Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„...Wat gaat het u aan"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„...Wat gaat het u aan"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Indien Ik wil dat hij blijft, totdat Ik kom, wat gaat het u aan?" Joh. 21:22

Petrus heeft zijn les geleerd. Na de opstanding van Christus heeft hij tot drie maal toe zijn liefde tot de Heiland betuigd. „Hebt gij Mij lief?" Het was de vraag die leidde tot het ambtsherstel van Petrus.
Daarna heeft de Here zijn discipel betuigd op welke manier hij in zijn sterven God verheerlijken zou. „Toen gij jonger waart, gordet gij uzelf en gij gingt waar gij wildet, maar wanneer gij eenmaal oud wordt, zult gij uw handen uitstrekken en een ander zal u omgorden en u brengen waar gij niet wilt".
Vervolgens riep Christus zijn apostel opnieuw in de navolging. Dat betekende allereerst dat Petrus achter de Heiland moest aankomen. Hem niet vooruitsnellen of voor de voeten lopen. Het betekende ook dat hij een leerling moest zijn die het evangelie van Christus moest indrinken met volle teugen. En het hield eveneens in dat Petrus in de voetstappen van Christus moest gaan. Hem als voorbeeld diende te beschouwen, zelfs tot aan zijn eigen kruis.
Men zou zeggen dat Petrus op die manier de handen vol had. Na zijn belijdenis van hartelijke liefde tot Christus, herstelde de Here hem in het ambt. Riep Hij hem opnieuw om leerling te zijn. Christus heeft zijn leven getekend en zijn sterven voorzegd.
En nog maar nauwelijks is Petrus weer tot de navolging geroepen, of hij gaat zijn boekje te buiten. Hij keert zich om, ziet Johannes en wil zijn nieuwsgierigheid bevredigd zien: Wat zal er met Johannes gebeuren? Hoe zal deze discipel die Jezus liefhad, mogelijk méér dan Petrus, het er af brengen?
Zal hij ook straks de handen moeten uitstrekken om gevangen te worden en gedood? Zal een ander hém ook leiden naar een plaats die hij niet wilde? Zal hij ook tot het martelaarschap worden geroepen en getuige moeten zijn van zijn Heiland? „Here, maar wat zal met dezen gebeuren?"
Het is een vraag van nieuwsgierigheid. Is dat verkeerd? Mag men onder discipelen geen belangstelling tonen voor het levenslot van een broeder of zuster? Mag men niet vragen naar iemands heden en toekomst? Gebeurt het onder ons niet al te weinig?
Wij gaan soms zo op in eigen vragen en zorgen, dat we de vragen van onze naaste, onze broeder of zuster, laten liggen. Dat is niet te prijzen. Het is een teken van de kleinheid van de kring waarin ons leven zich afspeelt, van de beperktheid van onze waarneming. Het kan zelfs een teken zijn van een egocentrische levenshouding, die men zelfs onder de kinderen van God aantreft.
Zulks moet gelaakt worden. Oprechte en onbaatzuchtige belangstelling moet een kenmerk zijn van de gemeenschap der heiligen. Christus zelf is ons daarin voorgegaan. Ook in dit spoor hebben wij Hem te volgen. Maar wat Petrus vraagt berust op een nieuwsgierigheid, die niet ontstaat uit de onbevangenheid waarin het verkeer onder broeders plaats vindt. Petrus vraagt in zekere zin naar de gelijkheid onder broeders, hij droomt van een geforceerde eenheid.
Wat voor Petrus geldt behoeft allerminst voor Johannes op te gaan. De Here is volkomen vrij om de een langs deze, en de ander langs een geheel andere weg te leiden. Als Hij het wil, wie zal Hem daarin bedisselen? Wanneer Hij voor het ene kind van God deze weg verkiest en voor een ander een geheel verschillende, wie zal dan zeggen: Wat wilt U toch? Waarom moet mijn leven zo geheel verschillen van dat van een ander? Dat vragen getuigt van een vorm van eigenwilligheid, die zich moeilijk laat rijmen met het „Uw wil geschiede".
Laten we deze les leren: „Indien Ik wil ... wat gaat het u aan?"
Dat betekent helemaal niet dat het lot van onze naaste in het Koninkrijk van God ons koud zou laten. „Ben ik mijns broeders hoeder?", hoort in de gemeente van Christus niet thuis.
Maar omgekeerd mag het nimmer ons streven zijn, om de Here de weg voor te schrijven en daarbij te zeggen, dat een ander minstens zo veel moet hebben doorgemaakt als wij. De Here is recht in ál zijn weg en werk.
Slechts komt het op twee dingen aan. Het eerste is dat er liefde mag zijn tot de Here en zijn dienst. Petrus kon zeggen: Here, Gij weet alles van mij. Gij weet dat ik U liefheb.
Johannes was de apostel der liefde. Beide, Petrus en Johannes hebben in dit punt elkaar verstaan. Het was omdat Hij hen eerst had liefgehad. Daar ligt immers het geheim. Onze liefde kan nooit anders dan wederliefde zijn.
Het tweede dat hier van belang is, is dat het leven een getuigenis is. Petrus werd geroepen om een bloedgetuige te zijn, een martus, zoals het woord aangeeft, een martelaar. Zo heeft hij in leven en sterven getuigd: ik heb Hem lief.
Johannes was eveneens een getuige. Hij was een discipel „die van deze dingen getuigt en wij weten dat zijn getuigenis waarachtig is" (vs. 24). Beide hadden zij de Here lief. Beide hebben zij getuigd van Hem.
Hoe de een dit beleefde en de ander ervoer is een zaak geweest van de wil van de Here. Laat ons rust vinden in de wil van de Here, ook dan wanneer levensleiding en levenservaring zo verschillend zijn. Indien er slechts eenheid is in liefde tot Hem die de getrouwe Getuige is, en indien er slechts de behoefte is, om van Hem te getuigen, waar de Here de weg daartoe opent. Dan kunnen we tal van verschillen onder elkander dragen.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1995

De Wekker | 16 Pagina's

„...Wat gaat het u aan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1995

De Wekker | 16 Pagina's