Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Openingswoord Generale Synode 1995 te Zierikzee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Openingswoord Generale Synode 1995 te Zierikzee

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zingen: Psalm 119:3 en 17
Schriftlezing Openbaring 3:7-13
Gebed
Weleerwaarde en Eerwaarde broeders afgevaardigden,
Weleerwaarde broeders praeadviseurs van de synode,
Geliefde broeders,

Het is mij een voorrecht u, namens de kerkeraad van Zierikzee, een hartelijk welkom toe te roepen aan het begin van onze vergaderingen van de Generale Synode 1995. Ik kan u verzekeren dat zowel de kerkeraad als de gemeente van Zierikzee het als een eer voelen dat de breedste vergadering van onze Kerken in 1992 heeft besloten onze gemeente aan te wijzen als roepende kerk voor deze Synode.

Het is voor het eerst in de lange geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde Kerk - wij bestaan dit jaar 159 jaar als afgescheiden kerk - dat wij een Synode ontvangen. De reden daarvan ligt voor de hand. Het eiland Schouwen- Duiveland lag lange tijd geïsoleerd en was alleen per boot te bereiken. Sinds 1964/65 is ons eiland ontsloten door de aanleg van de Grevelingendam, waardoor de verbinding over de weg met Rotterdam tot stand kwam en de Zeelandbrug waardoor de verbinding met Goes een feit werd. Deze ontsluiting heeft grote gevolgen gehad. Vele recreanten ontdekten de weg naar Schouwen-Duiveland en naar de monumentenstad Zierikzee. Ook de Synode heeft nu de weg naar Zierikzee gevonden.

Zierikzee vormt de hoofdplaats van Schouwen-Duiveland en heeft ruim 10.000 inwoners.

De stad Zierikzee heeft een lange geschiedenis achter zich. Aan een zijtak van de rivier de Gouwe, het water dat Schouwen van Duiveland scheidde, ontstond vermoedelijk in de 9e eeuw een kleine nederzetting. Die zijtak werd de Ee genoemd. Die Ee werd vermoedelijk in de 11e of 12e eeuw afgedamd bij wat later de Dam werd genoemd. Achter deze dam breidde het kleine Zierikzee zich uit.
De naam Zierikzee is een samenvoeging van Zierik en Ee. Zierik is vermoedelijk een plaatselijke machthebber geweest over wiens identiteit verder niets bekend is.
De 13e en 14e eeuw zijn onbetwist hoogtepunten voor Zierikzee geweest. Door handel, visserij en plaatselijke industrie zoals zoutnering en de lakennijverheid verwierf Zierikzee zich een goede positie op nationaal en internationaal niveau. De 15e en 16e eeuw vormden moeilijke tijden. Het Spaanse beleg in de jaren 1575/76 vormde een onbetwist dieptepunt voor Zierikzee. Hierna ging het wat beter, maar de eerdere welvaart werd niet meer bereikt.
In deze eeuw waren er twee ingrijpende gebeurtenissen voor de eilandbewoners. De bezettende macht kondigde in 1944 de inundatie van het eiland aan. Evacuatie was het gevolg. Eilandbewoners moesten naar Holland evacueren; ingrijpend voor mensen die nog niet eerder van hun eiland waren weggeweest.
Ook „de ramp" van 1953 - 1 februari - was diep ingrijpend. Op ons eiland verdronken 531 mensen. In onze kerkelijke gemeente waren 29 leden, doden en vermisten te betreuren. Ook nu was evacuatie voor een groot deel der gemeente noodzakelijk. Eerst na de watersnoodramp van 1953 kwamen er nieuwe impulsen voor het ingedommelde stadje.
De monumenten van Zierikzee kregen door grootscheepse restauraties de aandacht die ze verdienden. Vandaag de dag is er volop toeristische belangstelling voor de monumentenstad Zierikzee.

