Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Weten en kennen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Weten en kennen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe kijkt u nu tegen de bijbel aan, vroeg mij de jongen die met het in eigen kring verschenen boek over de geloofwaardigheid van de bijbel had gelezen. Hoe leest u de Heilige Schrift, na lezing van dit toch wel boeiende boek vervolgde hij. En hoe denkt u over de toepasselijkheid van de Heilige Schrift in vragen van geloof en leven, in vragen op politiek, sociaal en ethisch gebied, zoals deze vandaag op ons toekomen, vulde hij nog aan. Hij besefte dat zijn vragen niet nieuw waren en dat geen antwoorden te geven zijn die men niet eerder ergens anders tegenkwam. Dat is ook bijna niet meer mogelijk. Hoeveel woorden, mondeling en op schrift, zijn in de voorbije decennia al niet aan dit thema en daarmee verband houdende onderwerpen gewijd. Uitgevers in Kampen, Baarn, Zoetermeer, Groningen, Nijkerk en in andere plaatsen, hebben godsdienstig Nederland verdronken in een stroom op schrift gestelde theologische en stichtelijke gedachten rond dit thema.
Elk geslacht - in het onze wel in sterke mate - probeert de in het Woord van God vervatte geloofsgeheimen in eigen formules en vanuit de eigen beleving te verwoorden. Men grijpt daarbij terug op traditionele denkkaders die het vóórgeslacht naliet of men zocht naast de al gebaande paden naar wegen, waarop van een nieuw en beter verstaan van de Schriften sprake zou kunnen zijn. Nooit eerder heeft de kerken zoveel theologische know-how ten dienste gestaan als in onze tijd en - moet er met teleurstelling aan worden toegevoegd - evenredig daaraan is de geestelijke verwarring, die de kerk van Christus in onze westerse cultuur teistert. Waardoor zou dat toch komen? Zou het ook kunnen zijn dat wij in deze tijd rijk zijn aan beschouwingen over en arm zijn aan verwonderde en eerbiedige viering van de in het Woord van God vervatte geloofsgeheimenissen?

Weten en kennen zijn twee
We maken ons sterk - en misschien is dat vandaag zeer nodig - voor het overeind houden van de reformatorische en goed gereformeerde leer der verzoening door voldoening en we zijn ijverig op zoek naar nieuwe dimensies in de bijbelse verzoeningsgedachten, maar het heeft er soms de schijn van dat we in de vanzelfsprekendheid waarmee we over deze dingen bezig zijn, de eerbiedige en afstandelijke verwondering over het mysterie van Gods reddend handelen in ons zondige bestaan zijn kwijtgeraakt. Weten en kennen zijn twee.
Wat onze voorvaderen in het naspreken van de Heilige Schrift voor zich zelf en voor het nageslacht in de belijdenissen hebben vastgelegd, proberen wij tot in detail nader te interpreteren of hier en daar vanuit ons moderne levensgevoel te relativeren. Misschien bedreigt ons daarbij wel het gevaar dat we de weg, waarlangs God Zijn heil in Christus in het leven van zondige mensen realiseert, te veel met al te menselijke formules op systeem hebben gebracht. In sommige boeken en preken weten schrijvers en predikers ons dit systeem als een sluitend geheel voor te houden. Anderen, die in het harnas van dit systeem niet menen te kunnen gaan, vragen ruimte om andere accenten te leggen en andere uitgangspunten te mogen kiezen, maar zij lopen gevaar in andere geestelijke systematieken van menselijke makelij vast te lopen.
Enige tijd geleden bracht ik een huisbezoek bij een broeder en zuster met een inwonende student van de TH in Delft. De jongeman wilde het gesprek graag meemaken en nam er ook met veel belangstelling deel aan.
We kwamen te spreken over de vele wetenschappelijke vragen rond bijbel en geloof, over de twijfel die jonge mensen van het christelijk geloof losweekt; over de eindeloze discussies die over in onze ogen cruciale geloofsvragen worden gevoerd; over de discrepantie tussen wat wij vandaag weten en wat onze voorouders voor waarheid hebben gehouden, terwijl dat nu naar het oordeel van velen discutabel is. Op een gegeven moment maakte mijn gesprekspartner deze verrassende opmerking: broeder, wij weten méér maar kennen wij waarschijnlijk minder. Ons verstand is te veel gaan heersen over ons hart en dat kan niet anders dan verstoring van het geloofsevenwicht in ons leven tot gevolg hebben. Ik heb over deze opmerking nog lang nagedacht.

Kinderlijke beleving
Zonder te pleiten voor simplificatie met betrekking tot de vragen waarvoor wij vandaag staan en zonder geringschatting van wat ons aan kennis en inzicht ten dienste staat, moeten wij misschien toch eens de vraag onder ogen zien of ons weten ons kennen niet al te zeer aan het overwoekeren is.
Anders gezegd: of we niet gevaar lopen te ontzinken aan de kinderlijke beleving van het meest fundamentele gegeven en nooit te doorgronden geheim van ons christelijk geloof, namelijk dat God in Christus Zijn reddende hand naar ons heeft uitgestoken om ons deel te geven aan het nieuwe leven dat Hij in Christus Jezus aan het licht heeft gebracht. „Want het dwaze Gods is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen", leren we in de Corinthebrief. Achter deze woorden gaat een diep geheim, een onbegrijpelijk wonder schuil. Zou het niet kunnen zijn, dat een diepere beleving van dit geheim en een inniger aanbidding en verering van God die vanuit dit geheim op ons toekomt, ons kan brengen in de sfeer van wat Christus eens tot Zijn Vader bad toen Hij zei: „Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U".
Vandaag wordt er ontzaglijk veel geredeneerd en misschien veel te weinig met een gelovig hart gerelebreerd. Onderzoek naar de bronnen en de inhoud van wat God voor mensen door mensen heeft laten opschrijven is goed, de toepasselijkheid en de verstaanbaarheid van de bijbel voor onze tijd verduidelijken is een nuttige bezigheid, maar wel in het besef dat ons weten ten dele is en dat dit zo zal blijven tot op de dag waarop God voor allen die Christus in waarheid toebehoren, de laatste versluieringen zal wegnemen; de dag waarop wij de niet in te passen stukjes van onze geloofspuzzel, die we hier elke keer weer overhielden, voorgoed kwijt zullen zijn.
Omdat God ze dan voor altijd zal innemen.

Een belangrijke bijeenkomst
In de Haagse regio bestaat al enige jaren het instituut van de reformatorische studieavonden. Deze avonden, waarop over bijbelse, maatschappelijke, algemeen godsdienstige, politieke, ethische en aanverwante thema's wordt nagedacht, worden georganiseerd door een klein comité van mensen uit de Gereformeerde kerken (Vrijgemaakt), de Nederlands Gereformeerde kerken en de Christelijke Gereformeerde kerken.
Ook voor het vergaderseizoen 1995/1996 staat weer een drietal avonden op het programma. De eerste is op 9 november 1995 D.V. met als thema:
„Wordt de technologie ons noodlot?" Die vraag reikt heel ver en gaat zeer diep.
Denken we alleen maar aan de technologische ontwikkelingen op biologisch gebied. Als christenen profiteren we daarvan ook, maar zou het ook kunnen zijn dat we ons daarmee verwijderen van wat ons in de Heilige Schrift over Gods bedoeling mét en zijn handelen in ons leven is geopenbaard? Enkele voorbeelden.
Onze boeren, ook christelijke boeren, genieten betere opbrengsten, dank zij de gekunstelde kruisingen en genetisch gemanipuleerde gewassen, die een betere bestendigheid tegen de grillen der natuur en een grotere ongevoeligheid voor ziekten hebben. Tegenslagen, als komend uit Gods hand, lijken op deze wijze grotendeels ondervangen. Iets moeilijker is het gesteld met het kruisen of het fokken via kunstmatige inseminatie van rassen vee en pluimvee, die sneller méér vlees, méér melk, méér eieren produceren, vaak onder ruimtelijke omstandigheden die in flagrante strijd zijn met wat het Woord van God zegt over de zorg die de bezitter van vee voor zijn dieren behoort te hebben.
Terwijl in andere delen van de wereld jaarlijks miljoenen kinderen vrij kort na hun geboorte gedoemd zijn te sterven, zijn wij al ver gevorderd in de bedrevenheid om oude mensen, die vroeger aan de dood toe zouden zijn geweest en daarin de begrenzing van de hen door God toegemeten tijd zagen, desnoods door de vervanging van versleten lichaamsonderdelen, een aanzienlijke levensverlenging te bezorgen. Fijn dat dit kan, zeggen wij, maar zou het ook kunnen zijn dat we met het toenemend kennen en kunnen van de mens tot kwaliteitsverbetering van het leven, bezig zijn Goddelijke grenzen te verleggen?
Stellen wij jonge mensen, die na hun huwelijkssluiting voorhands geen kinderen wensen en die met behulp van chemische preparaten de natuurlijke orde van het vrouwelijk lichaam verleggen, buiten de genademiddelen van de kerk, omdat het niet geboren doen worden van kinderen wel eens zou kunnen indruisen tegen Gods planning van eeuwigheid met het menselijk geslacht?
Hoe moeilijk is het te oordelen over jonge ouders, die een uitermate ernstig gehandicapt kind met uiterst beperkte en ontzaglijk veel zorg vragende levensomstandigheden ontvingen, wanneer zij een volgende risicodragende zwangerschap willen laten toetsen op eventuele onvolmaaktheden van de vrucht en in het bevestigende geval in de moeilijke afweging van de uiterste consequentie geraken.
Hoe te denken over het zogenaamde DNA-gesleutel, waardoor het straks mogelijk zal zijn genetische fouten in het leven van mensen te „repareren"? Om er dienstbaar mee te zijn mag het, zegt dr. ir. Schuurman in zijn nieuwe boek „Tussen technische overmacht en menselijke onmacht", maar waar ligt wetende grens tussen dienstbaarheid en manipulatie, tussen „reparatie" en „fabricatie" van slechte resp. gewenste eigenschappen? Waar ligt in deze gebroken bedeling de grens tussen mogelijkheid tot en toelaatbaarheid van de kwaliteitsverbetering van ons biologische bestaan door het kunnen van de mens en de geestelijke functie die door het christelijk geloof aan ziekte en lijden is toegekend? Wie het weet mag het zeggen.
Gesproken is dan nog niet over de relatie technologie en milieu-verontreiniging. Blijft die relatie op termijn gezien beheersbaar?
We hopen te zijner tijd op de bezinning van deze avond in deze kolommen terug te komen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1995

De Wekker | 16 Pagina's

Weten en kennen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1995

De Wekker | 16 Pagina's