Enkele opmerkingen over het lasteren van de Heilige Geest

Deze zonde in de Bijbel
In een pastoraal gesprek vroeg iemand: Kunt u eens precies zeggen wat het zondigen tegen de Heilige Geest is? Het is bekend dat gelovige mensen soms kunnen worden aangevallen met de gedachte dat ze tegen de Heilige Geest gelasterd hebben.
De Here Jezus Christus heeft inderdaad van deze zonde gesproken. Hij zegt dat wie tegen de Heilige Geest gelasterd heeft, geen vergeving heeft in eeuwigheid. Zo iemand staat schuldig aan eeuwige zonde, zie Marcus 3:29. Ongeveer hetzelfde staat in Mattheüs 12:31 en 32. Spreekt iemand een woord tegen de Zoon des mensen (Jezus), het zal hem vergeven worden. Maar spreekt iemand tegen de Heilige Geest, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende eeuw. Zie ook nog Lucas 12:10. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wordt van deze zonde in andere bewoordingen gesproken in Hebreeën 6:4-6.
Wie eenmaal verlicht is geweest en van de hemelse gaven genoten heeft en deel heeft gekregen aan de Heilige Geest en daarna weer afvalt, kan niet opnieuw tot bekering komen. Want zulke mensen kruisigen opnieuw de Zoon van God en maken Hem tot een bespotting. Dat zijn ernstige woorden. Vergelijk ook wat er staat in Hebreeën 10:26, 27. Als wij opzettelijk zondigen nadat wij tot erkentenis van de waarheid zijn gekomen, blijft er geen offer voor de zonden meer over, maar een vreselijk uitzicht op het oordeel. In dit verband is ook te noemen 1 Johannes 5:16, waar gesproken wordt van het bestaan van zonde tot de dood.

Het is te begrijpen dat mensen met deze ernstige woorden uit de Schrift kunnen worden aangevallen. Als de satan deze woorden in de ziel legt en je er - tijdelijk - niet meer los van kunt komen, dan kan dat een zwaar geestelijk lijden opleveren.
Ik heb dit lijden bij mensen een paar maal meegemaakt. Gelukkig mocht daarna ook de bevrijding van deze aanvechting gesmaakt worden!

Goed onderscheiden
Het zondigen tegen de Heilige Geest in de door Jezus bedoelde zin bestaat dus. We kunnen deze woorden niet afzwakken en wegredeneren. Ze staan er als een laatste waarschuwing. Maar we moeten wel goed onderscheiden. Want elke zonde is ook een zonde tegen de Heilige Geest te noemen. We zondigen immers tegen de drieënige God, tegen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Daarom is elke zonde ernstig en elke zonde heeft belijdenis en vergeving nodig.
Nu bestaat er voor alle zonden vergeving voor wie zijn zonden belijdt!
Dat is het Evangelie van de schuldvergeving: Voor alle zonden en schuld is vergeving. Voor de zwaarste vloeken, voor de grootste ontrouw, voor het spreken tegen God en Christus: Er bestaat vergeving voor. Voor iedere zonde, die beleden wordt, is vergeving. Dus ook voor zonden, die de Heilige Geest raken en die ook tegen Hem bedreven zijn.