Kerkelijk leven
Om vergader-technische redenen vergaderen wij als synode in deze voormalige kerk. Het is het vierde gebouw in successie dat op deze plaats verrees. De eerste kerk, vermoedelijk van hout, is een bescheiden gebouw geweest, wellicht in de tweede helft van de 10e eeuw geplaatst. Waarschijnlijk is in het midden van de 12e eeuw een nieuwe kerk gebouwd, een tufstenen basiliek. Een niet te controleren bron noemt als stichtingsjaar 1151.
De kerk was gewijd aan Sint Livinus; volgens de overlevering een Schotse prediker die in 657 de marteldood zou zijn gestorven. Deze Livinus zou ook op Schouwen gepreekt hebben.
De groeiende welvaart stelde de Zierikzeeënaars in staat een nog grotere kerk te bouwen: een laat-gotische hallenkerk met een vloeroppervlak van 4100 m², een lengte van 102 meter en een breedte van circa 37 meter. Ze was daarmee de grootste kerk die Zeeland kende. In 1454 werd het fundament voor een toren gelegd die hoger moest worden dan enige andere toren. Het bouwwerk moest het symbool worden van de macht van de stad. De toren moest 130 meter worden. Dit is nooit gelukt. De welvaart nam een keer. De hoogte van de toren bleef beperkt tot ongeveer 50 meter.
Deze toren, in de volksmond de „dikke toren" genoemd staat hier nog naast dit gebouw. Rond 1510 werd de bouw gestaakt van de Sint Lievensmonstertoren. Deze toren beheerst als eerbiedige heerser het beeld van stad en land alhier.

Reformatie
Sinds 1566 werd hier het Evangelie van vrije genade verkondigd door de Vlaamse Passementwever, Jacob Jorisse; deze arbeid werd gezegend. Vanaf 1572 kreeg de reformatie vaste voet op Schouwen-Duiveland met als gevolg dat de grote kerk in 1576 definitief ter beschikking werd gesteld aan de gereformeerden. In 1770 kreeg de kerk een nieuw orgel; het laatste orgel gebouwd door de bekende orgelbouwer Bätz.
Helaas brandde de kerk in de nacht van 6 op 7 oktober 1832 finaal af. De vermoedelijke oorzaak van de brand is onvoorzichtigheid geweest van de loodgieter Jakob Kodde en zijn knechts.
De ruïnes werden afgebroken en snel werd besloten over te gaan tot de bouw van een nieuw Godshuis. Ook dit leverde de nodige problemen op. De aannemer ging failliet, de bouw staakte en pas op zondag 21 mei 1848 - bijna 16 jaar na de brand - kon de Nieuwe Kerk in gebruik genomen worden. Deze kerk is het huidige gebouw waarin wij vergaderden en al gauw kreeg dit gebouw de naam Nieuwe Kerk. De bouwstijl is neo-classicistisch. Deze kerk is 2/3 kleiner dan het vorige gebouw. Deze bouwstijl handhaafde zich in de eerste helft van de 19e eeuw. Men had daarbij de Griekse architectuur als voorbeeld. Dit gebouw heeft dan ook iets van een Griekse tempel. Dit valt vooral op aan het fronton, de zuilen en de pilasters van de ingangspartij.
De vader van onze ouderling J.C. van Beveren, wijlen br. P. van Beveren - de plaatselijke geschiedkundige - noemde dit gebouw een monsterlijke kerk... doch de zucht naar vernieuwing, welke niet altijd een verfraaiing is, heeft ons dit onooglijk produkt bezorgd (1949 in de Provinciale Zeeuwse Courant).
Ook door onze gemeente werd in 1924/25 gebruik gemaakt van dit kerkgebouw, dit in verband met de krapte aan zitplaatsen in de kerk aan de Meelstraat en de nieuwbouw van de kerk aan de Minderbroederstraat. Dit was in de tijd dat ds. S. v.d. Molen de gemeente van Zierikzee als predikant diende.

Bijzonder indrukwekkend moet de interkerkelijke dienst zijn geweest na de Watersnoodramp in 1953. De hele kerk was tot de laatste plaats bezet. Dit kerkgebouw bood plaats aan ruim 800 kerkgangers.
Naast dit gebouw heeft de Hervormde Gemeente in Zierikzee nog een historisch kerkgebouw, de Gasthuiskerk - in de volksmond de „kleine kerk" genoemd. De financiële last van beide gebouwen begon op de kerkvoogdij zwaar te drukken. De kerkvoogdij overwoog zelfs in 1919 de Nieuwe Kerk te sluiten. Er volgde een grote protestactie tegen dit voornemen en een inzameling van bijna ƒ 8.000,-. De kerkvoogdij besloot in 1920 definitief van deze plannen af te zien.

In de zestiger jaren steeg de financiële nood. In 1965 moest de kerkvoogdij vanwege de hoge verwarmingskosten overgaan tot sluiting van de Nieuwe Kerk in de wintermaanden; in 1971 moest het besluit genomen worden de Nieuwe Kerk niet meer te gebruiken. De gevolgen bleven niet uit; het gebouw ging zienderogen achteruit, vooral nadat de ramen waren ingegooid en wind en regen vrij spel kregen. Dit monument werd een aanfluiting.
In 1977 werd de Stichting Oude Zeeuwse Kerken opgericht en op 19 september 1977 ging de Hervormde Gemeente akkoord met het overdragen van dit kerkgebouw aan deze stichting voor het symbolische bedrag van één gulden.
Het kerkgebouw werd gerestaureerd en in 1988 kwam het werk gereed. Hoofdaannemer was bouwbedrijf Quant, lid van onze gemeente. Momenteel is men volop bezig het orgel te restaureren. Van deze eerder genoemde stichting huren wij dus dit gebouw voor onze synodale arbeid.

Afscheiding
In het jaar 1836 kwamen in Zierikzee 28 personen bij elkaar die als „bezwaarden" vergaderden. Ze waren tot voor kort lidmaat van de Hervormde Gemeente en waren de eerste „afgescheidenen" in Zierikzee. De vader van de Afscheiding in Zeeland, ds. Huibert Jacobus Buddingh stelde de ambten in. Wanneer dat precies geweest is is niet helemaal zeker. Ons jaarboek vermeldt als datum van instituering juli 1836.

Ds. M. Drayer wijst in een bespreking van het gedenkboek „Om 't Eeuwig Welbehagen" in Ambtelijk Contact op een interessante mogelijkheid. Uit een „missive" van de officier van justitie te Zierikzee blijkt dat ds. Buddingh op 13 oktober 1836 uit Tholen naar Zierikzee werd „opgebragt". Daar verscheen hij op 14 oktober voor de rechtbank. Na betaling van boete en kosten beloofde ds. Buddingh om de volgende dag de stad te verlaten „en zich rustig en stil in de stad te zullen gedragen".
Volgens de officier van justitie deed ds. Buddingh dat niet. Hij legde ziekenbezoek af en bezocht 's avonds een „gezelschap ten huize van den bakker De Braal". Deze bakker behoorde tot de Afgescheidenen; ook in zijn huis werd door de afgescheidenen vergaderd. Na een „oploop" werd ds. Buddingh door de justitie-dienaren ernstig onderhouden over het „opzien" dat hij baarde en de „onrust" en het „getier" dat zijn komst verwekte. Het einde was dat ds. Buddingh de volgende dag met de sterke arm „aan boord van den veerman" werd gebracht om hem naar Colijnsplaat over te brengen.
In het licht van deze „missive" gezien zou de instituering van de gemeente dan op 14 of 15 oktober 1836 hebben plaatsgevonden. Zonder nadere gegevens zal de juiste datum wel onbeantwoord blijven. Uit het stuk van de officier van justitie blijkt verder dat hij tamelijk gematigd was in zijn optreden tegen de Afgescheidenen. Zij werden door justitie niet zo fanatiek vervolgd als elders vaak het geval is geweest.

Onze gemeente groeide en kreeg in de persoon van ds. A.F. Kok zijn eerste predikant in 1852.
De 5e predikant van onze gemeente, ds. Ph.J. Wessels is van groot belang geweest voor onze gemeente. Hij diende de gemeente van 1873-1903. Hij is het middel in Gods hand geweest waardoor onze gemeente gebleven is bij het beginsel van de Afscheiding van 1834 en niet is meegegaan met de Vereniging in 1892. Op kerkelijke vereniging kan immers alleen zegen rusten wanneer men trouw blijft aan Schrift en belijdenis. Die les uit de geschiedenis mogen wij ook vandaag niet vergeten.
De strijd om het beginsel werd voortgezet na het overlijden van ds. Wessels in 1903, door ds. J. Wisse Czn., die zich op 27 mei 1906 aan onze gemeente verbond. Ook hij was in 1892 niet meegegaan met de Vereniging. Voor het beginsel van de Afscheiding had ds. Wisse alle over, getuige zijn woord gesproken bij zijn 25-jarig ambtsjubileum in 1898: „Daar stond ik, zonder kerkeraad, zonder gemeente, zonder kerkgebouw, zonder inkomen, van alles ontbloot en naar het scheen van allen verlaten. God in de hemel alleen weet wat ik in die dagen gebeden, geleden en gestreden heb".
We mogen de Heere dankbaar zijn voor het grondleggend werk van onze vaderen ds. Wessels en ds. Wisse in 1892 en daarna, dat door de Heere is gezegend en tot de huidige dag in stand mag worden gehouden.
Van genoemde ds. J. Wisse Czn. is het bekend dat hij zijn huishoudster opdracht gaf al zijn preken en alle met de hand geschreven brieven en documenten onder de boom in de achtertuin van de pastorie aan de Meelstraat te verbranden. Voor het nageslacht bleef dit niet bewaard. Kerkhistorici juichen zo'n daad niet toe, maar het getuigt toch wel van een grote geest en van zelfkennis: veel klein menselijks en zondigs werd zo verbrand.
Op 21 augustus 1921 overleed hij, juist toen kon worden meegedeeld dat kand. S. v.d. Molen het beroep naar Zierikzee had aangenomen. In ds. v.d. Molen, wiens schoonzoon br. A. de Geus uit Harlingen we in deze synode in ons midden hebben (hij is het oudste synodelid in deze synode) kreeg Zierikzee een begaafd predikant.
Zijn naam en die van ds. H. Hoogendoorn wordt in onze gemeente nog steeds met ere genoemd. Met hun praktisch bevindelijke en geestelijke instelling hebben zij met God en met ere de gemeente gediend.
Ook ds. M. v.d. Klis (1948-1964) bleek vooral tijdens en na de watersnoodramp de juiste man op de rechte plaats te zijn. Deze praktisch ingestelde prediker heeft veel voor onze gemeente, stad en eiland betekend. Onder zijn leiding werd op 17 oktober 1956 de dochtergemeente van Haamstede geïnstitueerd en op 14 februari 1958 die van Kerkwerve.
In 1950 werd ds. J.P. Meijering, emeritus-predikant van Maassluis, tot ouderling in onze gemeente bevestigd. In 1958 vierde hij in Zierikzee zijn 40-jarig ambtsjubileum.
In de bedachtzame voorganger wijlen ds. P. Op den Velde, wiens weduwe nog steeds tot onze gemeente behoort, kreeg de gemeente in 1965 een nieuwe predikant. Met veel zeggingskracht bediende hij het Woord. Hij stierf op 12 mei 1976 en werd in Zierikzee begraven. In hem verloren de Kerken veel. Hij heeft niet tevergeefs gearbeid. Al had hij geen wetenschappelijke titel, hij had professorale capaciteiten. Mede door zijn toedoen kwam er in de gemeente aandacht voor het Israëlwerk en werd Zierikzee zendende kerk voor de Evangelieverkondiging onder Israël; een taak die Zierikzee in deze maand hoopt voort te zetten door drs. C.J. v.d. Boogert uit te zenden als predikant voor deze arbeid.
Tijdens de ambtsperiode van ds. M. v.d. Klis, ds. P. Op den Velde en ds. B. de Graaf diende oud. J.C. Spaans, ouderling naar art. 3 K.O. de gemeente en de beide dochtergemeenten met veel stichting.

