Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een standaardwerk over spiritualiteit (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een standaardwerk over spiritualiteit (IV)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

K. Runia over de spiritualiteit van de evangelischen
We gaven aandacht aan de Gereformeerde spiritualiteit. Die spiritualiteit is ons lief, omdat daarin aan het geheel van de Bijbel als Gods Woord aan ons het meeste recht wordt gedaan. Er bestaan ook andere vormen van spiritualiteit, die vormen van christelijke spiritualiteit zijn, maar die toch niet aan te merken zijn als Gereformeerde spiritualiteit. In het standaardwerk over Spiritualiteit, waarmee we ons in deze artikelen bezig houden, schrijft prof. dr. K. Runia een opstel over „De spiritualiteit van de evangelischen", blz. 283-293. De Evangelische Beweging in Nederland is een grote en brede beweging. Gereformeerde mensen krijgen met deze medechristenen te maken op vele terreinen en er zijn allerlei vormen van samenwerking. Te denken is slechts aan de Evangelische Omroep en aan de Evangelische Alliantie en ook aan de Evangelische Hogeschool te Amersfoort. Runia beschrijft kort historische achtergronden en ontwikkelingen. De Evangelische Beweging bestaat niet, ook niet in Nederland. Er zijn allerlei sub-bewegingen en sub-groepen. Daarom is er ook verscheidenheid in hun spiritualiteit. Maar bij allen zijn wel gemeenschappelijke kenmerken terug te vinden. Runia noemt er in hoofdzaak drie:
1. Onvoorwaardelijke aanvaarding als het gezaghebbend Woord van God.
2. Een persoonlijke geloofsband met Jezus Christus door het werk van de Heilige Geest.
3. De nadruk op de missionaire taak van de gelovigen.
De echte gemeenschap is de gemeenschap van wedergeboren gelovigen. Men moet weten dat men wedergeboren is. De kerk is allereerst de gemeenschap van Gods volk. Het instituut is van lagere orde en kerkmuren doen er niet zoveel toe. Verder zijn als kenmerken te noemen het besef dat we in het laatste van de dagen leven. Vaak hangt men de opvatting van een duizendjarig rijk aan en binnen de chiliastische opvatting bestaan dan weer allerlei verschillen van inzicht. Er is ook sterke beïnvloeding door de spiritualiteit van de Charismatische beweging. Er is grote openheid voor bijzondere werkingen van de Heilige Geest. Toch zijn er ook weer velen binnen de Evangelische Beweging, die kritisch staan tegenover de leer van de Pinkstergemeenten en de charismatische beweging.
Er zijn vele aanrakingsvlakken met de Gereformeerde traditie en spiritualiteit. Runia schrijft dat we niet kunnen spreken van twee concentrische cirkels maar eerder van olympische cirkels: de cirkels grijpen wel in elkaar, maar er zijn ook vlakken waar ze elkaar niet raken. De uitverkiezing speelt geen grote rol in de Evangelische Beweging. Ze zijn in dit opzicht eerder Arminiaans dan Gereformeerd. In dit opzicht doen ze duidelijk tekort aan de Heilige Schrift.
Vanwege de verscheidenheid in de Evangelische Beweging vallen de accenten in hun spiritualiteit nogal eens verschillend uit. Sterke nadruk valt bij allen op een geestelijke zelftucht, waarin plaats is voor persoonlijke, geestelijke oefeningen. Het gebed is daarin het voornaamste samengaand met studie van de Bijbel. Men dringt aan op een eenvoudige levensstijl, op vasten, kuisheid en deelname aan de erediensten. Bij sommigen gaat het in de richting van het extravagante, van het overgeestelijke en dan wordt de spiritualiteit ongezond en zelfs gevaarlijk, bijvoorbeeld als er gepleit wordt voor bidders in full-time dienst. Anderen pleiten weer voor een gezonde, theologische basis.

