Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dankdag en Gods werk van alle eeuwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dankdag en Gods werk van alle eeuwen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hagar
Eerst maar even een kleine toelichting op de aanleiding tot wat ik in dit stukje schrijven wil.
Bij de voorbereiding van een serie preken over Abraham - ja, ook in het verpleeghuis houd ik mijn preken graag in een serie - was ik zo rondom de tijd van de Dankdag voor het gewas aan Genesis 16 toe, dat is dus de geschiedenis van Abram en Hagar.
U weet, Abram heeft al tien jaar gewacht op de vervulling van de belofte, dat hij een zoon zal hebben. Zijn naam is nog niet in Abraham veranderd. Het lijkt er niet meer op, dat Sarai ooit nog een kind zal krijgen. En dan komt Sarai met de oplossing, dat de familie voortgezet zal worden via de schoot van een slavin, Hagar. Dat was een manier van doen, die in die tijd niet ongebruikelijk was en niemand zag daar iets kwaads in.
Maar toen Hagar merkte dat zij zwanger was, voelde zij zich hoger dan haar mevrouw; die werd kwaad, gaf Abram de schuld en die gaf haar toestemming om die meid op haar nummer te zetten. Wat die vernedering inhield is niet bekend, maar Hagar vluchtte weg, de woestijn in in de richting van Egypte waar ze vandaan kwam en ze werd door „de Engel des HEREN" naar Sarai teruggestuurd. En dan komt het. Gij zult uw zoon Ismaël noemen, want de HERE heeft naar uw ellende gehoord. Het blijkt, dat met „de Engel des HEREN" God Zelf bedoeld wordt. Ook Hagar moet weten, dat God haar niet overslaat. Haar zoon zal wel „een woudezel van een mens" worden, een wilde ezel die zich niet wil laten temmen, maar dat neemt niet weg, dat God ook naar hem zou omzien, zoals Hij ook naar Hagar heeft omgezien. En daarom noemde men sinds die tijd de put, waar Hagar gezeten had: Lachai-Roï: de put van mijn leven, van Hem die naar mij ziet. Een wonderlijke geschiedenis.
De HERE God gaat met Abram, later Abraham, niet een weg die regelrecht naar het doel leidt, naar het grote volk. Daar zijn zijwegen. Daar is Egypte, daar is de verovering van Sodom en de bevrijding van Lot, daar is Ismaël, daar is de vraag, welke wegen een mens moet gaan om in de weg van God te blijven. Daar is Gods leiding, die ook niet langs rechtlijnige wegen gaat. Dankdag En zo kom ik op de

Dankdag
In een tijd van industrie, kapitalisme, secularisatie en rampen kun je het daar moeilijk mee hebben. Waar is Gods leiding in het mensenleven, in het wereldleven?
Wij zien zo graag de duidelijke leiding van de HERE God in ons leven lopen. Heel dikwijls kan dat niet. Er is een wirwar, waarin we verstrikt dreigen te raken. En dan ga ik er nog maar van uit, dat we ons aan de God van het verbond hebben leren overgeven. Want ook dat spreekt niet vanzelf. Maar een mens kan erg van het goede spoor afraken, of helemaal het spoor bijster zijn, zoals dat dan heet.
Kijk eens, Gods werk met Abram liep niet via Hagar, maar via Sara. Dat had op zichzelf ook nog wel gekund. Gods belofte van Genesis 15 was, dat het zijn lijfelijke zoon zou zijn, maar dat het via Sara zou zijn was strikt genomen niet beloofd. Met andere woorden: Je kunt het Abram niet kwalijk nemen wat er in Genesis 16 gebeurde, al laat de schrijver goed merken, wat Gods weg dan wèl was.
Het tweede is, dat God Hagar niet overslaat. De slavin is bij Hem niet veracht. De HERE heeft naar uw ellende gehoord. Dat is toch een evangeliewoord, dat de hele Bijbel door blijft klinken? En Hagar heeft bij die put een openbaring van de levende God gekregen, waardoor die put zijn naam gekregen heeft: put van het leven, bron van het aanzien. Aanzien, aankijken. Keek Hagar naar God? Of keek God naar Hagar om? Zij zegt: Heb ik hier ook omgezien naar Hem, die naar mij ziet? Dat is toch het hele evangelie? Wat die Hagar voor een meisje geweest is en hoe het verder met haar gegaan is, daar weten we alleen maar van wat er in hoofdstuk 21 staat, maar dat hindert ook niet.
In Abrams huis is zij met de levende God in aanraking gekomen. Ja, ik weet wel wat er in Galaten 4 staat, maar daar staat het in een heel speciaal verband. Hier zeggen we alleen maar: Lachai-Roï, mijn leven en Hij die naar mij omziet. En ik had naar Hem niet omgezien. Hier is een begin van een dankdag. En dat ten opzichte van een volk, dat later altijd problemen zou opleveren in de verhouding tot Israël. „Zijn hand zal tegen allen zijn en de hand van allen tegen hem". Ismaël. „God hoort"; een prachtige naam. Een naam die zijn oorsprong vindt in de conflictsituatie rondom zijn geboorte en die daarna nog versterkt is bij de vlucht van Ismaëls moeder. En die Ismaël is de stamvader van de Arabieren. En dan zijn wij, vandaag, aangekomen bij de jarenlange conflictsituatie tussen Joden en Arabieren, tussen Israël, de PLO, Jordanië en Syrië. Toevallig? Of altijddurend sinds Ismaël en Izaäk?
Er behoeft geen conflict tussen Ismaël en Izaäk te bestaan. Ze hebben destijds samen hun vader Abraham begraven. Izaäks zoon Esau is nog met een dochter van Ismaël getrouwd. Maar de verhouding is altijd moeilijk gebleven, evenals de verhouding tussen Esau en Jakob.
En toch is Gods werk doorgegaan. Als je de hele geschiedenis van Abraham, Izaäk en Jakob bekijkt, zeg je: Hoe is het mogelijk? En toch krijgen we nu ineens een andere kijk op het werk van God in de wereld. Dat loopt niet via paadjes, die goed te volgen zijn. God gaat zijn ongekende gang. Maar Hij regeert. Er valt en er viel Dankdag te houden. Omdat de HERE reageert. Zijn koninkrijk staat vast.
En Gods weg loopt via Abraham, Izaäk en Jakob, via Juda en David naar de Christus. Met de Joden en ondanks de Joden. En sommige Arabische mensen wonen vandaag dicht bij ons, of wij bij hen. God slaat hen niet over. Abraham heeft een tijdlang gedacht: Zou Gods weg met mij soms via Ismaël lopen? „Och, mocht Ismaël voor uw aangezicht leven!". Maar Gods leiding in de geschiedenis loopt via Izaäk en zo via Christus, Gods Zoon, Davids zoon. En zo worden alle geslachten met en in Hem gezegend.
Dankdag houden, dat mocht omdat Jezus leeft en aan de rechterhand van zijn Vader regeert. Daarom is het goed en daarom komt het goed.

