Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als liederen hun geheimen prijsgeven (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als liederen hun geheimen prijsgeven (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Neem mijn leven
Veel Engelse liederen hebben als auteur een dichteres. Wie bij Frances Ridley Havergal de jaartallen 1836-1879 ziet, denkt wellicht aan een conservatieve, deftige, Victoriaanse dame, die buiten het gewone leven staat. Ze is echter een levenslustige jonge vrouw, hartelijk, plezierig in de omgang, dochter van een predikant, die ook een vooraanstaand kerkmusicus en componist is.
Zelf is zij literair en muzikaal zeer begaafd en ze heeft een prachtige stem. Haar lied „Gouden harpen ruisen" kan wel op haar zelf slaan.
Heel haar leven staat in het teken van zorg voor anderen; graag wil ze hen tot Christus leiden.
„Dichten", zo vertelt ze, „doe ik biddend. Nooit schrijf ik eigenlijk zelf een lied. Ik voel me een kind, dat bij elke zin opkijkt en vraagt: wat zal ik nu verder schrijven?"
In haar lied „Neem mijn leven" zou een couplet „Neem mijn pen" heel goed op zijn plaats zijn geweest.
Op een adventszondag in december 1873 toont Christus haar, dat Zijn bloed reinigt van alle zonden. „Hij, die mij rein heeft gemaakt, kan mij ook rein houden", zo vertelt ze haar zuster. „Ik heb mij aan Hem overgegeven en vertrouw er volkomen op, dat Hij mij in Zijn hoede zal nemen. Er moet immers van volkomen toewijding sprake zijn, wil men de volle zegen ontvangen".
„Take my life" schrijft ze op 4 februari 1874, als zij 38 is. Zij logeert bij vrienden, tien mensen die in naam wel christen zijn, maar geen van allen leven uit overgave aan Christus, uit de vreugde van Hem te mogen zijn.
Op de heenreis heeft ze gebeden:
„Heere, geef ze mij allemaal die in dat huis zijn. Laat mij tot zegen mogen zijn als een werktuig in Uw hand". Je kunt er jaloers en beschaamd van worden, als je dit leest. Wie van ons gaat zo naar een verjaardag, een receptie? Haar gebed wordt verhoord. Voor ze weer weggaat, heeft ieder een zegen ontvangen. De laatste nacht bezingt ze het geheim van die overgave. Opnieuw geeft ze haar eigen leven in de handen van haar Heiland. Tegenover de diepte van voor je zelf te leven staat de hoogte van:
Neem mij zelf en t' allen tijd
ben ik aan U toegewijd.
Maar als ze dit dicht, als ze 's nachts neerschrijft „Take my life", weet ze dat haar leven haast heeft gekregen, omdat tyfuskoortsen haar gezondheid knakken. Tegen die achtergrond is duidelijk, dat zij niet langer dicht over jaren - al zal ze nog vijf jaar leven - maar over uren, uren waarin ze vooral zingen wil op hoge toon boven de diepte van haar leven:
Maak mijn uren en mijn tijd
tot Uw lof en dienst bereid
en
Neem mijn stem, opdat mijn lied
U, mijn Koning, hulde biedt.
Dit lied is oorspronkelijk gepubliceerd in de vorm van twaalf tweeregelige coupletten.
Na de algemene toewijding van heel het leven volgen tien speciale aspecten van de menselijke persoonlijkheid en daarna wordt alles samengevat in het woord „zelf". Met de bede „neem" wordt alles wat een mens heeft en is aan God en Zijn dienst geofferd. Hij beslist, welk gebruik Hij ervan zal maken.
Veel is het gezongen en wordt het nog gezongen bij belijdenis van het geloof of bij andere gelegenheden, waar iemand zich voor het eerst of opnieuw in de dienst stelt van Gods Koninkrijk.
Toch hebben er nog al wat mensen moeite gehad met het vierde couplet:
Take my silver and my gold;
not a mite would I withhold.
In de Hervormde bundel van 1938 werden deze regels vertaald als:
Neem mijn zilver en mijn goud.
dat ik niets daarvan behoud.
Voor het Liedboek van de kerken voegde C.B. Burger vier coupletten van eigen maaksel aan dit lied toe. In het Compendium schrijft hij: „Het oorspronkelijke lied staat teveel buiten het gewone leven". De regels luiden daar: Neem mijn zilver en mijn goud, dat ik niets aan U onthoud.
Bijna gelijkluidend staat het in de Uit aller mond-versie. De dichteres onthulde immers zelf enkele jaren later in een brief het geheim van deze regels: men behoeft niet heel zijn bezit in de collectezak te doen, maar men moet het God wel ter beschikking stellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Als liederen hun geheimen prijsgeven (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1996

De Wekker | 16 Pagina's