Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is randkerkelijkheid de gemeente een zorg? (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is randkerkelijkheid de gemeente een zorg? (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel hebben we gezien, dat de problematiek van randkerkelijkheid aan de orde gesteld is op een ambtsdragersconferentie van de classis 's-Gravenhage. Ds. H. de Bruijne uit Den Haag-West hield een inleiding over dit onderwerp. Daarin pleitte hij - op grond van Hebr. 3:12 en 13 - voor het veel meer inschakelen van de hele gemeente. We mogen de rand, die ook onze kerken omgeeft, niet als ballast beschouwen. Het moet ons als totale gemeente als een last wegen. Een last om die met liefde te dragen. In dit tweede artikel wil ik een weerslag geven van de bespreking van de inleiding.

Kerkorde
Ook in onze kerkorde wordt de zaak van de randkerkelijkheid genoemd. In de afdeling, die handelt over de censuur en de kerkelijke vermaning. Art. 77 sub 1 stelt het volgende: Wanneer leden zich geregeld aan de dienst des Woords in eigen kerkverband onttrekken door onverschilligheid, zal de kerkeraad hen herhaaldelijk en met lankmoedigheid vermanen en uiteindelijk bij volharding in hun ongehoorzaamheid de kerkelijke censuur toepassen.
De indruk is, dat deze regel weinig wordt toegepast. Daarbij kan natuurlijk verschil van mening een rol spelen, wanneer er nu sprake is van onverschilligheid. Bovendien noemt de kerkorde geen termijn voor de duur van die lankmoedigheid. Vooral t.a.v. de jeugd is heel veel geduld vereist. Er zijn b.v. kerkeraden, die het besluit genomen hebben t.a.v. jongeren beneden de 30 jaar niet het initiatief te nemen om ze uit te schrijven als lid.
Maar er is natuurlijk een grens. Zou het niet heilzaam zijn als deze regel meer zou worden gevolgd? Zou het daardoor niet duidelijker worden, zowel naar de randleden toe als naar de gemeente toe, dat het eeuwig behoud op het spel staat en dat het geduld van de HEERE niet oneindig is? Zijn wij er nog van doordrongen, dat het zich onttrekken aan de dienst van God zonde is?
Het bespreken van deze vragen leidde tot de volgende conclusie: Het grote probleem is, dat de kerkelijke tucht niet als een liefdemaatregel wordt ervaren, waardoor mensen worden teruggetrokken naar de kudde van Christus, maar als een strafmaatregel. Gezien het feit, dat de kerkelijke tucht zo ervaren wordt, zullen we die niet altijd kunnen hanteren. Maar principieel geeft de kerkorde de lijn aan. We zullen dus zo dicht mogelijk bij de lijn van de kerkorde moeten blijven. Na herhaaldelijk en lankmoedig vermanen, zullen mensen toch duidelijk voor de keuze gesteld moeten worden.

Kerkeraadsbeleid
Al pratende blijkt, dat veel kerkeraden wel een bepaald beleid hebben. B.v. zolang er huisbezoeken gedaan kunnen worden en het mogelijk is om mensen te vermanen en met hen te bidden en uit de Bijbel te lezen wordt er geen actie ondernomen in de richting van de kerkelijke tucht, ook al komt men niet in de kerk. Het is immers Jezus' opdracht om verloren schapen te zoeken, zolang het mogelijk is.
Hierbij komt de vraag aan de orde: Weet de gemeente dat? Is het niet een groot probleem, dat de gemeente er vaak niet van op de hoogte is wat de kerkeraad aan beleidslijn heeft uitgezet? Dat heeft een negatieve invloed op de betrokkenheid van de gemeente en op de voorbede van de gemeente. Daarom is het wenselijk, dat de kerkeraad op de jaarlijkse gemeentevergadering het beleid op dit punt aan de orde stelt, zodat de gemeente het weet. Zo kan de gemeente ook mede verantwoordelijkheid dragen t.a.v. de problematiek van de randkerkelijkheid. Immers randkerkelijkheid begint daar waar de gemeente geen aandacht meer heeft voor de persoon in kwestie.
Door de gemeente zal juist actie ondernomen moeten worden op pastoraal geestelijk niveau. De leden zullen ingeschakeld moeten worden bij het bezoeken van de randkerkelijken. Bij een tuchtprocedure is één van de stappen, dat de gemeente wordt ingeschakeld om het lid, dat onder censuur staat pastoraal te bezoeken. Dit moet veel eerder gebeuren. Juist in die fase van lankmoedig vermanen zal de gemeente moeten worden ingeschakeld. Sommige gemeenteleden hebben gemakkelijker toegang dan kerkeraadsleden.
Verder is natuurlijk de voorbede van belang. Tijdens de diensten zal regelmatig voor de randleden gebeden moeten worden. De vraag werd aan de orde gesteld: Is het misschien in bepaalde situaties gewenst om randkerkelijken bij name te noemen in de voorbede? In sommige gemeenten wordt wel voorbede gedaan bij het uitschrijven. Maar waarom niet eerder?

