Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De preken gaan niet over hun eigen leven" (Vragen rond de prediking 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De preken gaan niet over hun eigen leven" (Vragen rond de prediking 2)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zijn bezig met een bespreking van klachten, die nog wel eens geuit worden over de kerkdiensten. Klachten door jongeren, maar niet alleen door hen. De eerste klacht, een vorige keer besproken, was: „De preken zijn vaak te moeilijk".
Nu de tweede, onder woorden gebracht in bovenstaande zin. Met als toelichting:
De vragen waar ze mee bezig zijn, zowel op micro- als op macro-niveau, komen zelden duidelijk naar voren. In de preken ligt het accent op mensen en gebeurtenissen „daar en toen" in plaats van op het „hier en nu". Daardoor wordt het voor hen niet duidelijk dat het geloof relevant is voor hun eigen leven. Als de kerk één ding moet bieden dan is het wel dat ze duidelijk laat zien wat je aan het geloof hebt voor je gewone leven; wie God is en welke plaats Hij in je leven in kan nemen!
„De preken gaan niet over hun eigen leven", een zware beschuldiging. Want als dat werkelijk zo is, dan kan er beter niet gepreekt worden. Dan zou de preek een verhaal van vroeger zijn, leuk voor enkele historisch geïnteresseerden, maar zonder veel betekenis voor ons leven vandaag. Dat zou verschrikkelijk zijn, de doodsteek voor de kerk vandaag. Is het waar?
Doen vele jongere en oudere gemeenteleden hun dominee het genoegen, nog naar hem te komen luisteren, omdat ze dat zo gewend waren, of omdat het toch wel een aardige man is, terwijl het hun minder en minder doet? Ik moet haast denken dat het waar is. Je hoort het ook zo dikwijls. Ik ben zelf dominee, en ik ben haast bang om erover te schrijven. Maar het is me gevraagd en ik mag niet weigeren.
De spiegel wordt mij voorgehouden. Als ik de klacht goed begrijp, is het niet helemaal zo erg als ik nu schrijf, maar wel gevaarlijk dicht erbij. Want er wordt nog wel erkend, „dat het geloof relevant is, van betekenis is, voor ons eigen leven". En ook, dat duidelijk moet worden wat je voor het dagelijkse leven aan het geloof hebt. Verder: „duidelijk wie God is en welke plaats Hij in je leven in kan nemen". Dat is allemaal wel iets verschillends, maar de bedoeling is wel duidelijk. De preken zijn niet duidelijk genoeg. En de dominee weet misschien onvoldoende wat het dagelijkse leven is.

Er komen een heleboel gedachten bij me op, als ik probeer om antwoord te geven.
Misschien denk je, dat bovengenoemd verwijt speciaal Christelijke Gereformeerde dominees treft. Maar dat is niet zo; het artikel komt oorspronkelijk uit „Trouw" en er is dus alle kans, dat het over Hervormde of Gereformeerde dominees gaat. Maar, denk je dan, in die kringen hoor je vaak dat ze over hedendaagse vragen preken en daar dan ook nog de Bijbel bij halen. En dan zou je denken dat ze het juist wèl over het geloof in je dagelijkse leven hebben. Niks hoor, het verwijt treft juist of ook de preken daar. Wat zal er dan van onze preken gezegd worden! Maar ook wij preken lang niet allemaal gelijk, lang niet. Moet ik de vraag, de klacht, niet allereerst naar mezelf toetrekken? Dus ga ik verder denken.
Waarom preek ik? Omdat ik er toe geroepen ben. Door wie? Door God Zelf. Als ik het zo niet stel kan ik niet preken en vlucht ik van de preekstoel weg of af. Waarom komen mensen naar de kerk? Om God te leren kennen.
Wat een woorden. Toch staan ze ook in bovengenoemde vraag: „duidelijk laten zien wie God is en welke plaats Hij in je leven in kan nemen".
Daarmee hangt het volgende samen, en dat is fundamenteel: Een preek is niet een verhaal over wat mensen over God denken, maar een preek is een boodschap van de Andere Kant.
Dat moeten we goed tot ons door laten dringen. En dan niet een geheimzinnige „andere kant" op een occulte manier, maar een boodschap die ons heel concreet bekendgemaakt is. Die boodschap loopt de menselijke geschiedenis in via het uitgekozen volk Israël en vooral in de persoon van Jezus Christus. Die met beide benen op de grond van deze aarde stond, waar u, jij en ik rondlopen. Zo concreet.
En toch: een boodschap van de Andere Kant, dat wil zeggen, van onze onbegrijpelijke Schepper, die ons aanspreekt als gevallen zondaren en die komt met een boodschap van radicaal herstel.
En het moeilijke van die boodschap is wel een beetje, dat wij Hem nooit gezien hebben en dat er allerlei twijfels in ons hart kunnen opkomen, maar het moeilijke van die boodschap is vooral, dat wij er niet áán willen. Een boodschap die ons vernedert maar ook in al zijn heerlijkheid mee wil hebben. En dat wordt nu op duizend manieren in de Bijbel gedemonstreerd.

Om te laten zien, dat een preek, bijbels gezien, de mensen wel degelijk in hun eigen situatie raakt, een voorbeeld uit de geschiedenissen van het Oude Testament, uit de Psalmen, uit de Profeten, uit de Evangeliën en uit de brieven.
Uit de geschiedenissen. De profeet Nathan kwam aan koning David een verhaal vertellen; een preek zouden we kunnen zeggen. Van die arme en die rijke boer, je weet het wel. En wat zegt Nathan tegen de koning? Gij zijt die man! Zo moeten we in de preek „onze naam horen noemen", zei men vroeger wel.
Het tweede. Uit de Psalmen. Wel honderd voorbeelden. Vooruit, een geschiedenispsalm. Psalm 106. De Israëlgeschiedenis wordt bezongen, dikwijls tot schaamte, en het slot is: Verlos ons, HERE onze God, verzamel ons weder uit de volken, opdat wij uw heiligen Naam loven, ons beroemen in uw lof. Wij komen zelf in de psalm voor. Neem uw heilige Geest niet van mij, Psalm 51; verenig mijn hart om uw Naam te vrezen, Psalm 86. Enzovoort.
De Profeten. Jesaja spreekt in hoofdstuk 40 over de schepping, ja op een magistrale wijze. En dan zegt hij: Waarom zegt gij dan, o Jakob, en spreekt, o Israël, mijn weg is voor de HERE verborgen, en mijn recht gaat aan mijn God voorbij? Rechtstreekse toepassing, directe betrokkenheid.
De Evangeliën. Weet je hoe Maarten Luther Johannes 3 las? Alzo lief heeft God Maarten Luther gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Opdat Maarten Luther, die in Hem gelooft, niet verderve maar het eeuwige leven hebbe. Nee, dat staat niet in de Lutherbijbel, maar het is zijn preek.
De brieven? Hier noem ik niet eens voorbeelden. Het zijn brieven! Gemeentelijk en persoonlijk gerichte brieven! Bemoedigingen, bestraffingen, aansporingen. Onderzoekt uzelf, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf. Of zijt gij niet zo zeker, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk.

