Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dominee in de kerkbank

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dominee in de kerkbank

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Komt meer voor dan vroeger
Doordat mijn eigen predikantswerk sinds een aantal jaren veranderd is, kom ik meer dan vroeger in aanraking met het verschijnsel, dat de dominee niet preekt maar in de kerkbank zit. Ten eerste overkomt het mijzelf een enkele keer, dat ik niet behoef voor te gaan. Dan kan ik naast mijn vrouw in de kerkbank zitten.
Ten tweede gebeurt het meer dan eens, dat ik ergens als preker te gast ben en voorga, dat er een collega in de kerk zit, soms de eigen dominee, soms een die in de buurt is en vrij heeft.
Dat kwam vroeger zeer zelden voor. Er waren zo veel vacatures, dat de dominees het niet in hun hoofd zouden halen om een zondag niet te preken, want dat was echt onverantwoord. Zelf heb ik dat ook vrijwel nooit anders gedaan, afgezien van enige vakantieweken, die dan meestal in het buitenland doorgebracht werden. Er zijn wel collega's die ook in het buitenland een dienst, of wat ongeveer een dienst moet heten, leiden. Zelf heb ik daar ook wel eens aan meegedaan, als ik vond dat ik er niet onderuit kon. Ik heb ook wel eens een collega horen zeggen, dat hij geen zondag mocht overslaan om te preken, omdat dat tot zijn roeping behoorde en hij het tegenover zijn Zender niet zou kunnen verantwoorden om, ook in de vakantie, eens niet te preken. Ik denk niet, dat er velen zijn, die zo ver gaan.
Ja, vroeger kwam het, door de vele vacatures, niet voor, dat je je vrije zondagen niet in een gemeente besteedde. Maar dat is bij de jongere collega's wel veranderd. Ik weet het natuurlijk niet van alle, maar van een aantal bemerk ik dat ze zeggen: Als ik een vrije zondag heb, heb ik ook een vrije zondag en vind ik het heerlijk, eens niet te hoeven preken. Soms zei ik tegen één: Wat doe ik hier, ik kom er voor rijden, en jij bent hier! Nee, zei hij dan, laat mij maar komen luisteren. En werkelijk, er zit iets in.
Ik heb me wel eens afgevraagd, hoe het komt, dat er tegenwoordig zo heel veel dominees meer zijn dan vroeger, en dat het voor preekvoorzieners nog altijd moeilijk is om de zondagen „vol te krijgen". Het zal wel voor een deel daaraan liggen, dat vooral jongere collega's soms eens niet preken.

