Christelijke Gereformeerde Bezinningskring binnen de classis Leeuwarden

Op 17 november j.l. werd een openbare samenkomst gehouden te Damwoude met als spreker ds. J.H. van Dijk uit Urk met als onderwerp „de positie van de vrouw in de kerk".
Spreker begon met te zeggen dat het een gevoelig, voor sommigen een gewaagd, maar ook een actueel onderwerp is.
De rectorale rede van prof. Hovius in 1950, alsmede het referaat in 1982 door prof. Van 't Spijker voor de ambtsdragers behandelde hetzelfde onderwerp.
Prof. Hovius had een profetische blik toen hij stelde:
„Gelet op de ontwikkelingen in zowel de Ned. Hervormde als Geref. Kerken kunnen wij ons ervan verzekerd houden dat ook onze kerken zich daarover moeten uitspreken.
Daarom is het nodig dat de kerken er telkens op blijven wijzen dat de Schrift de toelating van de vrouw tot te ambten verbiedt".
Onze laatste synode heeft een commissie benoemd om ons kerkelijk standpunt te funderen. In 1950 besloot de NH synode om alle ambten voor de vrouw open te stellen.
In 1967 volgde de Ger. synode dit voorbeeld, waarbij prof. Berkouwer opmerkte dat deze beslissing een bewijs is van verschuiving in de Schriftbeschouwing.
In 1968 besloot onze eigen synode het in de vrijheid der kerken te laten de zusters te laten deelnemen aan de verkiezing van ambtsdragers.
De invloed van de emancipatie moeten we niet veronachtzamen. Hoevelen onder ons zijn in verwarring gekomen door de geest van deze eeuw om het Woord te bestormen met vragen die ons niet geoorloofd zijn.
Is de Bijbel een mannenboek zoals de feministen zeggen?
Spreker benadrukt dat de vrouwen in de Schrift geen minderwaardige maar een ereplaats innemen. Hij waarschuwde om door het oproepen van ongepaste tegenstellingen het Woord aan te tasten. Het onfeilbare Woord doet niet tekort aan de plaats van de vrouw maar juist recht. In de over de plaats van de vrouw gaande Schriftgegevens geeft de apostel iets door uit de scheppingsorde. De wil van Christus geeft hij weer en dit is geen tijdgebonden Woord. Ook de man wordt zijn plaats gewezen als zich hebbende te schikken onder zijn Hoofd, Jezus Christus, voordat hij het hoofd der vrouw kan zijn.

Met welke hermeneutische bril op lezen we de Schrift?
Door wie laten we ons leiden, door de Geest of de tijdgeest?
Calvijn zegt dat de vrouw de man toegevoegd is als gezellin en medegenoot. Ook voor de zusters der gemeente ligt er een geweldige taak en roeping om in christelijk dienstbetoon iets te laten zien van de liefde van Christus. Ze worden niet terzijde geschoven maar zijn als bidders van grote waarde voor heel de gemeente en Gods Koninkrijk. Zo kunnen ze, gedreven door Gods Geest, in het besef van taak en roeping, hun plaats innemen tot eer van God en welzijn der gemeente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen