Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragen over de toekomstprediking (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragen over de toekomstprediking (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
Deze keer wil ik proberen de overige drie vragen te beantwoorden die alle gaan over de gestorven gelovigen. Samengevat luidden die vragen als volgt. Hoe kunnen de gestorven gelovigen voor Gods rechterstoel komen, terwijl voor hen de grote beslissing reeds is gevallen, zoals trouwens ook voor de gestorven ongelovigen?
En krijgen de gelovigen die in leven zijn bij Christus' komst niet met Gods oordeel te maken, omdat zij met de reeds gestorven gelovigen bij Zijn komst door de Here zullen worden opgenomen om altijd bij Hem te zijn (1 Thess. 4:17)?

Leesregel
Graag wil ik herhalen wat ik de vorige keer schreef. Wij hebben de neiging om in het NT een beschrijving van de wederkomst te willen lezen. Die beschrijving wordt niet gegeven. Tevens wordt in het NT dikwijls op heel andere vragen ingegaan dan op vragen die bij ons leven. Daarom moeten we erg voorzichtig zijn met conclusies en niet meer willen lezen dan wat er staat. Zo heeft het veel verklaarders verbaasd dat Paulus in 1 Thess. 4:13-18 en in 1 Kor. 15 wel schrijft over de opstanding van de gelovigen en niet over die van de ongelovigen. Telkens weer wordt geprobeerd toch ook die laatste opstanding uit deze gedeelten af te lezen. Ook valt het op dat Paulus hier niet over het oordeel spreekt. Volgens sommigen betekent dat dat er bij deze opstanding van het oordeel geen sprake is. Anders had Paulus daarover moeten schrijven. Volgens hen gaat het hier over de opstanding van de gestorven gelovigen; over de opname van de gemeente. Pas daarna zou Christus dan met Zijn gemeente komen om het oordeel te voltrekken.
Naar mijn mening wordt op zo'n wijze wat Paulus in 1 Thess. 4 en op andere plaatsen over de wederkomst schrijft ingepast in een dogmatisch stramien. Het is treffend dat christenen die van anderen zeggen dat zij naast de Bijbel ten onrechte de belijdenis hebben en dogmatiek (te) belangrijk vinden zelf Paulus zo dogmatisch lezen.

De boodschap van 1 Thess. 4:13-18
In 1 Thess. 4 schrijft Paulus niet over dé opname van de gemeente. Hij gaat op pastorale wijze in op de vraag of de gestorven gelovigen in het nadeel zullen zijn bij de gelovigen die Christus' wederkomst zullen meemaken. Hij troost de Thessalonicenzen met de boodschap dat er voor de ontslapen gelovigen geen enkel nadeel zal zijn, daar ze eerst zullen opstaan om dan met de andere gelovigen te worden opgenomen om altijd met de Here te wezen. Het gaat dus om de gelijktijdigheid waarmee alle gelovigen door de Here tot Zich worden genomen in Zijn volle gemeenschap. Hier gaat het alleen maar om de zalige gemeenschap tussen Christus en de zijnen; hoe de gestorven gelovigen daarin bij de komst des Heren zullen delen, samen met de levende gelovigen. Meer wil Paulus hier niet zeggen.
Hij zegt hier niets over het oordeel (over de ongelovigen). Daarom valt uit 1 Thess. 4:17 niet de conclusie te trekken dat de levende gelovigen niet met Gods oordeel te maken krijgen. Over dat punt schrijft Paulus hier helemaal niet. Hij schrijft zelfs niet over de opname van de gemeente, al zegt hij dat de gelovigen worden opgenomen, maar geeft woorden van troost aan bedroefde gelovigen over het toekomstig lot van hen die in Christus ontslapen zijn.

