Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De voorbede (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De voorbede (I)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een aantal artikelen houden we ons bezig met de voorbede. De voorbede is een onmisbaar onderdeel van het gebed. In de voorbede zijn we priesterlijk met anderen bezig voor de troon van God. Wat is de waarde en de kracht van de voorbede? Hoe ver reikt de voorbede? Zijn er grenzen aan? Voor wie moeten en mogen we bidden en voor wie misschien niet? Wat is er te zeggen over de verhoring van de voorbede? Hoe gaat God om met onze voorbeden? Wat mogen we van onze voorbede verwachten en wat niet? Hoe functioneert de voorbede in ons gebedsleven? Trekken we de grenzen van onze voorbede te eng of juist te ruim? Kortom: hoe ziet de praktijk van de voorbede er uit en hoe behoort die te zijn volgens de Bijbelse gegevens? Als we over de voorbede schrijven als een Bijbels thema kunnen we niet voorbijgaan aan de voorbede van Christus Zelf. Hij bad voor de Zijnen toen Hij in Zijn vernedering op aarde was en Hij bidt nu in de hemel in Zijn heerlijkheid bij God. Het werk van de voorbede behoort tot Zijn hogepriesterlijk ambt. Ook van de Heilige Geest staat geschreven dat Hij een Voorbidder is. De teksten in de Bijbel hierover vragen om doordenking en (praktische) verwerking.
We hebben te doen met prachtige en boeiende stof! We komen midden in de praktijk van het gebed als onmisbaar en belangrijk deel van het leven der godzaligheid terecht. We hebben ook te maken met tere stof. Er zit een sterk pastorale kant aan het schrijven over de (praktijk van) de voorbede. We krijgen ook met enkele moeilijke vragen te maken.

De voorbede van Christus

De voorbede van Christus in Zijn vernedering
Met de vernedering van Christus bedoelen we de tijd dat Hij bij ons op aarde is geweest. Dus de tijd vanaf Zijn ontvangenis tot aan Zijn sterven aan het kruis. In die tijd heeft Christus het heil van God verkondigd en Hij heeft er gestalte aan gegeven in Zijn daden en wonderen en Hij heeft als Middelaar voor al de Zijnen het heil verworven, dat Hij nu vanuit de hemel uitdeelt en toepast aan al de Zijnen, in alle eeuwen en over de gehele wereld. Hij is daar nog steeds mee bezig en in dit werk neemt Zijn voorbede een belangrijke plaats in. Wat de inhoud van de voorbede van Christus betreft is er geen wezenlijk verschil aan te wijzen tussen Zijn voorbede in Zijn vernedering en nu in Zijn verhoging. We kunnen wel op accentsverschillen wijzen. Christus op aarde heeft voortdurend voor de Zijnen gebeden.

De voorbede voor Simon Petrus en de discipelen
In Lucas 22:31 en 32 lezen we ervan en vooral is te noemen het zogenaamde hogepriesterlijke gebed in Johannes 17. In Lucas 22:31 spreekt Christus Simon Petrus indringend aan. „Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude". Simon was in een uiterst kritieke situatie terecht gekomen. Hij stond op het punt om het geloof te verliezen. De satan heeft begeerd groot geweld op de discipelen uit te oefenen om hen voor altijd van Christus te scheiden en tot blijvend ongeloof te brengen. Het zou de satan gelukt zijn als Christus niet voor Zijn jongeren tussenbeide was getreden met Zijn voorbede bij de Vader. De inhoud van deze voorbede is gericht op de bewaring in en bij het geloof wanneer de satan zijn geweld loslaat op de jongeren in de nacht van het verraad en het gevangen genomen worden van Jezus. Simon Petrus en de andere discipelen hebben het behoud van hun geloof in deze kritieke fase dus enkel te danken aan de gebedsactiviteit van Christus. Christus heeft in dit gebed de Vader gebeden dat het geloof van Simon niet zal bezwijken.
In de voorbede van Christus voor de Zijnen gaat het dus om bewaring. Om bewaring van het werk van God in hen, om bewaring in en bij het geloof. Tegenover de macht van het vlees in ons, tegenover het geweld en de praktijken van de satan, tegenover het zondigen van de gelovigen stelt Christus Zijn voorbede bij de Vader. In al de teksten die spreken over de voorbede van Christus, staat deze bewaring centraal.

Johannes 17
Heel duidelijk blijkt dat uit Johannes 17. Christus bidt om de bewaring en de heiliging van de Zijnen in de wereld. Christus gaat uit de wereld weg naar de Vader. De Zijnen blijven in de wereld achter. In de wereld stuiten zij voortdurend op het werk van de boze en in verband daarmee op de haat van de wereld. Ze kunnen niet uit de wereld weggaan. Hun plaats en taak is in de wereld! De wereld is het machtsgebied van de boze. Omdat de discipelen niet uit de wereld zijn, maar uit de waarheid van het Evangelie zijn geboren, zal de wereld hen niet accepteren. De wereld als invloedssfeer van de boze kent de waarheid niet en haat de waarheid. Daarom haat ze allen, die uit de waarheid zijn en die haar de waarheid voorhouden en voorleven. De gelovigen leven midden in de wereld uit en met het Evangelie van de waarheid. Dat levert allerlei gevaren en spanningen op. Als er geen bijzondere bewaring door de Vader was, zouden de gelovigen op aarde bezwijken. Ze zouden ongehoorzaam worden aan hun opdracht om in de wereld van het Evangelie te getuigen en ze zouden de tegenwoordige wereld weer lief krijgen. Toen Christus bij Zijn jongeren op aarde was, heeft Hij hen bewaard in de Naam van de Vader (vers 12). Nu Hij uit de wereld overgaat tot de Vader, draagt Hij de bewaring van allen, die de Vader Hem gegeven heeft, aan de Vader Zelf op. Door de voorbede van Christus wordt de bewaring van de gelovigen in en van de wereld gemaakt tot een werk van de Vader Zelf. Hieruit blijkt de volstrekte eenheid van het werk van de Vader en de Zoon. Deze voorbede van Christus om bewaring van Zijn gemeente in de wereld is bijzonder troostvol.
De bewaring in de wereld als inhoud van de voorbede van Christus krijgt een nadere invulling doordat Christus bidt: „Heilig hen in Uw waarheid", vers 17a. Er kan geen bewaring zijn zonder heiliging in de waarheid. De waarheid is het Woord van God. Bewaring voor de boze gaat altijd samen met deze heiliging in de waarheid. Deze verbinding mag ons niet ontgaan. Heiligen betekent hier zoveel als afzonderen: de gelovigen leven afgezonderd van de wereld en haar praktijken. Zij hebben neen gezegd tegen de leugen en de dwaling in de wereld. Dat neen kunnen ze slechts volhouden door zelf uit de waarheid te zijn. Er is inderdaad een geweldige afstand tussen de wereld en de kerk. Toch staat deze afzondering niet op zichzelf. Het gaat niet om het afgezonderd zijn als zodanig. Dat zou een onvruchtbaar isolement betekenen. De heiliging in de waarheid betekent ook dat Christus bidt om de toerusting van de Zijnen voor hun taak in de wereld. Ze zijn door Christus gezonden in de wereld om van het Evangelie te getuigen en in goede werken gestalte te geven aan het Evangelie. De bewaring omvat dus het aspect van het afgezonderd zijn van de wereld en dat heeft als positieve bedoeling dat de gelovigen met en uit het Evangelie in de wereld zullen leven en dienen. Zij zijn de mensen van de waarheid. Jezus' voorbede tot de Vader voor de Zijnen in Johannes 17 is dus ook een gebed om de toerusting van de discipelen voor hun zending in de wereld. De wereld wordt in de voorbede van Christus geen moment uit het oog verloren. Dat heeft ons vandaag ook het nodige te zeggen. Afgezonderd zijn van de wereld en tegelijk gericht zijn op de wereld: dat is de blijvende spanning voor de kerk op aarde. De kerk is naar Johannes 17 geen schuilkerk. In deze spanning komt de voorbede van Christus de kerk te hulp. De toerusting zal plaats vinden door de Heilige Geest. En de Geest doet de kracht tot de dienst van de waarheid in de wereld vinden in het Woord van God. Dat is de waarheid.

Een volgende keer verder

Ter overweging:
1 Is de voorbede een extra in of vast onderdeel van het gebed?
2 Wat is de betekenis van Jezus' woorden in Lucas 22:31 dat de satan zeer begeerd heeft de discipelen te ziften als de tarwe?
3 Verlangt de duivel dat vandaag nog met het oog op de gemeenten en onszelf?
4 Hoe is in Johannes 17 het verband te leggen tussen Christus' voorbede om bewaring en heiliging van de Zijnen?
5 Wat is de betekenis van het geheiligd zijn in de waarheid? Welke twee kanten zitten daaraan?
6 Samenvattend: wat is het goede isolement van de kerk in de wereld en wat het verkeerde isolement?

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1994

De Wekker | 16 Pagina's

De voorbede (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1994

De Wekker | 16 Pagina's