Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De idee van een federatie (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De idee van een federatie (IV)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een artikel uit de kerkorde
In onze kerkorde herinnert een artikel aan de mogelijkheid om door middel van correspondentie uitdrukking te geven aan de eenheid van de kerk in bijzondere omstandigheden. Artikel 48 luidt in de oude versie als volgt: „Het zal aan elke synode vrijstaan, correspondentie te verzoeken en te houden met haar genabuurde synode of synodes in zulk een vorm, als zij meest profijtelijk achten zullen voor de gemene stichting".
Het artikel is vastgesteld in deze vorm door de synode van Dordrecht (1618/ '19). We weten dat de gereformeerde kerk in ons land de kerkelijke eenheid tot openbaring wilde brengen door middel van de generale synoden. Deze kwamen tot stand doordat men de classicale vergaderingen machtigde om afgevaardigden te zenden naar de particuliere of provinciale synodes, die op hun beurt weer de afgevaardigden kozen naar de generale of nationale synode.
Het is dit systeem dat vandaag nog in de meeste kerken van gereformeerde signatuur wordt gehanteerd. Ook bij ons gaan de kerkelijke zaken nog steeds langs deze weg.

Moeite met de overheid
Maar wat voor ons op dit moment normaal is, bleek in de zestiende eeuw op verzet van de overheid te stuiten. De synode van Middelburg bepaalde in 1581 dat er na drie jaar weer een dergelijke vergadering zou worden gehouden. Maar de overheid hield de boot af.
De Staten van Holland met Oldenbarneveld aan het hoofd waren min of meer beducht voor een boven-provinciale eenheid, die bedreigend zou kunnen werken voor de nationale eenheid. Daarom vertraagde de overheid het houden van een synode. Eerst in 1586, onder de graaf van Leicester kwam er weer een synode. Deze was voorlopig de laatste aangezien de overheden bevreesd waren voor het houden van een nationale synode. Het zou tot 1618 duren voordat weer een kerkelijke vergadering in deze samenstelling kon worden gehouden. En toen deze voorbij was, was het ook uit. Er is geen nationale synode meer gehouden tot 1816, zo men wil. Want ook dit jaartal is nog niet dat van een echte synode. Er kwam een door de koning benoemd bestuur bijeen.
Het zou tot 1836 duren voordat er weer een vergadering werd gehouden die met enig recht een generale synode zou kunnen worden genoemd. We doelen op de synode van de nog kleine afgescheiden kerk, die in dat jaar in een suikerpakhuis te Amsterdam vergaderde. Gedurende twee eeuwen was de gereformeerde kerk in Nederland voor wat haar zichtbare eenheid aangaat, slechts te vinden in de provinciale synoden.

Niet de meest ideale toestand
En ook daarvoor is de term „eenheid" eigenlijk nog te fraai en wel om twee redenen.
Ten eerste had iedere provincie een eigen signatuur. Het kerkelijke leven ontwikkelde zich in Friesland op een andere wijze dan bijvoorbeeld in Zeeland. In de laatste provincie mocht, om maar iets te noemen, lange tijd niet eens een provinciale synode bijeenkomen. De kerken kwamen wel in classicale vergaderingen samen, maar een meerdere vergadering was door de overheid verboden.
Ook in andere opzichten onderscheidde zich het kerkelijke leven in Zeeland van de andere provincies. Deze stuurden wel, wanneer dit mogelijk was, van tijd tot tijd afgevaardigden naar elkanders synoden. Maar daaraan namen ook weer niet alle provincies deel. Ook Drenthe hield zich afzijdig. Daarom was de eenheid, die op deze manier werd onderhouden zeer gebrekkig.
Daar kwam vanzelf bij, dat het middel van „correspondentie" met behulp van enkele afgevaardigden naar elkanders synoden, op zichzelf al onvolkomen was. Men zond elkaar weliswaar geen brieven maar onderhield de band door middel van gedeputeerden. Deze hadden een „deliberatieve" stem, hetgeen er op neer kwam dat zij slechts konden deelnemen aan de bespreking, maar bij de stemming zich moesten onthouden. Hoe begrijpelijk dit ook mocht zijn, het was niet een excellent middel om werkelijk de gemeenschap van de kerken in Nederland te weerspiegelen.
Algemeen werd dit ook wel zo aangevoeld. Toch werd van dit middel gebruik gemaakt om aan de verschillende provinciale kerken de mogelijkheid te bieden om tot een gemeenschappelijk beleid te komen. Er zijn gevallen bekend, die blijk gaven dat men elkaar niet in de steek liet, bijvoorbeeld bij moeilijke leerkwesties, of bij het bestrijden van het conventikelwezen, dat aan de plaatselijke kerken zo veel zorg bracht.

Wat kunnen we ons er bij voorstellen?
Wanneer we aan deze situatie denken kunnen we de term federatie wel gebruiken om aan te geven, dat de eenheid van de kerken onder moeilijke omstandigheden toch werd nagestreefd door dit middel. Men kon op deze wijze samen overleggen wat er te doen stond inzake de bijbelvertaling, inzake de psalmberijming en ook met betrekking tot de controle van het synodaal archief. Het instituut van de correspondentie bleek in deze tijd te functioneren als middel om de eenheid van de kerken te bevorderen. Het was niet het ideale middel, maar het werkte wel.
We hebben deze voorbeelden naar voren gehaald om althans iets voor de geest te krijgen, wanneer ook vandaag weer de idee van een federatie tussen de kerken wordt gelanceerd, om op z'n minst toch iets te doen aan de bevordering van kerkelijke eenheid. Ook in het verleden is in deze richting wel gedacht.
We denken nu niet aan het dilemma dat op dit moment in de Hervormde Kerk speelt, waar men gedwongen wordt tot kiezen tussen een fusie of een federatie. Het is begrijpelijk, dat de voorkeur van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk uitgaat naar de idee van een federatie. Deze biedt immers ruimte aan de plaatselijke gemeente om voorshands haar eigen signatuur te blijven veilig stellen. Binnen het proces van het Samen op Weg is dit inderdaad ook in ons oog de enige weg, die een consolidatie van het gereformeerde element in de Hervormde Kerk kan bieden. Maar we vergeten niet, dat de constellatie in de Hervormde Kerk, wanneer het gaat om de gedachte van een federatie een andere is, dan die welke daar buiten wordt aangetroffen.

Toenadering gewenst
De vraag die ons tot nu toe bezig hield is deze, of wij in de gewenste toenadering van de kerken winst zouden kunnen doen met de gedachte van de federatie.
Ik spreek over de gewenste toenadering tussen kerken van gereformeerd belijden, die als zodanig elkaar ook herkennen en dit hebben uitgesproken.
Onze eigen synode heeft sinds de tweede wereldoorlog vrijwel herhaaldelijk aangedrongen bij de kerken om de weg van de eenheid biddend te zoeken en te betreden. Men behoeft de Acta van de synodale vergaderingen maar in te zien, om van dit laatste overtuigd te worden.
Men kan het als vrucht van dit gebed zien dat er inderdaad op het „grondvlak" op verscheidene plaatsen sprake is van toenadering. Ook al laat deze zich niet overal aanwijzen, er is wel terdege sprake van zo'n toenadering.

Wachten tot iedereen dit inzicht deelt?
Men zou kunnen betreuren dat zij niet over de hele linie plaats vindt. Eveneens zou men kunnen klagen over het feit, dat de toenadering niet plaats vindt tussen alle kerken van wat zich gaarne de gereformeerde gezindte noemt. Dit neemt toch niet weg, dat de kwestie soms urgent wordt: hoe nu verder.
Zou men inderdaad willen wachten totdat al onze kerken voor de gedachte van kerkelijke eenheid van alle gereformeerden gewonnen zijn, of ook op het moment willen hopen dat alle gereformeerden van deze landen even zeer begerig zijn om elkaar te zoeken, dan zou iedere maatregel die nu werd genomen te vroeg kunnen lijken.
Maar is dit noodzakelijk? Kan een streven, waarvan een groot deel der kerken in het voetspoor van een niet gering aantal synodes van onze kerken, heeft te kennen gegeven, dat het geheel in overeenstemming is met Schrift en belijdenis, ten nadele van de kerken strekken?
Indien men overtuigd is, dat het gaat om een eenheid naar Schrift, belijdenis en kerkorde, dan kan dit zoeken ook voor de eigen kerken slechts winst betekenen. Immers wij allen zijn gebaat bij een schriftuurlijk, confessioneel en kerkordelijk leven.
Maar indien het blijkt dat er onder deze vele gereformeerden wél sprake is van een eenheid in Schrift en belijdenis en indien er metterdaad een hartelijke overtuiging is, dat de weg naar kerkelijke eenheid eis is van de Schrift, dan is die weg niet terstond open. Dan zal er veel geduld, veel liefde en wijsheid nodig zijn, om die weg te gaan en om werkelijk al de broeders samen op die weg te zien.

Voorbeelden voor het grijpen
En binnen déze situatie dient zich dan als vanzelf de idee van een federatie aan. We zagen dat die in de Schrift reeds te vinden is.
Wat was de eenheid van het volk van Israël anders dan een federatief verband van alle stammen, zodat men naar buiten als één volk kon optreden. Wat was de eenheid der gereformeerden in de tijd van de Reformatie anders dan een gemeenschappelijke overtuiging, die zich veelal op de wijze van een federatie liet tot uitdrukking brengen.
En, om niet meer te zeggen, wat was de hooggeroemde eenheid van de Nederlandse Gereformeerde Kerk in de zestiende en zeventiende eeuw anders dan een federatieve unie. Zij gold de provinciale kerken. Zij was niet het hoogste ideaal, ik geef het toe. Maar onze vaderen waren van overtuiging dat soms het beste een vijand kan zijn van het goede.
Men dient werkelijk te erkennen dat het eigenlijke ideaal veel en veel hoger lag. Men wist van de éne kerk van Christus in deze landen. Men beleed die eenheid. Maar nu zij, door van buiten komende factoren niet kon worden verwerkelijkt, nu nam men genoegen met het goede, in de hoop dat het beste eenmaal zou komen. Zo zou men ook vandaag die gedachte kunnen gaan hanteren.
De vraag is slechts of wij, in het huidige tijdsgewricht aan de omstandigheden het recht mogen ontlenen, om te denken in de richting van een federatie van die kerkverbanden of federaties, die elkaar rond de Schrift, belijdenis en de kerkorde reeds naar eigen uitspraak hebben mogen herkennen. Wat te denken van de idee van een federatie van federaties, als een stadium op weg naar de eenheid van allen die werkelijk gereformeerd begeren te zijn?

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1995

De Wekker | 16 Pagina's

De idee van een federatie (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1995

De Wekker | 16 Pagina's