Op dit moment, nu u geroepen wordt tot de belangrijke taak in de dienst aan de Koning der Kerk en Zijn gemeente, denken we ook aan hen die vóór ons in deze dienst hebben gewerkt, maar die in de afgelopen periode ons zijn ontvallen. Daartoe verzoek ik u nu om op te staan teneinde hun namen te horen en in dankbaarheid te gedenken aan wat de Heere ons in hen gegeven heeft.
Op 14 jan. 1993 overleed ds. J.W. v.d. Gronden te Nunspeet; op 2 april overleed ds. P. Beekhuis te Rotterdam; op 4 april 1993 overleed ds. G.J. Buijs te Nijkerk; op 12 mei 1993 overleed ds. H.E. Sterk te Bunschoten; op 5 februari 1994 overleed ds. H.W. Eerland te Putten; op 7 mei 1994 overleed ds. B. Bijleveld te Heerde; op 23 september 1994 overleed ds. R.J. van Pagée te Utrecht; op 11 juni 1995 overleed ds. P. Overduin te Capelle a/d IJssel.
Uit de overzeese kerken noem ik u ds. Jac. Overduin die op 7 juli 1993 te London (Canada) overleed.
Van anderen die meer dan plaatselijke bekendheid hadden en de kerken in breder verband hebben gediend, noem ik:
br. J.B. Zuiderent te 's-Gravendeel die op 15 december 1992 overleed en lid was van de Synode van 1977; br. G.J. van 't Spijker te Zwolle die afgevaardigd was naar de synode van 1986 en op 25 februari 1993 overleed; br. P. Wardekker te Amersfoort die op 20 juli 1993 overleed en deputaat was voor Kerk en Onderwijs; br. P. Sluimer te Hilversum, die jarenlang deputaat was voor de Kerkelijke Archieven, hij overleed op 18 augustus 1993; br. J. Groenendijk te Gouda, deputaat Hulpverlening in binnen- en buitenland, overleed op 16 december 1993; br. D. Odijk te Apeldoorn, afgevaardigde naar de G.S. 1971, die op 22 december 1993 overleed; br. C.N. van Dis te Den Haag, deputaat Contact met de overheid, die op 9 april 1994 overleed; br. P. Hovius te Groningen die op 15 mei overleed en naar de G.S. van 1986 was afgevaardigd; br. A. Kooiman te Barendrecht die op 21 mei 1994 overleed en naar de G.S. 1980 en 1983 was afgevaardigd; zr. C.C. Hakkenberg-van Kooten Niekerk te Zeist die op 7 september 1994 overleed; zij was jarenlang betrokken bij het werk in het deputaatschap Geestelijke Verzorging Gezondheidszorg; br. M. den Butter te Vlaardingen, afgevaardigde naar de G.S. 1983, 1986 en 1988, die op 17 september 1994 overleed; br. J. Zuidema te Groningen die op 28 november 1994 overleed en naar de G.S. 1974 was afgevaardigd; br. A.C. Floor te Heerenveen, jarenlang deputaat voor de Geestelijke Verzorging van de Militairen, overleed op 3 december 1994; br. A.H. Dikkeschei te Ermelo, die op 11 februari 1995 overleed en deputaat was voor algemene diaconale en maatschappelijke aangelegenheden; br. J. Fraanje te Schiedam die op 15 februari 1995 overleed en naar de G.S. 1980 en 1989 was afgevaardigd; br. J.B. van der Ham te Meerkerk die op 11 april 1995 overleed en afgevaardigd was naar de G.S. 1974; br. A.L. de Bruyne te Amersfoort, o.a. queastor van de G.S., penningmeester van de Theologische Hogeschool en meerdere malen afgevaardigd naar de G.S., hij overleed op 30 mei 1995; br. M.J. de Vries te Hillegom, afgevaardigde naar de G.S. 1983, die op 2 juni overleed.

