Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof en wetenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof en wetenschap

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is dit niet meer een onderwerp voor een studentenconferentie of een thema voor de collegezaal, zult u zich hebben afgevraagd. Ik kan me dat goed voorstellen. Het is ook voor mij een vraag geweest. Toch heb ik bewust voor dit thema gekozen.
De reden daarvoor is deze: In de kerken wordt wel eens de vraag gesteld of het in Apeldoorn niet te wetenschappelijk toegaat. Dat zou dan gebeuren ten koste van het geloof. Die vraag is niet alleen de uwe, zij is ook de onze. Wij staan net zo goed voor die vraag. Daarom wil ik haar graag in de mij toegemeten tijd van twaalf minuten behandelen. Dat is niet gemakkelijk. De tijd is kort. Toch wil ik het proberen. Zo wil ik graag op de jubileum-Schooldag rekenschap afleggen van de manier waarop wij met het vraagstuk van geloof en wetenschap omgaan.
U zult ongetwijfeld vragen: Is het niet genoeg dat er geloof is. Moet daar nog iets bij? Kan het niet zonder de wetenschap? Is de wetenschap niet veel meer een bedreiging in plaats van een verrijking van het geloof?
Al deze vragen hangen samen met het wetenschappelijk karakter van onze opleiding. Wij willen ze eerlijk onder ogen zien.
Voor ons is beslissend, waar we beginnen. Is dat bij de wetenschap? Is zij de bron en de norm van onze theologie? Of beginnen we bij het geloof? Zonder enige aarzeling mag ik zeggen, dat niet de wetenschap ons startpunt is. Voor ons begint de theologie met het geloof. Dat wil zeggen: Met de openbaring van God, die om geloof vraagt. Het uitgangspunt is Gods bemoeienis in Jezus Christus met zondaren. Zijn voornemen. Zijn initiatief, Zijn genade, ons in de Schrift geopenbaard, is het begin.
Voetius heeft meer dan driehonderdvijftig jaar geleden in Utrecht gesproken over de eenheid van wetenschap en vroomheid. Bij ons ligt in deze toespraak het accent niet op de persoonlijke vroomheid - al is die ook naar ons inzicht onmisbaar voor een theoloog. Neen, de nadruk valt tegenover de wetenschap, op de openbaring van God, die om geloof vraagt.
In die openbaring ligt voor ons het vertrekpunt. Zo is het geweest aan het begin van het onderwijs. Zo is het vandaag nog. Ik ben ervan overtuigd dat alle docenten het zo zien en zoeken in praktijk te brengen. Als de wetenschap regeert, sterft het geloof. Wij zien de wetenschap als een instrument waarvan het geloof zich bedient.
Kunnen we dan niet zonder de wetenschap? Neen, we kunnen niet zonder. Ik denk aan de uitleg van de Bijbel. Een predikant moet de grondtalen kennen, om de Schrift aan de gemeente te kunnen uitleggen. Dat is geen zaak van een hobby of van ontspanning - al zijn er die de studie van de grondtalen als een ontspanning beleven. Neen, dat is een opdracht. Hier moeten we wetenschappelijk bezig zijn.
Dat geldt ook van de kerkgeschiedenis, van het dogma in zijn ontstaan, bestaan en voortbestaan. Dat geldt ook van de predikkunde, het pastoraat en de catechese. Een dominee kan niet maar wat freewheelen in prediking en pastoraat. Hij moet voor zijn werk worden toegerust en gevormd. Zijn werk moet doordacht gedaan worden.
Zo zien wij de wetenschap als een instrument om het geloof te belijden en te verbreiden. Wij moeten alle gedachten krijgsgevangen geven onder de heerschappij van Christus en de gehoorzaamheid aan Hem (2 Corinthiërs 10:5).
Ik weet dat er wetenschappers zijn die dit standpunt onwetenschappelijk noemen. Daartegenover stel ik: Ook onze visie heeft recht van bestaan. Elke wetenschapper brengt zijn vooronderstellingen mee. Dat mogen wij ook doen. Onze opvatting heeft zelfs oude papieren. Zij gaat terug op de Reformatie. Calvijns Commentaren op de Heilige Schrift en zijn Institutie zijn er een prachtig voorbeeld van. Dat is de wetenschap van de heilige Godgeleerdheid.
Ik wijs op drie punten waarin de dienst, het nut en de noodzaak van de wetenschap in verband met de Schrift blijkt.
Allereerst: Wetenschap in dienst van onze geloofskennis beoogt een beter, een dieper en duidelijker inzicht in het Woord van God, om dat Woord aan de gemeente te verklaren en te verkondigen. Het Woord van Gods genade!
Vervolgens: Wetenschap in dienst van het geloof geeft ook mogelijkheden om misverstanden te weerleggen, om ketterijen te bestrijden en dwalingen te ontmaskeren.
In mijn jeugd, zo herinnerde ik mij bij de voorbereiding van deze toespraak, heeft een predikant, die al vele jaren geleden is gestorven, tegen mij gezegd: Wij hebben in onze kerken mannen nodig die aan universiteiten hebben gestudeerd, „opdat zij met de vijand kunnen spreken in de poort". Het is ouderwets uitgedrukt. Het blijft van kracht.
En dan in de derde plaats - u verwacht dat misschien niet, toch wil ik het zeggen: Het Woord van God moet ook in de wetenschap en in de wetenschappelijke discussie weerklinken. Wij kunnen en mogen er geen genoegen mee nemen, dat het Woord verdrongen wordt naar de wachtkamer of de parkeerplaats.
Neen, Gods Woord is een factor van betekenis voor heel de cultuur en voor heel de samenleving. Daarom moet de theologie zich laten horen in de samenleving.
Zo willen we getuigenis afleggen van ons geloof, ook op wetenschappelijk niveau.
Geloof en wetenschap willen we niet scheiden. We willen ze ook niet met elkaar laten strijden. Ze zijn voor ons - hoe aangevochten soms - tot in de diepten van ons hart een eenheid.
Zo is het honderd jaar geleden begonnen. Zo is het vandaag nog. Het gaat niet om wetenschappelijke roem of eer. Het gaat om de eer van de naam des Heeren. Hij moet worden geprezen, ook in de theologie. Zijn woord van redding en behoud mag gepredikt worden en moet gehoord worden.
Er is een kenmerk dat ons doet zien of wij de verhouding van wetenschap en geloof goed stellen. Dat is het gebed. Ik denk aan Psalm 119:18 „Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van uw wet". Deze woorden zijn enkele jaren geleden gebruikt bij een weekopening, zoals we die elke dinsdagmorgen in de aula van de universiteit hebben.
Dat is het gebed van een predikant. Het is ook het gebed voor een predikant. Dat geldt evenzeer van de theoloog. Hij zal het bidden voor zichzelf. Wij vragen ook om uw voorbede. Theologie als wetenschap kunnen we niet in eigen kracht bedrijven. We kunnen dat alleen in de kracht en door de genade van Gods Geest.
Welnu, daartoe hebben we het gebed nodig. Wij hebben uw voorbede nodig. Daarom vraag ik, opdat wij ook theologisch iets te zeggen hebben.

W.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Geloof en wetenschap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1994

De Wekker | 16 Pagina's