Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Generale synode van Zierikzee (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Generale synode van Zierikzee (2)

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vervolg Theologische Universiteit
Hoewel de behandeling van het rapport van het curatorium door de Synode in de eerste zittingsweek niet is afgerond, is wel een aantal besluiten genomen.
Over de benoeming van twee universitaire hoofddocenten - de predikanten A. Baars en T.M. Hofman - en een nieuwe hoogleraar - dr. H.J. Selderhuis - schreef ik reeds.
De Synode nam een wijziging aan van artikel 11 van het Reglement van de Theologische Universiteit. Wie tot de studie wil worden toegelaten moet een gymnasium/VWO-diploma of daarmee gelijkgesteld getuigschrift overleggen. Studenten kunnen geen tentamens van het propaedeutisch jaar afleggen voordat eventuele tekorten op het gebied van Grieks en Latijn zijn opgeheven. Ook zij die een colloquium doctum hebben afgelegd, kunnen tot de propaedeuse van de theologische studie worden toegelaten en hetzelfde geldt voor hen die een academische studie met doctoraal examen hebben afgesloten.
Het curatorium krijgt mandaat op wijzigingen in de onderwijswetgeving adequaat te reageren.
En het krijgt de opdracht een definitieve regeling te ontwerpen inzake de kerkrechtelijke positie van de hoogleraren en met voorstellen te komen.
De samenwerking met de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt) inzake de vooropleiding wordt met drie jaar gecontinueerd.
Het curatorium moet een onderzoek instellen naar de mogelijkheden om aan de vooropleiding meer het karakter van gezamenlijkheid te geven.
Het moet zich ook bezinnen op de emeriteringsleeftijd van de hoogleraren.

Instructie art. 6-predikanten
Een Instructie van de P.S. van het Noorden constateert dat er sprake is van een rechtsongelijkheid tussen de predikanten naar art. 4 van de kerkorde (zeg maar de predikanten die in de gemeente werken) en die naar art. 6 van de K.O. (predikanten die tot bijzondere arbeid geroepen zijn). De Generale Synode neemt deze Instructie over en dat betekent dat art. 6 van de kerkorde gewijzigd gaat worden teneinde zo te komen tot rechtsgelijkheid van alle artikel 6-predikanten. Lid 2 van art. 6 wordt nu:
c. dat in de onder b. genoemde regeling onder andere zal worden bepaald:
1. dat in geval van niet vrijwillige beëindiging van het dienstverband met het oog waarop artikel 6 van de kerkorde is toegepast, anders dan op gronden waarop artikel 13 van de de kerkorde van toepassing is, de betrokken predikant een beroep uit de kerken in overweging dient te nemen;
2. wanneer een predikant als sub b. bedoeld nog geen beroeping van een gemeente heeft verkregen, zal de classis van de gemeente, waarmee hij is verbonden, een nadere regeling treffen voor zijn onderhoud en dat van zijn gezin, geldig tot zijn bevestiging in een andere gemeente. De classis heeft het recht een beroep te doen op de particuliere synoden om van hen financiële steun te ontvangen, omdat geacht kan worden, dat de predikant naar artikel 6 van de kerkorde zijn dienst als zodanig verricht namens al onze kerken".
Het huidige c. wordt nu d. enz.

Instructie herziening kerkorde
Een Instructie van de P.S. van het Oosten inzake herziening van de kerkorde wordt in enigszins gewijzigde vorm overgenomen. Dit is een belangrijk besluit van de Synode! De overwegingen hierbij zijn dat de kerkorde artikelen en bepalingen bevat die mogelijk wijziging of aanvulling verdienen. En aanpassing van de kerkorde is een zaak die behoort tot de kerken in het algemeen en alleen de Generale Synode kan daartoe besluiten. De praktijk van het kerkelijke leven laat zien dat niet altijd en overal sprake is van een stipte naleving van de artikelen van de kerkorde en dat er verschil van mening bestaat in de kerken ten aanzien van de verplichting tot en de wijze van de stipte naleving.
De Synode besluit een deputaatschap te benoemen dat bestaat uit haar deputaten voor de uitgave van de kerkorde aangevuld met vier leden, die op dat moment afkomstig zijn uit iedere Particuliere Synode. Dit deputaatschap moet de Synode van 1998 van advies dienen en voorstellen doen aangaande de vraag of en zo ja op welke punten de kerkorde gereviseerd dient te worden en hoe een stipte naleving van de kerkorde bevorderd kan worden.