God nam hen allen uit ons midden weg, opdat zij God zouden dienen dag en nacht in Zijn tempel.
Wij kunnen hen niet beter eren dan door hun geloof na te volgen, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling, in de wetenschap, dat de Heere de arbeiders begraaft, maar dat Zijn werk doorgaat.
In enkele ogenblikken van stilte willen wij hen gedenken. Ik stel u voor daarna te zingen Psalm 103:8 en 9.

De werkzaamheden van de synode van 1995 kunnen een aanvang nemen. Alle dingen zijn in orde. U als afgevaardigden bent aanwezig, de benodigde stukken zijn gereed, de lastbrieven ter tafel, een grote groep van medewerkers staat klaar uw vergadering te dienen.
Op één ding komt het aan: trouw blijven aan het Woord. Niet zonder reden riep eenmaal de Koning der Kerk de kleine gemeente van Filadelfia toe: „houdt wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme". In het licht van Christus' wederkomst is voor Gods Kerk trouw nodig om Gods Woord te bewaren. Dat gaat niet in eigen kracht, maar alleen door de kracht en in de gemeenschap van Hem, Die Zijn Kerk heeft beloofd, dat Hij met haar is alle dagen tot aan de voleinding der wereld.
Wij staan met onze synodale arbeid niet alleen. Tot zeven maal toe begint de Koning van de Kerk, de hemelse Kerkvisitator, Jezus Christus Zijn brieven aan de Klein-Aziatische gemeenten met het woord: „Ik weet uw werken". Ook deze synode verricht haar werk onder Zijn wakend oog. De gedachte is ontdekkend. Wij moeten bij al ons werk en in al onze beslissingen verantwoord zijn voor de Koning van de Kerk, Die ons gadeslaat. Het is ook vertroostend. Hij weet van al onze moeiten af. Hij wil met Zijn Geest nog werken. Het vraagt van ons allen verantwoordelijkheidsbesef.

Wij hebben kleine kracht. Onze Kerken zijn kleine kerken. In het grote geheel van het kerkelijk leven zijn wij maar klein. Zo is het met de gemeente van Filadelfia ook geweest. Toch krijgt deze kleine en onaanzienlijke gemeente de mooiste brief van Jezus Christus; een brief waarvan je zeggen mag: ik wilde wel dat dit van al onze gemeenten gezegd kon worden. Er staat in deze brief geen woord van verwijt. In Filadelfia had men maar kleine kracht maar in diepe afhankelijkheid van de Heere leefde men daar.
De stad Filadelfia is gesticht door een groep mensen met idealen. In het ideaal van de broederschap dacht men elkaar te vinden. Men leefde echter op de rand van de vulkaan, in het epicentrum van een aardbevingsgebied. Ze waren in Filadelfia permanent bezig met de wederopbouw en als er weer een aardbeving kwam lag de boel weer plat. Het is niet aantrekkelijk om daar te wonen.