Het eigene van deze zonde
Jezus heeft een geheel eigen zonde op het oog als Hij spreekt van het lasteren tegen de Heilige Geest. Dat is heel wat anders dan het bedroeven van de Geest, het uitblussen van de Geest en het tegenstaan van de Geest. Wat Jezus met het lasteren tegen de Heilige Geest bedoelt, kan ons duidelijk worden uit de verbanden, waarin Jezus van deze onvergeeflijke zonde heeft gesproken.
In Mattheüs 12 lasteren de Farizeeën het verlossingswerk van Jezus. Christus bevrijdt mensen die door boze geesten gebonden zijn. Hij drijft de boze geesten uit. De Farizeeën zeggen dat Jezus dat doet door Beëlzebul, de overste van de geesten. Dus Jezus werkt door de krachten van de duivel. Hij doet duivelswerk. De Farizeeën zeggen dat wat Jezus doet het eigen, pure werk van de duivel is. Jezus is een handlanger van de duivel, dienaar van de satan. De Farizeeën zien dat het anders is, want Jezus drijft juist de boze geesten uit en bindt de sterke, dat is de duivel. Hij toont Zijn macht en heerschappij over het rijk van de satan.
Desondanks houden de Farizeeën vol dat Jezus een dienaar van de duivel is. Dat nu is het lasteren tegen de Geest of zeker de eerste stap op weg naar deze onvergeeflijke zonde. Het is inderdaad bewust en tegen beter weten in zeggen dat het reddingswerk van Jezus Christus het eigen werk van de duivel is. Jezus is niet de Zoon van God, maar de zoon van de satan! Je huivert als je zulke woorden opschrijft en leest. Hier werkt de volle haat en vijandschap tegen Jezus en Zijn verlossingswerk.

In de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek - de bladzijden 386-388 - schrijft prof. dr. W.H. Velema over deze zonde. Hij zegt dat het eigene van deze zonde niet zit in het opzettelijke en evenmin in het lasteren. Dat kan ten diepste van alle zonden gezegd worden. Hij zegt dan: „Het brute, welbewuste van de afwijzing van Christus, terwijl de Geest overtuigd heeft van de waarheid Gods in Christus, is de angel, is het duivelse in deze zonde".
Iemand is het licht opgegaan maar hij noemt het licht zelf duisternis. De miskenning van Gods werk in die mate dat wat van God komt voor duivels werk wordt aangemerkt, daarin zit het onvergeeflijke en het innerlijk onmogelijke van de boetvaardigheid.
Men kan zeggen dat in het lasteren tegen de Heilige Geest de volle vijandschap tegen het Evangelie van Gods genade voor zondaren openbaar komt. Men geeft zich geheel over aan die vijandschap en komt zo in een verharding van hart en ziel terecht, dat men niet meer terug kan. Men wil ook niet meer terug. Men wil geen schuld meer belijden, men wil Jezus niet als Zaligmaker van de zonden. Men vindt zelfs een duivelse lust in het zwart en bespottelijk maken van het werk van de Here Jezus Christus. Daarom is deze zonde ook onvergeeflijk te noemen omdat men op geen enkele wijze vergeving wenst. De stoppen van de vijandschap en de haat zijn doorgeslagen.

Waarschuwing en oproep
We worden inderdaad voor deze zonde gewaarschuwd. Maar de bedoeling van Jezus is niet dat wij nu daarover zullen gaan tobben. Neen, het Evangelie is dat God alle zonden vergeeft. Wie zijn en haar heil bij Christus zoekt en Zijn bloed nodig heeft, die heeft de zonde tegen de Heilige Geest, waarvan Jezus gesproken heeft, niet bedreven. Dat is zeker.
Het is ook niet aan ons om te constateren of iemand deze zonde begaan heeft of aan het begaan is. Op zijn hoogst kunnen we er in de waarschuwende vorm tegen iemand anders over spreken. God Zelf zal in het eindgericht constateren of iemand zich aan deze zonde heeft schuldig gemaakt. Wel mag met alle ernst gezegd worden dat juist zij, die eenmaal gedoopt zijn, die het Evangelie ooit hebben gehoord en zich er verder niets aan gelegen laten liggen, moeten schrikken van deze woorden van Jezus. Verlaters van geloof en kerk kunnen niet rustig blijven bij de waarschuwing van Jezus. Het appel op hen is: Keer terug! Met berouw en belijdenis. Keer terug tot Jezus, want Hij is uw Redder en Hij alleen. En daarom eindig ik met deze oproep aan alle kerkverlaters: Keer terug!

J. Jonkman

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen