Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ouders en kinderen (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ouders en kinderen (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Modellen
Om zijn eigen visie op de theologische ethiek uit de verf te laten komen heeft dr. D.J. Steensma eerst een aantal theologisch-ethische modellen naast elkaar gezet, zoals deze in het huidige ethische denken op de een of andere manier werken, gewerkt hebben of nog steeds doorwerken.
Hij tekent eerst de morele leer van de rooms-katholieke kerk. Daarbij maakt hij gebruik van enkele pauselijke brieven, gericht aan de kerk, waarin de grote betekenis van het huwelijk en het gezin worden benadrukt. Sterk wordt hier gewerkt met het schema natuur/genade. Daarmee heeft de roomse kerk een sterke troef in handen. Wat is immers natuurlijker dan een gezin. Het komt tot stand op de basis van zeer natuurlijke gegevens.
Een tweede model tekent dr. Steensma als dat van de nieuw-gereformeerde ethiek. We moeten aan die aanduiding wennen. Tot nu toe werd wel gesproken over neo-calvinisme. „Nieuw-gereformeerd" zou waarschijnlijk méér zeggen, wanneer de inhoud ervan was afgebakend ten opzichte van het klassieke gereformeerde spreken over het gezin. Dr. Steensma bedoelt met deze term aan te geven de theorie van mannen als H. Bavinck, G.H.J.W.J. Geesink en G. Brillenburg Wurth.
Hun standpunt wordt vandaag merendeels niet meer actueel geacht. Daarna krijgen we de visies van E. Brunner, K. Barth en ook die van enkele moderne theologen, die hun gedachten over de ethische betekenis van het gezin hebben laten gaan.
Dit tweede hoofdstuk kan men beschouwen als een peiling van de theorieën die op het gebied van de gezinsethiek van betekenis zijn geweest.

Situatieschets
Het derde hoofdstuk wil hetzelfde doen met betrekking tot de actuele situatie waarin het gezin verkeert. We willen niet alles noemen wat in dit verband naar voren wordt gebracht.
Twee kwesties springen er uit: die van de positie van het gezin in de samenleving en die van de voortgaande secularisatie. Wat het eerste betreft wijdt dr. Steensma aandacht aan de toenemende juridisering van de verhouding tussen ouders en kinderen. De rechtspositie van minderjarigen is aanzienlijk vrijer ten opzichte van de ouders dan voorheen. Een minderjarige kan zichzelf „bevrijden" van het gezag van de ouders. Het gezin staat open voor verschillende invloeden, die nauwelijks te keren zijn.
De secularisatie (door Steensma sterk in verband gebracht met het liberalisme) is versterkt door het feminisme, dat in één adem genoemd wordt met het socialisme, het anarchisme en andere ideologieën.

Welke norm?
De vraag is, hoe een christelijk gezin kan blijven functioneren naar de norm van een christelijke ethiek, dit is, naar de norm van het Woord van God. De weg die dr. Steensma hier inslaat verdient onze aandacht. Hij zoekt de normen van de ethiek te plaatsen tegen de achtergrond van een theologische antropologie. Dit betekent, dat de beschouwing van de mens als zodanig licht moet werpen op de mogelijkheden, die er voor een christen zijn.
Vanzelf spreekt dr. Steensma, nu hij ondubbelzinnig koos voor een christelijk-ethische benadering, over een mensbeeld, dat zijn trekken ontleent aan de openbaring van God omtrent de mens. Een ouder dient in het kind een mens te zien, en omgekeerd: een kind dient zijn ouders te ontmoeten als mens. Het mensbeeld werkt in alle verhoudingen door.
Het typisch christelijke schuilt in het feit dat de mens overal voor Gods aangezicht staat. Hij is beelddrager van God. Men begrijpt dat Steensma in de uiteenzetting van deze lijnen sterk aanleunt tegen de dogmatiek. De vraag: welke ethiek kies je, wordt beslist door die andere vraag: welke dogmatiek hang je aan. Hier komen een aantal gereformeerde theologen aan het woord, die zich op dogmatisch terrein hebben bewogen. Het mensbeeld, zowel dat van de ouders als van het kind, wordt beheerst door drieërlei perspectief: schepping, val en verlossing.

Welke gestalte?
Nu deze lijnen zijn uitgezet, komt de vraag van het laatste hoofdstuk naar voren. Op welke manier kan aan het christelijk-ethische zijn en handelen gestalte worden gegeven in het gezin?
Een antwoord op deze vraag zien we in de schakel die Steensma aanbrengt tussen Koninkrijk, kerk en gezin. Er is een lijn van het gezin naar de gemeente. Méér dan terminologische verwantschap is hier. Er is sprake van een heilshistorisch verband. Toch vallen deze twee niet samen. De kerk is geen collectief van gezinnen. Er is het koninkrijk. En daarvan is het gezin een gestalte. Het koninkrijk van God geeft het kader aan, waarbinnen het ethische handelen in en aan het gezin wordt gerealiseerd. En aan deze situatie, getekend naar de Schrift wil dr. Steensma de normen ontlenen, die voor het gezin van betekenis zijn.
Daarbij gaat het om de uitleg van het vijfde gebod, maar niet alleen daarom. Er moet eerbied zijn voor de persoon van de naaste, maar binnen de gehoorzaamheid aan het Woord van God en in het kader van de liefde als samenvatting van de wet. Andere begrippen, die normatieve kracht in zich hebben, zijn gerechtigheid, verzoening, waarheid, gezag en macht. En dit alles functioneert in de sfeer van de vrijheid, die zich gebonden weet aan Gods Woord.
In een slotparagraaf tekent dr. Steensma de waarde van de christelijke hoop op God.
Hoe krachtig de christelijke hoop is, blijkt wanneer zij in haar functie wordt getekend, als troost voor de ouders, maar ook als een norm voor hun omgang met de kinderen. Men heeft aan kinderen hoop te verkondigen. Hoe kunnen ouders dit doen, wanneer zij niet zelf uit de hoop leven die God schenkt. Ook kinderen hebben de hoop te hanteren, in hun omgaan met ouders. „Zij stelt hen in staat verder te gaan met moeilijke ouders, na een voltrokken echtscheiding of na het verlies van vader of moeder door de dood".

Een heldere studie
Dr. D.J. Steensma heeft in zijn studie een duidelijke lijn aangebracht. Eerst het verkennende deel, waarin hij zichzelf en ons oriënteert omtrent de grondvragen van christelijk handelen. Vervolgens een aantal „modellen", die een voorbeeldfunctie hebben gehad of nog hebben in de benadering van deze dingen. Daarna een schets van de huidige situatie van het gezin. Een eigen bijdrage bestaat in het uitgangspunt, gekozen in een christelijke mensvisie, berustend op openbaringsgegevens. Deze worden dan geplaatst binnen het nieuwtestamentische schema van het koninkrijk van God. Daaraan wordt de norm ontleend, die men moet hanteren om tot een theologisch-ethische benadering te komen van het gezin „in de branding van deze tijd". De zaak is, zo blijkt wel uit dit overzicht, helder en klaar van opzet.

Popularisering gewenst
We sluiten af met twee opmerkingen.
Het boek is in zeer verstaanbaar Nederlands geschreven. Maar er zijn nog al wat begrippen en termen die men zich slechts na enige moeite eigen zal maken. Daarom zou het goed zijn, wanneer er terwille van de zaak voor de gemeente een popularisering kwam. Het opvoeden van mensen geschiedt heel vaak zonder dat er een wetenschappelijke bezinning aan ten grondslag ligt. Het is heel vaak een gewone, natuurlijke aangelegenheid. Het gaat soms vanzelf of helemaal niet. Maar daarom bestaat er wel degelijk behoefte aan grondige bezinning. Vandaar de wens om de materie van dit boek onder het bereik van velen te zien. Niet dat dit een garantie biedt, dat dan op slag een ieder zegt: nu weet ik het. Maar enige bezinning op het niveau van het gewone leven kan geen kwaad.

De kleur van het koninkrijk
Een tweede opmerking in de vorm van een vraag: als het gezin een fundamenteel gegeven is, hoe dan ook, binnen de mensenwereld, hoe kan een koninkrijks-ethiek dan beslag leggen op een hele samenleving? We zouden heel blij zijn, wanneer het koninkrijk (zonder wedergeboorte niet eens te zien!) binnen de kerk gestalte zou krijgen. Hoe gaat dat onder een paars kabinet in een geseculariseerde samenleving? Of is theologische ethiek toch een kwestie van een christelijke binnenbrand, die naar buiten geen warmte of licht brengt in een hele samenleving? Hoe is de samenhang tussen een wijsgerige ethiek en een theologische op dit punt?
Maar dat zijn vragen die bijna een politieke kleur krijgen. In elk geval geen paarse. Welke wel? Een kwestie die we heel eenvoudig laten voor wat ze is. Of is er méér samenhang tussen wijsgerige en christelijke ethiek?
Nu, genoeg hierover. Het boek is de moeite waard. We wensen de auteur opnieuw geluk. De zaak gaar door, in onze gezinnen en in onze samenleving. Laten we hopen en bidden: op de manier van het koninkrijk dat komt.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1995

De Wekker | 16 Pagina's

Ouders en kinderen (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1995

De Wekker | 16 Pagina's