Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsdragersconferentie najaar 1994: Klein maar fijn (Ambtsdragersconferentie 1994 - Klein maar fijn I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsdragersconferentie najaar 1994: Klein maar fijn (Ambtsdragersconferentie 1994 - Klein maar fijn I)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Klein
Hoe het zo kwam, daar kan alleen maar naar geraden worden, maar het bezoek aan de ambtsdragersconferentie van 8 oktober 1994 in Amersfoort was ronduit slecht. Dat zijn we niet gewend. De deelname is per conferentie wel wisselend, naar het lijkt afhankelijk van de interesse die men voor een bepaald onderwerp, maar zo klein als de kring deze keer was, kennen we het niet.
Er werd wel geopperd, dat het goede najaarsweer van de laatste dagen het snel binnenhalen van de oogst (op Schouwen-Duiveland) nodig maakte. Maar zeg nu zelf, dat kan geen erg grote invloed hebben. Er waren andere bijeenkomsten waar mensen heengingen? Iedereen had toevallig iets anders deze dag? Of zouden er mensen door het onderwerp afgeschrikt zijn: Hoe heilzaam en/of gevaarlijk is de theologie? Daar moet je misschien het meest aan denken ter verklaring. Aan de spreker kan het niet gelegen hebben: professor Velema. Verderop in de bijeenkomst bleek gelukkig, dat het peil van het samenzijn er niet minder door was, integendeel zou ik bijna zeggen. De voorzitter meende ook gezichten van mensen te zien, die hij van andere conferenties niet kende.
Aan het begin van de conferentie werd een ogenblik een herdenking gewijd aan de in juli j.l. overleden br. P.A. Blok, die vele malen het orgelspel tijdens de conferenties heeft begeleid. Daarop zongen we psalm 103:1, 6 en 7. Laat al wat binnen in mij is Hem eren. De mens is aan het sterven prijsgegeven, maar 's HEREN gunst zal over wie Hem vrezen in eeuwigheid altoos dezelfde wezen. Na het gebed, de Schriftlezing uit Matth. 11:16-30 en het zingen van Gez. 175 (Herv. bundel) stond de voorzitter, br. D. Koole, een ogenblik stil bij het Woord, om terecht te komen bij het doel van deze conferentie. In 1988 is nagedacht over het thema: Verarmt de geloofsbeleving in de reformatorische kerken? Ons getuigenis naar buiten is vaak niet zo best; komt dat (ook) doordat het van binnen niet goed is? Jongeren vinden de kerk soms koud en verburgerlijkt. Er is nog iets. Het hoge peil van kennis dat vandaag gevraagd wordt kan geloofsbeleving en -verwerking in de weg staan. Als het gaat om een eenvoudige relatie met God, kan dan misschien ook de theologie en de beoefening daarvan het noodzakelijke geloofsleven in de weg staan? Er komt vandaag zo heel veel op de mensen af; ook op de theologen. Wat kan hun dienst zijn aan de gemeente? Er is veel ondergraving en twijfel. Wat kunnen we daartegen doen?
Het is niet voor niets, dat we voor deze dag professor Velema gevraagd hebben. Het is een jaar voor zijn terugtreding als hoogleraar aan onze theologische Universiteit. Hij heeft zich zo veel met deze vragen bezig gehouden.
We zongen nog uit Psalm 97 en daarna kreeg prof. Velema het woord. God heerst als Opperheer. Gods vriendelijk aangezicht geeft vrolijkheid en licht.