In een vorige gemeente was er eens een jongeman, die tegen mij zei: Dominee, weet u wel wat u doen moet? U moet de mensen vertellen hoe ze uit de hel kunnen blijven! Ja, die jongen had wel psychische problemen en ik kon later niet meer zo bij hem terecht, maar hij had wel gelijk. Dat bedoelde ik met te zeggen: we komen met een boodschap van de Andere Kant.
Dat is de taak als prediker: de mensen besef van God geven. De apostel Paulus moest een keer met verdriet aan de gemeente van Corinthe schrijven: sommigen hebben geen besef van God (1 Corinthiërs 15:34).
Kijk, dat is het, waar we als dominee toe geroepen zijn: mensen besef van God bijbrengen. Kunnen we dat? In de verbondsbelofte is beloofd, dat God het Zelf wil doen door zijn Geest, maar dat weer door het Woord.
Dus moet ik ook het Woord brengen en niet iets anders. Niet de moderne wereld en niet de menselijke traditie. Ik mag er wel iets van laten zien. En dat doe ik dan graag via de lijn, die ik hierboven al aanstipte. Het heeft de Almachtige God behaagd, een volk te roepen in zijn speciale dienst, het volk Israël, door Abraham, Izaäk en Jakob. Hij heeft dat volk zijn beloften, zijn verbond, zijn wet gegeven. Hij heeft Zich echt geopenbaard. Zichzelf doen kennen. Daar hebt u het Oude Testament. Heilsgeschiedenis, heilshistorie met nadruk op beide delen van dat woord.
En dan, zo ontleen ik immers aan de brief aan de Hebreeën, nadat God eertijds en vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken heeft in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon. Ondubbelzinnig. Daar hebt u het Nieuwe Testament. En hoe God is, dat mag je nu in Jezus weten en zien. Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien, zei Hij.
En sinds de Pinksterdag is deze boodschap de wereld ingegaan en de mensengeschiedenis. Zo heeft het Evangelie wonder boven wonder ook u en mij bereikt. Door de Geest mag nu ons hart voor die boodschap opengaan. En daarom preken wij. Niet zo'n erg aantrekkelijke boodschap, schreef Paulus ergens, want voor godsdienstige mensen (de Joden van zijn dagen) is het een ergernis, een aanstoot, voor culturele en wetenschappelijke mensen (de Grieken van zijn dagen) is het een bespottelijke boodschap. En toch kwam hij er mee en waagde hij het er mee. Er was namelijk nog een derde soort: diegenen die geroepen zijn, beide uit Joden en heidenen.
Besef van God. Daaraan werken we in de preken.
Er is natuurlijk nog wel verder antwoord te geven op de gestelde vraag. De werking van het Evangelie in je dagelijkse leven. Ja, het is geen toverwoord. Zelfs moet je zeggen: je moet er eerst een wedergeboren mens voor zijn om nu verder te kunnen. Een verlammend woord? Nee, want je mag vandaag nog tot geloof komen. Zoals de Here Jezus met Nicodemus besprak, zie weer Luthers reactie hierboven genoemd.
Dan heeft de Here God een plaatsje voor je en een taak, hoe groot ook of hoe klein ook, hoe begaafd je misschien bent of hoe eenvoudig.

Laten zien wat je aan je geloof hebt in je dagelijkse leven. Niet als een wetboek met toepasbare regeltjes. Toch als een wet, namelijk de volmaakte wet. God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Concreet? Daar is de preekstoel nauwelijks voor. Ik zeg niet: helemaal niet, want er zijn situaties denkbaar dat de prediking heel concreet moet worden.
En dan kan ik me wel indenken, dat er preken zijn, die levensvreemd overkomen. Ik heb ze zelf wel gehoord en misschien ook wel gehouden. Wat dat betreft ben ik altijd nog blij, dat ik vroeger in het gewone leven heb gestaan en dat ik uit een arm gezin afkomstig ben.
Maar over het algemeen moet de preek algemene regels geven. Voor de concrete toepassingen is soms een catechismuspreek, anders een bijbelkring, een leerhuis, een gespreksavond, een wijkavond, een huisbezoek. In alle openheid en met veel inzicht en bereidheid tot luisteren.
Een preek, ver van de mensen af? Het wil nog wel eens helpen om een voorbeeld in de preek te gebruiken dat erg aanslaat. Soms lukt je zoiets, soms zelfs als een inval op het moment zelf en je merkt hoe de gemeente attent wordt. Maar daar is niet iedereen even sterk in. En vooral: het is nog veel beter om erop te letten, dat de Bijbel zelf vol, werkelijk stampvol, staat met voorbeelden, in de profeten, in de brieven. Werk die maar uit en je zult zien hoe de Schrift opengaat.
Heb ik nu antwoord gegeven? Onvoldoende. Er zitten veel kanten aan; als studenten heb je er veel over meegekregen in je studietijd. Wordt het allemaal in toepassing gebracht? Ik laat het maar als een vraag staan.
Nu rond ik de beantwoording van de tweede vraag hier maar mee af. Maar onthoud vooral: de preek is een boodschap van de Andere Kant!

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1995

De Wekker | 16 Pagina's

„De preken gaan niet over hun eigen leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1995

De Wekker | 16 Pagina's