De grote beslissing
Daarmee blijft de vraag of de (gestorven) gelovigen voor Gods rechterstoel in het oordeel zullen komen staan; evenals de vraag of de gestorven gelovigen en ongelovigen zullen terugkeren van hun reeds ingenomen bestemming. Valt de grote beslissing niet bij het sterven van de mens?
Vanuit die laatste vraag wil ik inzetten. Zo wordt het dikwijls gezegd. Zo kan het ook worden gezegd. Toch is daarmee niet alles gezegd, zelfs het eerste en belangrijkste niet. De grote beslissing voor de mens is gevallen toen hij gevallen is. Door de zondeval liggen we allen onder het oordeel. Daar kunnen en willen we uit onszelf geen verandering in brengen. We zijn en blijven verloren zondaren. Maar God zond Zijn Zoon om het verlorene te zoeken. Hij nam de grote beslissing om zondaren door Jezus Christus te redden. Dat geschiedt naar Zijn raadsbesluit.
Een ieder die in Hem gelooft, gaat niet verloren, maar heeft het eeuwige leven. Zovelen Hem hebben aangenomen en zullen aannemen heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden. Dat zijn zij die uit God geboren zijn (Joh. 1:12, 13).
Daarom kan óók gezegd worden dat de grote beslissing in de wedergeboorte valt. Dan sterf je voor je sterft. Je sterft met Christus en aan de zonde. Met Hem sta je op tot een nieuw leven. Als dat wonder zich voltrokken heeft, sterf je niet als je sterft. Hoewel het niet verkeerd is om te zeggen dat de beslissing bij het sterven valt, moeten we niet vergeten dat de beslissing in werkelijkheid eerder gevallen is; dat de goede beslissing eerder vallen moet.
Nogmaals zij gezegd dat wie in Christus gelooft het eeuwig leven heeft. Dat krijgen we niet pas bij ons sterven of bij Christus' komst, maar reeds in de wedergeboorte. Door de kracht van Christus' bloed en Geest mogen we in het geloof weten dat het oordeel aan Christus is voltrokken. In Christus is het onmogelijk dat we veroordeeld zullen worden. In Hem is er zaligheid, nu en straks. Het wordt steeds rijker en heerlijker. Want wie sterft, sterft geheel en al af van de zonden. Maar zijn lichaam wordt in het graf gelegd en vergaat. Daarom is er pas sprake van volkomen zaligheid bij de opstanding van het lichaam. De volkomen zaligheid en heerlijkheid, want Gods Koninkrijk, komen pas bij de komst van de Here Jezus. Dat geldt ook voor de rampzaligheid.

Gods oordeel over allen
Opnieuw denk ik in dit verband aan onze apostolische geloofsbelijdenis, die zegt: Hij komt om te oordelen de levenden en doden. Hij komt om allen te oordelen; zij die bij Zijn komst leven en zij die dan gestorven zijn; zij die geloven en zij die niet geloven. Sommige christenen zijn het met dit artikel uit de geloofsbelijdenis niet eens. Naar hun overtuiging krijgen in het eindgericht de gelovigen niet meer met Gods oordeel te maken. Want voor de gelovigen is de Here niet meer de Rechter, maar de Redder. Toch zegt Petrus dat Christus een Rechter is van levenden en doden (Hand. 10:42). Hij schrijft dat zonder onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen te maken. Ook Paulus spreekt over de dag des oordeels waarop de Here de aardbodem rechtvaardig oordelen zal (Hand. 17:31). De geloofsbelijdenis spreekt de apostelen na. Daarmee is niet gezegd dat zij die geloven de kans lopen om veroordeeld te worden. Hun Rechter is inderdaad hun Redder, want Christus is voor hen veroordeeld aan het kruis. Hij heeft de straf gekregen. Daarom is er voor hen vrijspraak.

Vrijspraak
Die vrijspraak zal worden uitgesproken in het laatste oordeel. Maar eerder hebben zij die ook al mogen vernemen. De vrijspraak is er met het geloof. Gerechtvaardigd door het geloof hebben we vrede bij God door onze Here Jezus Christus (Rom. 5:1). In de verkondiging van het evangelie wordt die vrijspraak telkens herhaald. Bovendien wordt zij herhaald als de gelovige in Christus ontslaapt. Het evangelie van de vrijspraak wordt voor het laatst verkondigd en bereikt haar hoogtepunt bij de komst des Heren. Dan is er niet alleen de vrijspraak in het geloof, waarmee de zonden in het leven botsen. Ook is er niet slechts de vrijspraak zoals ze beleefd wordt door de ziel die na het sterven mag delen in de zaligheid. Maar na de opstanding van het lichaam bij de komst des Heren mag de gehele mens er totaal en eeuwig in delen. Als de Here komt zullen al de zijnen samen altijd met Hem wezen.

D. Visser

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Vragen over de toekomstprediking (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1996

De Wekker | 16 Pagina's