Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heilige Geest en de gemeenschap der heiligen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heilige Geest en de gemeenschap der heiligen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Koinonia
We belijden op het Pinksterfeest de kerk als de gemeenschap der heiligen. Men behoeft Handeling 2 maar op te slaan om te zien, dat onze geloofsbelijdenis zeer terecht in een doorlopende zin deze twee aaneenvoegt: ik geloof een heilige algemene christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen.
Immers in de eerste christengemeente was er geen twijfel mogelijk, of de kerk, de gemeente is niets anders dan de gemeenschap der heiligen. Men hoort soms de mensen een pleit voeren voor het gebruik van het woord „kerk" voor de organisatie, het instituut, terwijl dan het woord „gemeente" gereserveerd zou moeten worden voor de kerk als gemeenschap. Maar dat is ten onrechte.
Wie Handelingen 2 leest vindt daar de kerk bijeen. Die kerk is de gemeente. Zij wordt gevormd door de gelovigen, die in een innige verbondenheid samen de dingen ontvangen, beleven, en ervan getuigen. In deze gemeenschap bloeit de gemeente inderdaad op. De verdeelde tongen als van vuur bevinden zich op een ieder van hen. Dit betekent toch wel allereerst, dat ieder persoonlijk deelt in het heil, maar tegelijk dat niemand dit voor zichzelf heeft. De Heilige Geest sticht werkelijk gemeenschap. We schreven dat ook de geloofsbelijdenis in dezelfde toonaard spreekt over de kerk. Zij is een stichting van de Heilige Geest. Daarom ook is zij de gemeenschap der heiligen.
Daarmee staan deze twee begrippen niet tegenover elkaar. Zij vullen elkaar ook niet aan. Maar ze functioneren min of meer als synoniemen, d.w.z. als woorden die ongeveer dezelfde betekenis hebben. Zij ontvangen hun zin en inhoud aan het werk van de Geest. De kerk is de gemeenschap der heiligen. We gaven hierboven het bekende Griekse woord daarvoor: koinonia. Het komt op vele plaatsen in de Schrift voor. Een christen heeft gemeenschap, weet van verbondenheid met de ander. Daarover willen we in dit Pinksternummer een paar opmerkingen maken.

De Geest sticht gemeenschap
De Heilige Geest is de band van de eenheid tussen de Vader en de Zoon. De gemeenschap die er tussen beiden is, tussen de Vader en de Zoon, is er een in de Heilige Geest. Daaraan hebben we allereerst te denken wanneer in de zegengroet de gemeente in de gemeenschap van de Heilige Geest wordt gesteld. Iets van die gemeenschap weerspiegelt zich in de gemeenschap der heiligen. Zij hebben deel gekregen aan deze onbegrijpelijke goddelijke gemeenschap die er is tussen de Vader en de Zoon. Vandaar dat in de onderlinge verbondenheid der gelovigen het werk van de Vader zich manifesteert, maar niet minder het werk van de Zoon.
Wie spreekt over de gemeenschap der heiligen dient zich allereerst te herinneren, dat de Geest de mensen op een „natuurlijke" manier aan elkander verbindt. De schepping kent gegevens, die in deze gemeenschap niet worden opgeheven. Zij worden geheiligd. Vandaar dat men kan zeggen, dat een „natuurlijk" gegeven, als dat van een gezin, binnen de gemeenschap der heiligen wordt opgenomen. Eén van de kentekenen van de eindtijd is, dat de natuurlijke liefde zal verkoelen. De relatie tussen ouders en kinderen, tussen kinderen onderling, tussen verwanten en vrienden, wordt verbroken. Maar het werk van de Geest keert zich daartegen. Immers door zijn arbeid wordt de natuurlijke verbintenis op hoger plan gebracht. Wie de Here liefheeft, die zal ook vader en moeder liefhebben, weliswaar niet boven Hem, maar dan toch in Hem en om Hem.
Het heerlijkst wordt deze gemeenschap der heiligen ervaren in de gemeenschappelijke geloofservaring van het roepen „Abba", Vader. Er is veel voor, om te zeggen dat dit roepen van de Vadernaam binnen de christelijke gemeente plaats vond in de liturgie. Dan wordt de gemeenschap inderdaad gebouwd.
Pinksteren kan dan het Feest worden van het gezin. En wel op een heel bijzondere manier. Namelijk, doordat de leden van het gezin elkaar ook herkennen als leden van die grote gemeenschap der heiligen.

Allereerst als geloofsgemeenschap met Christus
Maar dat kan alleen, wanneer ook de geloofsgemeenschap met Christus wordt gezocht en gekend. Immers de Geest is met name de Geest van Christus. „Die zal Mij verheerlijken" (Joh. 16:14). Werkelijke verbondenheid in het geloof is er, wanneer de relatie met Christus ons samenbindt aan elkaar. Dat tekent de gemeenschap der heiligen. Zij zijn niet de heiligen in en van zichzelf. Zij zijn het slechts in Hem, die ons gegeven is niet alleen tot rechtvaardiging maar ook tot heiliging. De volmaaktheid hebben zij niet in zichzelf, maar slechts in Hem. Door het werk van Christus wordt de gemeente gebouwd. In Hem vindt zij haar grond, haar fundament. Zo is er sprake, niet maar van een religieuze, een vrome gemeenschap ter beoefening van een ongrijpbare vorm van spiritualiteit. Zo wil de vrome wereld het vandaag graag. Zij doet haar gemeenschapsbegrip wortelen in de eigen ervaring van de mensen, hoe die ook maar zijn.
Maar zo'n neutrale opvatting van ervaring kent de gemeenschap der heiligen niet. Zij dankt haar authentieke ervaring aan de gemeenschap met Christus. Die geloofservaring bouwt de gemeente op. Want een mens is wel persoonlijk aan Christus verbonden, maar nimmer alleen. Wanneer de Heilige Geest de gemeenschap der heiligen sticht, moet dan niet, meer nog dan voorheen, de nadruk op de Geest zelf vallen? Hebben wij wel voldoende aandacht voor zijn werk en persoon? Is het verwijt van de kant van allerlei bewegingen die wel aandacht vragen voor de Geest, dan niet terecht? De Here Jezus heeft gezegd: Hij zal van Zichzelf niet spreken. De Heilige Geest is bescheiden. En Hij maakt ook bescheiden. Hij laat het volle licht vallen op de Here Jezus Christus. En Hij leidt ons door Hem tot de Vader. Dat is voor Hem genoeg. Laat het ons ook genoeg zijn, opdat we niet wijs zullen zijn boven hetgeen we vermogen.