Hoe heilzaam en hoe gevaarlijk is de theologie?
De spreker begon met een persoonlijk woord. Hij was vorig jaar over de uitnodiging al enthousiast. Er waren soms mensen die hem zeiden, dat theologie toch zo moeilijk is; niets voor eenvoudige gemeenteleden. Maar het is heerlijk, na ongeveer 30 jaar theologie bedrijven in Apeldoorn iets te mogen vertellen. Het is hier een gelegenheid voor versterking tussen de opleiding en de kerken. Ook in de theologische arbeid is er aanvechting. De ergste is misschien die van het relativisme: alles is zo betrekkelijk en je komt zelf zo zeker over. Heb je er zelf nooit last van? Zeker wel, ook al helpt de Here God er door. Aan de andere kant: het is een grote vreugde, theologie te mogen bedrijven.
Is theologie een gevaarlijk vak? Enige jaren geleden schreef ds. A.M. Lindeboom: „De theologen gingen voorop". In Apeldoorn zei niet lang geleden prof. dr. C. Graafland in een kring van de studenten: Ik verwacht van de theologie niets meer voor de herleving van het geloof en de kerk. We hoorden het als een vonnis. Is daarmee echter alles gezegd? Laten we denken over vier kanten van de zaak: het karakter, het gevaarlijke, de overmoed van theologen en theologie en de dienstbaarheid.

Karakter
Ook in Apeldoorn durven we theologie een wetenschap te noemen. Ook de overheid erkent ons daarin. Maar: vanuit het geloof. Het zo te zien, geloof met wetenschap verbinden, heeft een lange traditie. Oorsprong en onderzoeksveld is Gods Woord. Daarvoor is een waar geloof nodig. Is dan geloven niet genoeg? Je moet tot de bronnen kunnen gaan en dus Hebreeuws en Grieks (de Schrift) en Latijn (kerkvaders en latere theologen) kunnen lezen. De leer van de kerk moet doordacht en geformuleerd kunnen worden. In de kerkgeschiedenis moet je verbanden en invloeden leren zien. In ethiek en ambtelijke vakken moet je toegerust worden. De overeenkomst met andere wetenschappen is het methodische werken; uiteenleggen, verbinden en vergelijken.
Het verschil is, dat het hier gaat om God en zijn openbaring. Wat kun je dan van God weten? Hij wilde Zich aan ons openbaren in de Schrift. Voor ons betekent dat een ootmoedige houding ten opzichte van de openbaring.

Gevaren
We zijn ervan overtuigd, dat de moderne theologie mede oorzaak is van de teruggang van kerk en geloof. Dat is dan, als je komt tot afbraak van het geloof in de Godheid van Christus, van de Drieëenheid, van het Persoon-zijn van de Heilige Geest. Maar, als we in de lijn blijven van het gereformeerde belijden, dan kunnen we óók in verwarring komen. Enkele voorbeelden:
- de uitverkiezing. Velen zijn vastgelopen. Zijn de Dordtse Leerregels een sta-in-de-weg?
- twee of drie verbonden. Eerder al een struikelblok ten opzichte van de Geref. Gemeenten. Er zijn nog botsingen door.
- de leer van het duizendjarig rijk; ook onder ons wordt er verschillend gedacht, denk aan Openb. 20 en de leer van wijlen ds. A.M. Berkhoff voor de oorlog.
- de uitlegging van Genesis 2 en 3, waarover eerder verschil was.
- punten van de ethiek, b.v. de reageerbuisbevruchting.
Levert de theologie nu vervreemding op? Is dat haar schuld? Het is struisvogelpolitiek om te zwijgen over dingen waar de Schrift wèl over spreekt. De theologie veroorzaakt de vragen niet, maar neemt ze ter hand. Waar er nederig, ootmoedig, mee omgegaan wordt, mag er aan haar geen verwijt gedaan worden. Gevaarlijk wordt het pas, als mensen er op eigen gezag, „autonoom" mee aan de gang gaan. Heerschappij over God en zijn Woord en over de waarheid daarvan, onder het mom van dienstbaarheid, doet eerder denken aan de farizeeër in het kleed van de tollenaar. Gevaarlijk wordt het ook, als men absoluut stelt wat men zelf meent opgevangen te hebben, zonder bescheidenheid.