In die stad ontstond een gemeente, niet bestaande uit wetenschappers of groot-industriëlen. Gewone mensen, die vervolgd werden vanwege de belijdenis van de Naam van de Heere Jezus. Alle deuren gingen voor hen dicht en als er al deuren open gingen dan was het de deur naar de gevangenis of naar het kerkhof.
Toch ontvangen zij de hoogste lof: ze hebben Mijn Woord bewaard en Mijn Naam niet verloochend, zegt de Heere hier.
Als wij die lof van de Heere op ons laten inwerken dan gaan we het geheim van deze gemeente verstaan, want in deze plaats met waanwijze Grieken en vijandige joden heeft het Woord van de Heere geklonken. Wie daar aan het werk geweest is weten wij niet, maar het heeft de Heere behaagd in dat kleine Filadelfia Zijn Woord te laten verkondigen. De mensen van deze stad stonden echt niet te wachten op de boodschap van vrije genade. Het waren ook daar mensen met een gesloten hart voor de Heere en voor Zijn Woord.
De Heere heeft echter met Zijn Woord en door Zijn Geest dat gesloten hart geopend. Door die Goddelijke kracht die er in de Geest is, heeft Hij geklopt op de deur van hun hart. En het wonder geschied: gesloten harten werden geopend. Het woord der genade werd door de Heilige Geest in hun harten ingedragen. Er kwamen mensen die hun schuld en verlorenheid hebben ontdekt. Ze hebben de levende God ontmoet voor Hem gebeefd. Ze hebben ontdekt dat er van ons mensen uit geen weg naar de Heere is, maar ze hebben ook ontdekt dat de Heere Zelf in Zijn oneindige goedheid een weg heeft ontsloten waar geen weg meer was. Die weg is geopend in de Heere Jezus, Die heeft gezegd: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. De Heere Jezus heeft immers ook gezegd: Ik ben de Deur. Dat Evangelie van die geopende weg, die geopende deur naar het Vaderhart Gods is hen verkondigd en ze zijn ermee werkzaam geworden. Ze hebben het Woord bewaard; ze hebben Hem liefgekregen. Aan dat Woord hebben ze zich vastgeklemd; aan de God van het Woord zijn ze verbonden geraakt door de levende band van het geloof.
Ze zijn in Filadelfia gaan belijden: mijn ziel bewaart uw trouw getuigenis dat heb ik lief, ook doe ik Uw bevelen. Uw Woord kan mij, ofschoon ik alles mis, door zijnen smaak en hart en zinnen strelen.
Dat Woord van de Heere heeft juist voor die tobbers en zwoegers in Filadelfia zo'n rijk perspectief gegeven. Die mensen die leefden op de rand van de vulkaan, die altijd weer vreesden dat het noodlot zou toeslaan, hebben ontdekt: er is geen noodlot dat ons kan treffen. Er zijn machtige handen van Heere. Zonder Zijn wil zal er geen haar van ons hoofd vallen. Niemand kan ons uit Zijn hand rukken. Zelfs de poorten van de hel kunnen Mijn gemeente niet overweldigen.
Er is een vrije toegang tot de Heere. Bij alle wisselvalligheid, bij alle aardbevingen is er vastheid bij de Heere, de levende God.
Ze hebben op die God leren bouwen, terwijl zij wisten dat de grond elk ogenblik onder hun voeten kon gaan is beven.
Toen het Woord openging ontdekten die tobbers in Filadelfia die zelf moeite hadden om hun hoofd boven water te houden: wij hebben een SCHAT in de hemel. Ze ontvingen, nadat ze tot het besef van hun zonden waren gekomen en tot belijdenis van hun schuld, dat er vergeving, vrijspraak is.
Ze ontdekten de eeuwige rijkdommen van de Heere: er is uitzicht dwars door de dood heen; er is uitzicht op de Heere, Die nooit beschaamd maakt allen die het van Hem verwachten.

Ze kennen de taal van de liefde: wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Dat leerden ze verstaan vanwege de ENIGE NAAM onder de hemel gegeven tot zaligheid. De Heere geve dat dat de kracht van al onze synodale arbeid mag zijn: kleine kracht, maar Mijn Woord bewaard en Mijn Naam niet verloochend!

Broeders, uw werk gaat thans beginnen. Moge deze arbeid verricht worden is in het licht van de brief aan de gemeente van Filadelfia.
Vier particuliere synoden hebben u afgevaardigd. Samen vormt u één vergadering. Aan het slot van elk van de vier aan ons toegezonden lastbrieven staat dezelfde bede: ZEGENE DE HEERE UW VERGADERING.

Met deze woorden verklaar ik de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, die als de synode van Zierikzee 1995 de geschiedenis zal ingaan, namens de roepende kerk voor geopend.

We zingen Psalm 119:45 en 84.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1995

De Wekker | 16 Pagina's

Openingswoord Generale Synode 1995 te Zierikzee

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1995

De Wekker | 16 Pagina's