Houdingsverandering van de gemeente
Het betrekken van de gemeente bij het beleid t.a.v. de randkerkelijken heeft niet in het minst tot bedoeling om een houdingsverandering in de gemeente te bewerkstelligen. Als leden van een gesprekskring aandacht hebben voor een randlid in hun wijk en ze blijven dat randlid uitnodigen voor hun samenkomsten, dan is dat meer dan eens gebleken de weg te zijn voor weer trouw meeleven met de gemeente. Als mensen minder trouw zijn is het juist belangrijk, dat anderen ze vasthouden en de bestaande contacten niet te snel verbreken.
Verder is het mogelijk, dat een kring belijdeniscatechisanten, die een bepaalde band met elkaar opgebouwd hebben, die vertrouwensband benutten door daar op in te haken. Als er jarenlang geen contact is geweest is dat niet altijd even gemakkelijk, maar het is toch een ingang die benut kan worden.
Daarnaast moeten ouders leren om geen negatieve kritiek te spuien waar hun kinderen bij zijn. Vooral bij een kerkelijke overgang naar een ander kerkverband van een gezin met pubers zijn er nogal wat jongeren die breken met de kerk. Hun argument is: Er is toch nooit wat aan en er deugt toch nooit wat van, dus waarom zou ik nog langer meegaan naar de kerk?
Ook het evangelisatiewerk heeft er mee te maken. Een kerk moet per definitie een evangeliserende gemeente zijn. Immers een kerk, die niet werft, sterft. Waar het getuigenis naar buiten ontbreekt, daar begint al meteen het probleem van randkerkelijkheid.
Een ander probleem is, dat veel ouders en soms ook jeugdleiders te weinig moeite doen om jongeren te trekken en dat ze bij voorbaat veel te negatief over de interesse van de jeugd denken en hen niet helpen als de prediking niet overkomt.
Randkerkelijkheid heeft vaak te maken met disharmonie. Dat begint al in het gezin met het bidden van de ouders. Als de ouders niet hardop durven bidden en geen persoonlijk gebed formuleren is dat al een vorm van disharmonie wat de geloofsbeleving betreft. Juist als in al die dingen een houdingsverandering van gemeenteleden optreedt, is dat een sterk wapen tegen de randkerkelijkheid.

Duidelijkheid
Een kerk moet ver gaan in het lankmoedig vermanen. Desnoods schriftelijk als het mondeling niet meer lukt. Maar er is wel een grens. Niemand komt onder de keuze uit: Vóór of tegen Jezus. Als mensen volharden in het ongeloof en ongehoorzaam blijven aan de roepstem van God, zal ook een keer duidelijk gezegd moeten worden: Hier is de grens! Jezus Zelf brengt ook scheiding aan tussen mensen, waardoor de keuze duidelijk wordt: Vóór Hem of tegen Hem. Soms merk je ook aan het reageren van mensen, dat ze die verkeerde keuze gedaan hebben.
We zullen ook moeten waarschuwen, dat als je God loslaat er een moment kan komen, dat er geen weg terug is, zoals Spreuken 1 het zegt. Een kerkeraad zal heel zorgvuldig moeten omgaan met die laatste beslissing om mensen uit te sluiten uit de gemeenschap met God. Gezien vanuit de heiligheid van Gods gemeente zal die beslissing soms genomen moeten worden. Maar die beslissing kan alleen genomen worden vanuit een bewogenheid waar de hele gemeente bij betrokken is.

M.J. Oosting

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Is randkerkelijkheid de gemeente een zorg? (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1996

De Wekker | 16 Pagina's