Heilzaam
Ik merk aan de (weinige) keren, dat ik met mijn vrouw in de kerkbank kan zitten, hoe goed dat is.
Vanouds is er gezegd, dat dominees niet kunnen luisteren. Ik denk dat daar veel van waar is. We hebben het sinds we de kansel ontsloten kregen niet meer zo geleerd, of liever we hebben het afgeleerd. Maar ik merk een paar dingen.
Het eerste wat me opviel is, dat het zo gezellig is, als ik dat woord hier mag gebruiken. Je zit gezellig tussen het geroezemoes van binnenkomende mensen, van ouderen en kinderen, van mensen die even vragen hoe het gaat. De gemeente komt samen. Mensen die anders elkaar allicht niet zouden opzoeken en zeker elkaar niet hebben uitgezocht. Je behoort bij een gemeenschap. Dat missen vele anderen, die niet of nooit of niet meer naar de kerk gaan.
Het tweede is, dat je als dominee weer moet leren om stil te zitten. Dat vind ik echt moeilijk. Ik kreeg weer respect voor die vele mensen, die echt getrainde kerkgangers zijn en die dat ook zondagmorgen op zondagmorgen, zondagmiddag op zondagmiddag doen. De lichamelijke oefening is hier ook geestelijke oefening.
In andere kerken hoor je wel eens van kerkeraadsleden, die ook niet naar de kerk gaan als ze die zondag geen dienst hebben. Je hoort ook wel eens van dominees, die niet naar de kerk gaan als ze geen dienst hebben. Dan is de kerkdienst een plicht, waarvan je ontslagen bent als je niet aan de beurt bent, net alsof je niet altijd aan de beurt bent. Stilzitten en meedoen. Je geven in het gebed en het lied en in het geven. Dat laatste is een punt apart. Wie naar de kerk gaat is gewend om geld bij zich te hebben, of een collectebon, maar die heb je ook betaald. Ook je vrouw heeft geld bij zich. Maar de dominee niet. Daar moet je echt op rekenen als je meegaat naar de kerk! Ook een kwestie van discipline! En van een besef: je hebt wat over voor de dienst van God!
Als je rondpreekt zoals ik nu veel doe, ben je gewend om geld te krijgen, op je giro wel te verstaan, en dat vind je gewoon. En ik zeg ook niet dat het niet zou moeten. Maar geld meenemen naar de kerk, dat moest ik echt weer bedenken! Goed als je een vrouw hebt! En dan natuurlijk het luisteren naar andermans preek.
„Dominees kunnen niet luisteren". Wat heilzaam, onder de bediening door een collega aanwezig te zijn.
Die pakt een preek anders aan dan jij. Op zijn minst twee mogelijkheden: Of je gaat zitten denken: Dat zou ik zo of zo gedaan hebben, of je laat het woord van de collega over je komen als het Woord van God. Dat laatste moet je doen. Als kerkganger. Als schaap van de kudde. Je hebt voedsel en leiding nodig. Zeker, als je zelf preekt, preek je ook voor jezelf, preek je ook naar jezelf toe, maar het is heel goed dat je openstaat, ontvankelijk bent voor de manier, waarop die ander het brengt.
Het fijnst vind ik het eigenlijk, als die ander een totaal andere manier van preken heeft dan ik zelf heb. Dan hoef ik al helemaal niet te vergelijken. Het is goed, als schaap, als zondaar, als zwak gelovige, het Woord Gods te mogen ontvangen, op te eten, erdoor aangespoord en bemoedigd te worden.
Op zaterdag 1 april gaat de ambtsdragersconferentie over de vraag, of we als kerkgangers, als ambtsdragers, in de prediking werkelijk Gods Woord, Gods boodschap, mogen horen. Of we niet op positieve en negatieve kanten van de man op de kansel behoeven te blijven letten, maar in zijn nederige taak werkelijk de Here Jezus Christus Zelf mogen ontmoeten. Kijk, dan mag je met een open hart komen drinken uit de waterbronnen van het heil.

Zelfonderzoek
Dat hebben we allemaal nodig. Maar voor dominees is er een speciaal kantje aan. Je hoort vaak dominees zeggen: Ik doe niets liever dan preken. Prachtig en heerlijk. Ik versta het ook. Maar, maar. Zou diezelfde dominee ook kunnen zeggen: Ik zit ook graag in de kerk? Oudere dominees kunnen het preken niet laten. Maar voor ieder, als hij althans nog gezond genoeg is om mee te gaan, komt er een tijd, dat de preekstoel niet meer voor je open moet gaan, en dat je echt weer gemeentelid, kerkganger als het kan, luisteraar, wordt. De ouderdom heeft allerlei gevaren, ook dit gevaar, niet op te kunnen houden.
Als ik zo graag preek, wil ik dan ook onder ogen zien, dat ik moet luisteren? Misschien hebben jonge collega's nu juist van die vraag niet zo veel last, gelukkig maar.
Ik verzeker u, dat ook de oudere predikant uiteindelijk niets anders zal kunnen zeggen dan: O God, wees mij, zondaar, genadig. Gelukkig als hij weet, dat Hij dat ook is. Door Christus, die ons leven is.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1995

De Wekker | 16 Pagina's

De dominee in de kerkbank

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1995

De Wekker | 16 Pagina's