Dat Hij ook mij gegeven is
De gave van de Heilige Geest is een zeer persoonlijk geschenk. We herkennen in het spreken van de belijdenis deze zeer persoonlijke benadering ook nog vanuit andere uitspraken. Dit „ook mij" troffen we ook aan in de omschrijving van het geloof zelf. Niet alleen aan anderen, maar ook aan mij persoonlijk wordt vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid geschonken uit louter genade, alleen om de verdienste van Christus. Men zou kunnen zeggen dat dit de schenking is op de manier van de belofte. In die belofte wordt ons het heil toegezegd. Maar het moet ons ook worden toegeëigend. Dit nu is het werk van de Heilige Geest. Hij wordt ons gegeven, opdat Hij ons door een waar geloof Christus en al zijn weldaden deelachtig zou maken.
Zo komt inderdaad de gemeenschap der heiligen tot stand. Immers zij bestaat allereerst hieruit, dat de gelovigen allen en een iegelijk, als lidmaten aan de Here Christus en al zijn schatten en gaven gemeenschap hebben.
Ook mij . . . Dit betekent dat er zeer persoonlijk deel moet zijn aan de schatten en gaven van Christus. Maar daaraan hebben we slechts deel doordat we deel krijgen aan Christus zelf.
Het komt hier op de juiste volgorde aan. Eerst is er deel aan de Here Jezus Christus zelf. En daarna en uit Hem vervolgens, is er een delen in de schatten en gaven van Christus.

Ambtelijke dienst en priesterschap der gelovigen
Dit gebeurt binnen de gemeenschap der heiligen. Want de ambtelijke dienst in de gemeente bedoelt niets anders, dan dat de gemeenschap der heiligen wordt toegerust tot dit onderlinge dienstbetoon. In de prediking wordt ons Christus geschonken. Door de Geest wordt deze belofte-prediking gezegend. Zij wordt effectief gemaakt door de Geest. Zo komt het tot dat geloof, dat zegt: niet alleen aan anderen, maar ook aan mij.
Maar deze ambtelijke dienst van het Woord komt niet in mindering op het priesterschap van alle gelovigen. Integendeel, dit laatste wordt juist door de eerste versterkt en aangedrongen. Ieder moet zich schuldig weten om zijn gaven ten nutte en ter zaligheid van de anderen aan te wenden, gewillig en met vreugde!
Zo krijgt ook de kerk als gemeenschap der heiligen een taak en bevoegdheid in de deelachtigmaking van het heil.
Laten we toegeven, dat deze kant van het gemeentezijn niet de sterkste kant van ons kerkelijk leven is. We zijn voor een groot deel preek-gemeenten geworden. De ambtelijke dienst van het Woord gaat op de meeste plaatsen op zondag wel door. De prediking behoeft wat dit onderdeel van de dienst betreft, geen schade te lijden.
Maar stimuleert die prediking wel voldoende de eigensoortige beleving van de gemeenschap der heiligen? Komen de mensen elkaar wel eens te hulp, in de dienst van het priesterschap der gelovigen?
Het zijn vragen die samenhangen met het wezen van het Pinksterfeest. Onze catechismus spreekt hier over het feit dat een ieder zich moet schuldig weten om zijn gaven aan te wenden.
Deze uitspraak gaat uit van wat de bijbel zegt omtrent het werk van de Geest in het lichaam van Christus. Hij geeft aan een ieder zoals Hij het wil. Dat betekent, dat er in het lichaam van de gemeente werkelijk niemand is, die niet beschikt over een geestelijke gave. In principe is iedere gemeente een charismatische gemeente. De gaven van de Geest worden geschonken om het hele lichaam er mee van dienst te zijn.
Het kan nooit de bedoeling zijn dat dit al zuchtend gebeurt. De Geest die gaven verleent, schenkt ook de lust en de liefde om daarmee werkzaam te zijn.
Op deze manier functioneert het lichaam van Christus als een gemeenschap der heiligen door de Geest.
Wij vieren ons Pinksterfeest in een kille wereld. De Ik-gerichtheid is in geen tijden zo sterk geweest. Laat het ons een voorrecht zijn dat de Geest ons in de gemeenschap met Christus wil doen delen. En dat Hij ons zo ook deel geeft aan de gave van de werkelijke koinonia met elkaar, tot opbouw van het gehele lichaam van Christus.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1994

De Wekker | 16 Pagina's

De Heilige Geest en de gemeenschap der heiligen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1994

De Wekker | 16 Pagina's