Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Recht van verzet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Recht van verzet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie vandaag over het recht van verzet iets zegt, mag rekenen op een luisterend oor. Ons land werd als moderne staat geboren uit het verzet tegen Spanje. De vrijheidsstrijd legde de grondslag voor het bestaan van de vrije provinciën. Menigmaal is er in de geschiedenis van ons land sprake geweest van verzet. De Franse bezetting aan het begin van de 20e eeuw, de Duitse overheersing in het midden van de 19de, zij hebben in ons volkskarakter een trek ingebrand, die ook na lange tijd haar kracht niet verloochent. Nu er sprake is van een zeker asielrecht komen hier en daar kerkelijke gemeenten in gewetensnood en is zelfs de vraag naar de wettigheid van weerstand tegen de overheid al lang niet altijd meer een theoretische kwestie.
Over de problematiek die hier aanwezig is verscheen in het laatst van 1994 een dissertatie te Kampen, verdedigd aan de Theologische Universiteit (Broederweg), waarbij prof. J. Douma als promotor optrad. In de promotiecommissie hadden naast hem ook prof. F. van der Pol en prof. W.H. Velema plaats. Het proefschrift is van de hand van Jürgen-Burkhard Klautke. Het heeft als titel Recht auf Widerstand gegen die Obrigkeit?¹
Uitgangspunt is de situatieschets van de tweede helft van de 20e eeuw, toen studentenopstanden het klimaat in West-Europa en in de Verenigde Staten grondig wijzigden. Er kwam een verzet los, dat zich legitimeerde op gronden die maatschappelijk, wijsgerig en theologisch niet houdbaar waren.
Vanuit deze probleemstelling werd door Klautke de geschiedenis van kerk en cultuur nagespeurd om te zien hoe in de loop der eeuwen over de vraagstelling werd geoordeeld. Ik noem hier de inhoud van de hoofdstukken, waarin de materie wordt gepresenteerd: eerst de Griekse en Romeinse klassieke wereld, vervolgens de gedachten daaromtrent in de vroege kerk, daarna de Middeleeuwen en de Reformatie, waarbij Luther en de Wittenberger theologen uitvoerig aan de orde komen, evenals Zwingli. Het Franse verzet, de strijd van de Hugenoten en het standpunt van Calvijn in verband daarmee en daartegenover komen dan aan de orde. De Angelsaksische wereld met Schotten en Puriteiten vragen dan de aandacht, evenals de visie van de Nederlandse leiders van de opstand. Een overgang naar de moderne tijd vinden we bij de theorieën van Hobbes, Locke en Kant. Het laatste hoofdstuk komt met een beoordeling. Deze berust op de uitleg van Romeinen 13:1-7, waarna in principe het recht van verzet wordt afgewezen vanuit een fundamentele positieve houding tegenover de overheid, maar ook door een positieve belijdenis van de voorzienigheid. Het nee tegen het recht van verzet wordt echter niet zonder meer uitgesproken. Het betekent geen onvoorwaardelijke gehoorzaamheid zonder enige vorm van kritiek. Er is sprake van een ultima ratio, een allerlaatste overweging: dan wanneer er een discrepantie is tussen recht en macht, kan men van verzet spreken, waarbij echter het geweld zo gering mogelijk moet worden toegepast en waarbij het doel in het oog wordt gehouden. Dit bestaat in de opheffing van een toestand van onrecht en in het scheppen van een mogelijkheid voor een menselijke samenleving. Bevoegde gezagsdragers zullen dit recht moeten hanteren. Het gebed moet in de overwegingen een plaats verkrijgen.
In feite komen naar onze gedachten de opvattingen van Klautke overeen met die van Calvijn. Geen onbeperkt recht van verzet, maar een gedisciplineerd en gezagvol optreden van (overheids)instanties, die voorkomen dat er een revolutie losbreekt.
De vraag is of beschermers van het asielrecht met deze opvatting werkelijk uit de voeten kunnen. Van een individueel optreden kan er, zo lijkt het, binnen deze conceptie geen sprake zijn. Een mogelijkheid blijft open wanneer officiële organen, waartoe wij zeker ook de kerken rekenen, in het geheel een duidelijk standpunt innemen. De kerken zullen altijd het woord van de apostelen in herinnering roepen: gehoorzaamheid aan de overheid kent slechts één er boven uit stijgende trap. Het is de gehoorzaamheid aan Gods geboden. En juist die gehoorzaamheid is gestileerd naar recht en orde. De studie is bijzonder waardevol omdat zij een reeks van argumenten de revue laat passeren, die in de loop der geschiedenis gehanteerd zijn, terwijl ze alle getoetst worden aan het Woord Gods.

W. van 't S.

¹) De dissertatie verscheen in twee delen, t.w. een deel tekst van 634 blz., en een tweede deel waarin de aantekeningen en de literatuur zijn opgenomen, nog eens 269 blz. omvattend. Uitgever is Kok-Kampen. De prijs bedraagt ƒ 144,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Recht van verzet

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 februari 1996

De Wekker | 16 Pagina's