C.O.G.G.
Op de late dinsdagmiddag 26 september buigt de Synode zich over wat deputaten eenheid en correspondentie gerapporteerd hebben over het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte (C.O.G.G.). De Synode van 1992 besloot om vooralsnog te blijven participeren in het C.O.G.G. maar dan moest in de periode tot 1995 duidelijk lijken dat er vooruitgang is gekomen in het minder vrijblijvend spreken met elkaar binnen dit orgaan. Het C.O.G.G. heeft nieuwe activiteiten ontplooid maar de twijfels inzake de vrijblijvendheid van het spreken zijn (nog) niet weggenomen. De Synode waardeert de pogingen van het C.O.G.G. om minder vrijblijvend met elkaar te spreken. Het is nog niet te overzien waar de initiatieven van het C.O.G.G. toe zullen leiden.
De Synode besluit deputaten op te dragen vooralsnog te blijven participeren in het C.O.G.G., opdat, mede door de bijdrage onzerzijds, dit orgaan ertoe mag dienen dat de zaak van de eenheid van gereformeerde belijders in ons land waarlijk bevorderd wordt.

Contact Hoofdbestuur Gereformeerde Bond
Op de late avond komt de verhouding tot de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk aan de orde. In de afgelopen drie jaar is er slechts één ontmoeting van deputaten eenheid en correspondentie met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond geweest. Deputaten wijzen in hun rapport op de werkdruk bij het hoofdbestuur vanwege het Samen op Weg-proces. In de samensprekingen is dus een stagnatie te constateren. De Synode neemt het volgende besluit:
De Synode
constaterende
1. dat de Synode van 1992 uitsprak, dat er behoudens het verschillend verstaan van de artikelen 27-29 N.G.B, op andere punten een grote mate van overeenstemming is geconstateerd met het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk;
2. dat er dit maal slechts een gering contact is geweest met het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond; van oordeel
1. dat de situatie waarin de Gereformeerde Bond op dit ogenblik verkeert begrip en meeleven vraagt;
2. dat het niettemin te betreuren is, dat er slechts zo weinig contact is geweest;
3. dat het wel goed is als er vormen van contact worden onderhouden met het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de hoop dat de zaak van de eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland mede daardoor gediend zal worden;
besluit
deputaten op te dragen de contacten met het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk waar mogelijk voort te zetten.

Kerk en onderwijs
Op dinsdagavond 26 september komt het uitvoerige rapport van deputaten Kerk en Onderwijs aan de orde. Het rapport telt 49 pagina's, waarvan verreweg het grootste deel gevuld is met een onderzoek naar de betrokkenheid van ouders en kerkeraden bij het christelijk onderwijs en met een „Handreiking Schoolkeuze" van deputaten. Deze Handreiking bevat een „Toetsingslijst".
Deputaten menen op grond van de verwerking van de gegevens die men vanuit de kerken heeft verkregen door het gehouden onderzoek (enquête) op zijn minst te kunnen stellen dat er twijfel bestaat of kerkeraden en gemeenteleden wel voldoende op de hoogte zijn van ontwikkelingen binnen het christelijke onderwijs, die de Schriftgetrouwheid ervan bedreigen. En ook is uit het onderzoek duidelijk geworden, dat over het christelijke onderwijs in relatie tot de gedoopte kinderen van de kerkelijke gemeente onvoldoende of nauwelijks wordt gesproken.
Ter Synode is veel waardering voor het werk van deputaten. Er wordt o.a. gevraagd of deputaten voor de toekomst een taak voor hen zien in gelijke omvang als tot nu toe het geval was vooral als men de taakstelling beziet vanuit het oogpunt van nut en offer.
Nadat dat eerst de rapporteur van de commissie van de Synode, ds. J. van Dijken, een aantal vragen heeft beantwoord, komt ds. D. Visser als voorzitter van het deputaatschap aan het woord. Zijn humoristische wijze van beantwoording gaat gepaard met een gedegen kennis van zaken.
Deputaten hebben zich ook wel afgevraagd of hun werk voldoende rendement heeft. Maar in de laatste periode heeft die vraag niet zo sterk geleefd als in een vorige periode. De prioriteit van het werk ligt voor deputaten bij de bewustmaking van kerkeraden van hun verantwoordelijkheid met betrekking tot het onderwijs, dat de jeugd van de gemeente volgt en bij het op gang brengen van plaatselijke acties. Daarbij is de zogenaamde regionalisatie van het werk van belang. Erkend moet worden dat de regionalisatie niet heeft opgeleverd wat er van verwacht werd.
Van de besluiten die de Synode neemt, geef ik de volgende door.
In het licht van de belangstellings-enquête met het oog op de stimulerende en adviserende taak van deputaten jegens de kerken neemt de Synode de volgende aanbevelingen over:
1. Ouders en kerkeraden dienen duidelijk hun verantwoordelijkheid te verstaan t.a.v. de gedoopte kinderen van de gemeente. Hieraan dient voortdurend grote aandacht te worden besteed in publicaties en vergaderingen, allereerst in gemeentelijk en zo mogelijk in ruimer verband in de meerdere vergaderingen.
2. Nadrukkelijk en regelmatig dient het christelijk onderwijs dat naar Schrift en belijdenis is aan de orde te komen als het enige onderwijs dat voldoet aan de doopbelofte en dit dan zowel op de kerkeraadsvergaderingen, in de ambtelijke bearbeiding als in de prediking.
3. De ouders en kerkeraden dienen zich bewust te zijn of te worden, dat er wel scholen zijn die zich christelijk noemen, maar waarvan de identiteit en het onderwijs niet in overeenstemming zijn met de gereformeerde belijdenisgeschriften. Ook mag van hen worden verwacht, dat zij zich inzetten voor verbetering van het christelijke gehalte van het onderwijs en zich verzetten tegen verdere achteruitgang.
4. De ouders en de kerkeraden dienen zich te bezinnen op andere mogelijkheden als ouders geen onderwijs meer aantreffen naar de gereformeerde belijdenisgeschriften, opdat gedoopte kinderen onderwijs ontvangen in overeenstemming met de doopbelofte.
5. Als die mogelijkheden er niet zijn, dienen ouders en kerkeraden zich te bezinnen op mogelijkheden om in het gezin en in de gemeente de kinderen van de gemeente zo'n godsdienstige opvoeding te geven, dat het gemis van goed christelijk onderwijs op de scholen wordt opgevangen.
6. Opnieuw dient er intense aandacht gegeven te worden bij ouders en kerkeraden aan de bekende triade: kerk - gezin - school waarbij alle drie staan binnen de lichtkring van en zich houden aan het onfeilbare Woord des HEEREN.
7. Het is van groot belang, dat bij de te houden kerkvisitaties met bijzondere nadruk vraag VI, 9 van het reglement op de kerkvisitatie zal worden besproken. (Deze vraag luidt: „Schenkt u in uw vergaderingen en in uw pastorale arbeid ook aandacht aan het onderwijs? Laten de ouders indien mogelijk hun kinderen onderwijs volgen dat naar Schrift en belijdenis is en worden zij die in dit opzicht nalatig zijn, vermaand'? Spreekt u met de ouders over het christelijk karakter van het onderwijs en dringt u aan op het daadwerkelijk dragen van verantwoordelijkheid in dezen - lidmaatschap schoolvereniging, oudercommissie enz.?).
Verder draagt de Synode de deputaten op de kerkeraden te stimuleren tot het in leven roepen van plaatselijke commissies voor kerk en onderwijs om de betrokkenheid van ouders en kerkeraadsleden bij het onderwijs te bevorderen en om adequater te kunnen reageren wanneer zich moeilijkheden voordoen of dreigen voor te doen.
Deputaten moeten zich bezinnen op de vraag hoe de aanvankelijk begonnen regionalisatie in enkele classes op de beste wijze voortgang kan vinden, als ondersteuning van de plaatselijke commissies en daarbij attent te zijn op mogelijkheden voor uitbreiding van deze regionalisatie.
Deputaten worden opnieuw verzocht de kerkleden toe te rusten in hun taak aangaande het christelijke onderwijs d.m.v. publicaties in de kerkelijke pers, dit ter bevordering van een proces van bewustwording op het brede terrein van de onderwijsproblematiek.
En tenslotte krijgen deputaten de opdracht de Handreiking Schoolkeuze ter beschikking van de kerkeraden en kerkleden te stellen.
En uiteraard ontvangen deputaten dank voor het omvangrijke werk dat zij hebben verricht en worden hun handelingen goedgekeurd.