Kritische vragen en evaluatie
Runia stelt een aantal kritische vragen aan de Evangelische Beweging. De nadruk op het persoonlijke gaat te veel ten koste van het samen met alle heiligen. De structuren waarin God Zijn genade schenkt en doet beleven, krijgen te weinig aandacht. Te denken is aan het genadeverbond en aan de leer van de kerk. De nadruk valt teveel op de menselijke geloofsbeslissing en zo is er (dus) te weinig oog voor de goddelijke verkiezing. De nadruk op de levensheiliging, die Bijbels is, kan gemakkelijk leiden tot een nieuw legalisme, waarin vormen tot normen kunnen gaan worden. Waar dat gebeurt is de vrijheid van een christenmens, in Christus, in het geding.
Runia geeft als slotevaluatie dat Reformatorische en Evangelische christenen elkaar nodig hebben. De Evangelischen moeten dan wel het smalle spoor, waarop ze gaan, verbreden. Een kruisbestuiving van de twee spiritualiteiten zal verrijkend kunnen werken. Beide kunnen alleen maar verder komen als ze zich wagen aan het „experiment" van een dergelijke, wederzijdse beïnvloeding. Ik zou hierbij willen aantekenen, dat wanneer Gereformeerde christenen hun spiritualiteit werkelijk beleven, ze dan niets te kort komen vergeleken met de spiritualiteit van de Evangelischen. Ook Gereformeerden zijn Evangelisch! Dat zijn ze als ze Gereformeerd zijn en daarmee ernst maken.

L. Floor over de spiritualiteit van de charismatici
Prof. dr. L. Floor schrijft over „De spiritualiteit van de charismatici", blz. 294-306. De Charismatische beweging is nog moeilijker af te bakenen dan de Evangelische Beweging. De nadruk ligt in de Charismatische beweging op het werk van de Heilige Geest en in verband daarmee op de geestelijke ervaringen. Nu is inderdaad het geloof, dat de Heilige Geest in onze harten werkt, een ervaren werkelijkheid. Maar de geestelijke ervaringen moeten wel getoetst worden. Niet elke religieuze ervaring is een ervaring van de Heilige Geest. Zelfs in de heidense godsdiensten vinden we een scala van religieuze ervaringen. In de echte spiritualiteit is er altijd de Woord-betrokkenheid. Er moet wel een gezonde leer zijn! De gezonde leer reguleert de geestelijke ervaring. Als er al van een leer te spreken is bij de charismatici en het zal niet gemakkelijk zijn die aan te tonen, dan is er ruimte in die „leer" voor allerlei gegevens uit diverse theologische tradities, ook voor die elementen die door de Gereformeerden zijn afgewezen als in strijd met de Heilige Schrift. Floor geeft er voorbeelden van op blz. 300. De leer van de Heilige Geest is hét dogma, maar Floor toont aan dat juist deze leer niet bijbels ontwikkeld is. Als juist de leer van de Heilige Geest niet gezond is, hoe kan dan de beleving, de ervaring gezond en werkelijk geestelijk zijn? vraagt hij. Door de begeerte om God te ervaren en met Hem werkelijk contact te hebben, wordt de aandacht weggetrokken van het Woord van God. Dat betekent ook dat het geloof niet ten vólle wordt geacht. Hoe Floor dit uitwerkt, moet de lezer zelf bestuderen. Wat juist zo kenmerkend is voor de Gereformeerde spiritualiteit, namelijk dat de geloofsinhoud en de geloofsdaad altijd op elkaar betrokken blijven, dat komt ernstig tekort bij de charismatici. De geloofsdaad overheerst te veel de geloofsinhoud. En als de inhoud niet uit het Woord van God komt, waar moet die vandaan komen? Dan worden het geloof én de ervaringen bij dat geloof onbetrouwbaar en komen de ervaringen te rusten op drijfzand om het met eigen woorden weer te geven. De kern van de kritiek op de charismatici en hun spiritualiteit is dat zij de Heilige Geest tegenover Christus en Zijn Woord verzelfstandigen. Er wordt van een afzonderlijke verhouding tot de Heilige Geest gesproken. Woord en Geest worden van elkaar gescheiden en Christus is eigenlijk niet meer dan de toegang tot de Geest. In de Bijbel is dat juist andersom! De Geest bindt aan Christus. Hier ligt het verschil in ervaring tussen de charismatici en reformatorische christenen, die ware gelovigen zijn. Het slot van de diepgravende bijdrage van Floor luidt: „Het is belangrijk in een tijd waarin we overspoeld worden met een ervaringstheologie die de Bijbel op de achtergrond schuift volle ernst te maken met de oefening van de godsvrucht door een leven dicht bij de Bijbel en door volhardend gebed", 306.
Ik gaf u enige belangrijke lijnen door, waarmee we in de gemeente op de hoogte moeten zijn. We gaan nog even door met aandacht te geven aan het standaardwerk over Spiritualiteit, al kan niet alles uit dit rijke boek worden behandeld.

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Een standaardwerk over spiritualiteit (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1994

De Wekker | 16 Pagina's