Beloften
Bij wijze van aanhangsel ga ik tenslotte even in op een vraag, die mij via via bereikt, nl. via een reactie in „Het Zoeklicht" op een artikeltje enige tijd geleden, waarin ik de aandacht voor Israël vroeg en tegelijk erbij schreef, dat ik heel terughoudend sta tegenover de gedachten van vervulling van Gods beloften in de staat Israël. De vraag was, wat ik daar dan wèl in zie?
Nu ga ik daar niet over schrijven. Er is uitvoerig over geschreven door de hoogleraren Oosterhoff en Versteeg en ik sluit mij daar vrijwel bij aan. Zij laten heel veel open, maar wijzen op de nieuwtestamentische vervulling in Christus.
En ik zeg: Als je het hele Nieuwe Testament leest, dan zie je op bijna elke bladzijde op welke manier het Nieuwe Testament spreekt over de vervulling van de beloften. Voor deze gelegenheid wijs ik heel graag op wat Paulus gezegd heeft in Hand. 26 over zijn plaats en werk: „En nu sta ik voor het gerecht om mijn hoop op de belofte, die door God aan onze vaderen gedaan is; welke onze twaalf stammen, door voortdurend nacht en dag God te vereren, hopen te bereiken.
Om deze hoop, o koning, word ik door Joden aangeklaagd." U ziet, dat het Paulus in heel zijn prediking ging om de vervulling van de beloften en van de hoop van het Oude Testament. Hij zei niets anders dan wat de profeten en Mozes gesproken hebben (Hand. 26:22). In Rom. 1 staat, dat het evangelie van tevoren door Gods profeten in de heilige Schriften beloofd is, aangaande zijn Zoon. Wat Rom. 11 betreft, moesten we al lang weten, dat er in Rom. 11:26 niet staat: Daarna zal gans Israël behouden worden, maar: Aldus zal gans Israël behouden worden. Aldus betekent: op deze manier. Ik weet wel, dat sommigen het „aldus" uitleggen als „daarna", maar dat is niet mijn gedachte. Ik denk dat „aldus" betekent: op de manier van het zalig worden van Joden èn heidenen; hoevelen, dat weet ik niet en welke plaats de staat Israël daarin inneemt weet ik ook niet. In mijn boek „Moed voor de kerk" ben ik op deze dingen ook ingegaan en ik heb daar met veel teksten uit het Nieuwe Testament laten zien, hoe overvloedig het Nieuwe Testament spreekt over de vervulling van Gods beloften in Christus. Het is ook wel bekend, dat nog al wat orthodoxe Joden in de staat Israël allerminst een vervulling zien van messiaanse profetieën.

Jos Strengholt zei in een interview in „Koers": „Wel eens in een kerkdienst met christen-Arabieren geweest?" Vergeet ze niet. Israël zoals wij het kennen is een wereldlijke staat, die democratisch wil zijn op een westerse manier. De meeste Joden wonen in de Verenigde Staten.
Wil ik niet opletten op Gods werk in de geschiedenis van vandaag?
Heel graag. Wil ik in een handomdraai de geschiedenis van bijna vijftig jaar staat Israël afdoen? Allerminst. Maar ik wil in alle eenvoudigheid, zou ik haast zeggen, de vervulling van de oudtestamentische profetieën in Christus en zijn wereldwijde werk zien, eerst geconcentreerd, later uitwaaierend naar alle volken. In u, Abram, zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. En wat de HERE God met de staat Israël wil doen, dat zullen wij met gespannen aandacht volgen, met Paulus biddend om Israëls behoud.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1994

De Wekker | 16 Pagina's

Dankdag en Gods werk van alle eeuwen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1994

De Wekker | 16 Pagina's