Emeritikas
Woensdag 27 en donderdagmorgen 28 september vergadert de Synode in comité en daarvan mag ik u geen mededelingen doen.
Op donderdagmiddag komt aan de orde het rapport van deputaten artikel 13 K.O.: populair gezegd de Emeritikas. Het gaat over het levensonderhoud van geëmeriteerde dienaren van het Woord en ook van weduwen en wezen van de dienaren. Het gaat om een complexe materie, waarvoor financiële deskundigen nodig zijn en die zijn er.
Ter Synode wordt gediscussieerd over het beleggingsbeleid om ook in de toekomst de uitkeringen te kunnen doen. Ik ga u in de Wekker niet vermoeien met allerlei cijfers en details. Hebt u daarvoor belangstelling, dan moet u wachten tot de Acta van deze Synode zijn uitgekomen, waarin het rapport van deputaten in zijn geheel zal worden opgenomen.
Een fors probleem waarvoor deputaten (en dus de kerken) zich geplaatst zien dat de stijging van de uitkeringen uit de Emeritikas (+3%) er ieder jaar voor blijkt te zorgen dat de benodigde reserve iedere keer fors moet stijgen. Dat is ook de reden waarom de omslag jaar op jaar fors stijgt. Bij ongewijzigd beleid zal het tekort verder toenemen, zo melden deputaten. In grafieken geven deputaten inzicht in deze problematiek.
De Synode besluit in art. 13 van de kerkorde onder stipulatie 6 na het woord „vervalt" in te voegen „in beginsel" zodat gelezen met worden: „Het recht op een uitkering uit de emeritikas vervalt in beginsel, zodra de belanghebbende ophoudt lid van een christelijke gereformeerde kerk in Nederland te zijn".
Verder brengt de Synode een groot aantal wijzigingen aan in de instructie voor deputaten. Deze Instructie vindt u als bijlage 5 in de kerkorde, blz. 67-71 van de uitgave 1993). Ik geef de wijzigingen door met name voor belanghebbenden. U moet er wel de kerkorde bijhebben om het volgende goed te kunnen begrijpen.
In art. 5 wordt „145" door „135" vervangen.
In art. 7 wordt de eerste alinea vervangen door: „Een gehuwde of ongehuwde emerituspredikant ontvangt een zodanige uitkering uit de emeritikas dat deze, tezamen met zijn eventuele AOW- of AAW-uitkering 70% van de uitkeringsgrondslag bedraag, alsmede een toeslag met betrekking tot het nadelige verschil als gevolg van de nieuwe berekeningswijze ingaande 1 januari 1996 ten opzichte van die daarvoor". Dan verder met: „Als A.O.W.- uitkering voor een" enz.
Art. 8 sub a aan te vullen met: „voorzover die 15% van het aanvaardbare minimumtraktement met tien dienstjaren te boven gaan". Deze wijziging gaat in op 1 januari 1993.
In art. 12 wordt de eerste alinea vervangen door: „Een predikantsechtgenote die weduwe is geworden op een leeftijd van 40 jaar of ouder en geen kinderen heeft te verzorgen, ontvangt een zodanige uitkering uit de emeritikas, dat deze tezamen met haar eventuele AWW- of AOW-uitkering 50% van de uitkeringsgrondslag bedraagt, alsmede een toeslag met betrekking tot het nadelige verschil als gevolg van de nieuwe berekeningswijze ingaande 1 januari 1996 ten opzichte van die daarvoor. Indien zij een kind heeft dan wel twee of meer kinderen te verzorgen heeft, ontvangt zij een zodanige uitkering uit de emeritikas, dat deze tezamen met haar eventuele AWW- of AOW-uitkering gelijk is aan 60 respectievelijk 70% van de uitkeringsgrondslag, alsmede een in de vorige alinea genoemde toeslag".
In art. 14 is na de eerste zin in te voegen: Het voorgaande is ook van toepassing op het wezenpensioen waarop een/de kind/kinderen recht heeft/hebben".
In art. 20 „16" vervangen door „21,5".
Aan de bijlage worden nieuwe artikelen 23 en 24 toegevoegd.
Art. 23: „Ter voorziening in bijzondere gevallen zijn deputaten bevoegd uitkeringen te doen aan plaatselijke kerken ten behoeve van diegenen, die de kerken in het ambt van predikant een tijdlang hebben gediend en hun weduwen en wezen; de uitkering wordt op dezelfde wijze bepaald als die van emeritipredikanten, predikantsweduwen en -wezen, evenwel met dien verstande, dat rekening wordt gehouden met de tijd dat zij onze kerken als predikant hebben gediend, terwijl het tweede gedeelte van artikel 8 sub b. van de instructie niet op hen van toepassing is".
Art. 24: dit artikel regelt de uitvoering van art. 23.
Verder besluit de Synode dat aan deputaatschappen, voor welke een vrijgestelde predikant werkzaam is, wordt opgedragen met ingang van 1996 jaarlijks een bijdrage aan de emeritikas te voldoen van 500 maal de minimum jaarbijdrage per lid per op 1 januari aanwezige vrijgestelde predikant.
Aan deputaten art. 13 K.O. wordt opgedragen na te gaan of het sluiten van een risicoverzekering voor uitkeringen aan weduwen en wezen zinvol is en daarover aan de Generale Synode 1998 te rapporteren.
En deputaten ontvangen dank voor hun werk.
Van broeder J.D. Wisman, die 22 jaar met hart en ziel dit deputaatschap heeft gediend, werd afscheid genomen en br. D. Lokhorst stelt zich niet meer herkiesbaar (in verband met de richtlijnen van de Synode inzake de maximale zittingsperiode van deputaten). Ds. R. van Beek is voorzitter van deputaten geworden.
Een volgende keer maar weer verder D.V.

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1995

De Wekker | 16 Pagina's

Generale synode van Zierikzee (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1995

De Wekker | 16 Pagina's