Overmoed van theologen
Zoals bij ootmoed de relativering (alles betrekkelijk maken) dreigt, zo dreigt bij de overmoed, dat men over alles zekerheid denkt te hebben. Onder ons kwam dat in de jaren '30 voor, toen men b.v. over de zondagsviering, over ethische en dogmatische kwesties alles meende te weten. Tegelijk willen we niet in het relativisme vervallen. Heel duidelijk houden we ons aan het gereformeerde belijden. Dat spreekt niet over alles, maar daar waar het wèl over spreekt, daar weten we ons ermee verbonden. Mag je dan eens met iets experimenteren? Mag iets eens anders gezegd worden? Ja en neen. Er is veel in beweging. Onze jonge mensen moeten mee kunnen. Maar bij het diepste, het eigenlijke van het belijden, zoals de Godheid van Christus, mag geen vraagteken gezet worden. Er is geen andere verlossingsleer. We zullen oog hebben voor variatie.
Wat de verkiezingsleer betreft: let er toch op, dat we die bespreken in het kader van het evangelie! Anders breng je mensen tot wanhoop. We bespreken de verkiezing in belijden en verkondiging binnen het evangelie; bescheiden èn duidelijk.
We zijn ook afkerig van systeemprediking, die klank noch kleur kent. Soms krijg je boeken ter recensie die vlak en grauw zijn.
Brokken maak je naar twee kanten:
- waar de theologie een hobby of een statussymbool wordt;
- dicht daarbij: waar een theoloog zegt: ik heb jouw kritiek niet nodig, want ik ben theoloog. Status ontheft niet van een ernstige discussie. Geen heerschappij van theologen!
- daar waar de gemeente door theologie overvoerd wordt en niet meer aangemoedigd en aangesproken door het Woord zelf.

Dienstbaarheid
Daar ging het twee jaar geleden in de herdenkingssamenkomst in Barneveld over, en ook in ons laatste boek: Luisteren en Leren.
Je hoeft niet alles op de kansel te brengen. Maar:
- echte theologie is altijd theologie van kruis en opstanding; het kruis van de verzoening en de opstanding van het nieuwe leven.
- ze zal ook verootmoedigen en verlevendigen. In de prediking komt de mens op zijn plaats. En God richt ook op.
- ware theologie doet de gemeente smeken en hopen: „bedelen bij de bron" (titel van het proefschrift van dr. A. de Reuver over Kohlbrugge). De theologie zal eschatologisch zijn: vol van hoop op de toekomst.
- Over de grenzen van dit leven en deze geschiedenis leeft ze naar wat God in zijn toekomst tot in eeuwigheid zal doen en zijn.
- ze zal vreugde en verrukking brengen. Je mag blij worden over de levende God! Onderzoeken, doorgeven en praktisch zijn.

Binnenkort komt er weer een boek van theologen uit Kampen (II) (de vrijgemaakte universiteit, K.B.) en Apeldoorn. Daarin zal u treffen, hoe juist ook van vrijgemaakte kant over de noodzaak van de zondekennis wordt gesproken. We zullen blij mogen zijn met zo'n publiek symptoom van ware theologie.

Samenvattend
Een dag eerder belde een journalist. Wat zal uw boodschap zijn? Mijn antwoord was:
1. Wat zou onze kerk zijn zonder een eigen theologische opleiding? Het zou een chaos zijn als in de richterentijd.
2. Weest dankbaar voor een eigen theologische opleiding, voor wat daar aan de gemeenten meegegeven wordt.
3. Weest positief kritisch. Er is een sterke relatie universiteit - theologie - gemeente. U mag kritiek hebben in verbondenheid.
4. Bidt voor ons. Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouw de wonderen uwer wet, Ps. 119:18.
Het is een voorrecht, met een vol hart van deze dingen getuigenis te mogen afleggen.
De voorzitter bracht voorlopig dank. We zongen uit Psalm 135. Prijst de naam van uwen God, 's HEREN knechten hier vergaard.
(Tweede gedeelte volgt).

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Ambtsdragersconferentie najaar 1994: Klein maar fijn (Ambtsdragersconferentie 1994 - Klein maar fijn I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1994

De Wekker | 16 Pagina's