bezig met sprookjes. Hij kan dan nog wel diepzinnige en aansprekende dingen zeggen, maar het heeft geen grond en kan nergens landen. Hij houdt geen boodschap over.

De levendmaking van onze sterfelijke lichamen
Vanwege de inwoning van de Geest in onze lichamen kan Paulus zeggen in Romeinen 8:11, dat God onze sterfelijke lichamen levend zal maken. Dit levend maken ziet niet op de wedergeboorte, ziet ook niet op een levendmaking door het geloof, het ziet in deze tekst op de eeuwige levendmaking van onze lichamen in de dag van de wederkomst van Jezus Christus. De Heilige Geest wordt aan de gelovigen gegeven en in die Geest bezitten ze reeds het nieuwe leven. Terwille van die Geest zal dit nieuwe leven eens ten volle doorbreken en ook onze sterfelijke lichamen levend maken. Een echte, concrete opstanding van ons lichaam! En Paulus kan dat zeggen omdat Christus is opgewekt en omdat de gelovigen in de Heilige Geest reeds het nieuwe leven bezitten. Dit nieuwe leven kan door de lichamelijke dood niet worden weggenomen. De Geest begeert in het lichaam van de gelovigen te wonen. Hun lichamen zullen straks heerlijke tempels voor en van de Geest zijn!

Geloofstroost en geloofskracht
In het geloof mogen deze rijke zaken overdacht en gekend worden. Ze mogen ook gelovig genoten worden. De opstanding van Christus is de basis en tevens de inhoud van de hoop, die aan het geloof eigen is. We mogen dit Evangelie tot onze troost overdenken als de dood op ons toe komt, als we mediterend over het kerkhof lopen en onze geliefden gedenken. De lichamen van de ontslapen gelovigen zijn wel begraven lichamen, het blijven gekochte en betaalde lichamen. De Geest heeft er in willen wonen. De Geest begeert opnieuw in hen te wonen en hen te vervullen. Dat alles is krachtige vrucht en uitwerking van het volbrachte werk van Jezus Christus. Onze nu nog vernederde lichamen zijn in Christus bestemd tot heerlijkheid. Ze zijn daartoe bestemd door de Vader. Ze zijn daartoe ook bestemd, omdat Christus de sterfelijkheid, de pijn, de vernedering van onze door de zonde verworden lichamelijkheid heeft gedragen en op Zich heeft genomen. Hij droeg de vloek. Hij droeg die vloek ook weg. De lichamen van de gelovigen zijn bestemd om eeuwige tempels van de Geest te zijn. De Vader alles in allen en het Lam bij hen.

Wij hebben goede moed!
Maar het komt op geloof aan. Zonder geloof kan het geen Pasen zijn en kunnen we ook geen hoop hebben. Zonder geloof in de lichamelijk opgestane Christus is er geen enkele grond voor welke verwachting van heil dan ook. Maar door het geloof is er uitzicht. Vrede. Rust. Overgave. Kracht om de weg van de vernederde lichamelijkheid te gaan, met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Wie in Christus is, is een nieuwe schepping geworden.

„Zou ik nog vrezen?
Christus leeft voorgoed,
Die met heel mijn wezen
ik beminnen moet.
Hij is mijn victorie,
troost en toeverlaat.
Die mij in Zijn glorie
eeuwig delen laat".

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Pasen met betrekking tot ons sterfelijke lichaam

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1994

De Wekker | 16 Pagina's