Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk: wat zegt het de jeugd?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk: wat zegt het de jeugd?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weet u wat uw zoon of dochter dàcht tijdens de kerkdienst van afgelopen zondag? Of bent u al blij dat uw kind minstens één keer per zondag naar de kerk gaat zonder dat dit al te veel gemopper geeft?
En ook jij, jongere, wat dacht jíj zondag na de preek? Of was het zo aangenaam warm in de kerk dat jij je slaaptekort van de zaterdagavond „mooi" hebt kunnen aanvullen?
Bovenstaande vragen komen niet uit de lucht vallen. In onze tijd wordt er veel gezegd over kerkverlating door jongeren. Dit betekent niet eens altijd dat jongeren niets meer met God te maken willen hebben. Wel is het een radicaal nee-zeggen tegen de kerk.
In een recente, zeer kleine, steekproef onder ouders binnen de gereformeerde gezindte blijkt dat men beducht is voor de invloed van de evangelische beweging. Ook jongerendagen van de EO en praise-avonden worden goed bezocht.
We kunnen ons afvragen of dat zo vreemd is. De kerk: wat zegt het de jeugd. Hierop is geen algemeen antwoord te vinden, de ene gemeente is immers de andere niet en ook alle jongeren zijn verschillend. De achterliggende gedachte van deze vraag is hoe een jongere eigenlijk tegen de kerk aankijkt. Natuurlijk zijn er dan jongeren die precies weten hoeveel schrootjes het plafond van de kerk heeft, omdat ze toch niets anders te doen hebben. Weer anderen zitten, het liefst met hun handen onder de kin, in de kerk alsof het ze allemaal niets interesseert: het zal mijn tijd wel duren.
Gelukkig zijn er ook jongeren die naar de kerk gaan en de preek beluisteren omdat het hun wat doet! Ze worden geraakt door de preek. Helaas kan het dan gebeuren dat ze er thuis niets mee kunnen doen, omdat vader en moeder al antwoorden geven voordat de vraag gesteld is. Of omdat toch telkens dezelfde antwoorden gegeven worden.
Sprekend over jongeren en hun zicht op de kerk, kan gesteld worden dat globaal genomen een kind tot ongeveer zijn tiende jaar de kerkgang als boeiend ervaart. Dit is te verklaren door het feit dat het kind zich in de kerk groot voelt. Het mag daar dezelfde dingen doen als de volwassenen, terwijl thuis veel dingen nog verboden worden met de woorden: „Daar ben je te klein voor." In de kerk mogen ze tussen de volwassenen zitten, met de volwassenen zingen, naar dezelfde dominee luisteren.
Vanaf ongeveer dat tiende levensjaar verandert dit. De kerkdienst wordt als moeilijk en lang ervaren. Er wordt niet tegemoet gekomen aan de bewegingsdrang van kinderen; het is stilzitten en luisteren. Hiermee wil ik geen pleidooi voeren voor allerlei alternatieve jeugddiensten waarin er voor de jeugd een belangrijke en actieve rol is weggelegd. Er speelt namelijk meer een rol, namelijk de persoonlijkheidsontwikkeling tot volwassene. Vanaf het tiende jaar komt onze jeugd terecht in de puberteit. In deze periode van hun leven, en dat herinnert u zich misschien nog uit uw eigen leven, is er een zoektocht naar vaste bakens temidden van alle veranderingen in en om hun eigen persoon. In deze levensperiode is zelfs het eigen lichaam niet meer te vertrouwen. De jongere moet leren om te gaan met de veranderingen die in het lichaam optreden.
Emotioneel is dit eveneens een moeilijke periode. Enerzijds voelt de jongere zich al bijna volwassen, terwijl er anderzijds nog een hunkering is naar het afschuiven van verantwoordelijkheden. Dit afschuiven van eigen verantwoordelijkheid wordt naarmate de jongere ouder wordt steeds minder. Vanuit deze ontwikkeling moet de opmerking van een jongere dat hij niet meer mee gaat naar de kerk gezien en beluisterd worden. Het is in deze fase van het leven nog niet zijn bedoeling om te breken met de kerk. Het hoort bij het heen en weer geslingerd worden tussen volwassen zijn: „Ik maak mijn eigen keuze", en het kind zijn: „Toe vader, zeg nu dat ik mee moet". Ook hoort het bij het onderzoeken van de wérkelijke betekenis van de kerkgang van de ouders.
Als kerkgang dan werkelijk zo belangrijk is, dan zal vader of moeder toch wel eisen dat ik mee moet? U merkt het al, er is veel wijsheid nodig om op juiste wijze te reageren op dergelijke opmerkingen, vooral ook omdat de jongere zelf het gevoel heeft dat hij de consequenties van een opmerking als deze al volledig kan overzien.
De zoektocht naar een eigen identiteit houdt ook in dat de jeugd tijdens de kerkdienst kritisch rondkijkt. Hij gaat nu niet meer mee omdat hij zich dan „groot voelt", maar omdat hij er de zin van in wil zien. Kijkt u zelf aanstaande zondag eens door de ogen van een jongere naar uw gemeente, of - veel beter nog - kijkt u eens naar uw eigen houding in de kerk door de ogen van uw eigen kind. Is er aandacht in het luisteren of is er meer aandacht voor hetgeen de mond vult? Merkt uw kind, merkt de jeugd van uw gemeente, dat het zitten onder het Woord van de Heere die eerbied krijgt die gevraagd wordt, omdat de Heere Zélf Zijn Woord geeft?

Jongere in de gemeente zijn, betekent er helemaal bij te horen. Onze jeugd is (doop)lid van de gemeente en verdient een volwaardige plaats in de zondagse diensten. Vanuit mijn onderwijskundige achtergrond luister ik ook nogal eens vanuit die invalshoek naar de preek en dan hoor ik soms dat er over de hoofden van de jeugd wordt heen gepreekt. Als de predikant wèl de taal van de jeugd als illustratie hanteert, bemerk je een grotere betrokkenheid onder de jeugd. Ze komen daar dan ook op terug, al gebruiken ze daarin wel eens minder conventionele woorden dan we binnen de kring van de kerk gewend zijn.
Juist met het oog op de ontwikkelingen bij onze jeugd, zowel in het eigen leven als in de maatschappij waarin ze opgroeien, is het van groot belang dat er herkenbare dingen worden gezegd. Wanneer ze de aansluiting bij hun eigen leef- en denkwereld missen, gaan ze buiten de kerk op zoek naar antwoorden, ook al worden daar maar halve antwoorden gegeven! Eerlijkheidshalve moet ik hier ook schrijven dat preken waarvan ik dacht dat ze te moeilijk waren voor de jeugd, wel door de jeugd werden begrepen en dat in de volle betekenis van dat woord.

Jongeren, misschien heb je jezelf herkend in delen van dit stukje. Praat er dan eens over met je ouders. Ouders, praat er eens over met uw kinderen. Spreek eens af dat je terugkomt op de gehoorde preken. Voor basisschoolkinderen kan dat een terugvragen zijn: „Waar ging de preek over?" Met de oudere jeugd kan van te voren een vraag afgesproken worden, bijvoorbeeld: „Wat heeft mij in de gehoorde preek getroffen?", om deze dan samen te bespreken. En ouders, geef dan uw kind ook de ruimte om te praten. Wanneer u niet gewend bent zo met uw kind te spreken, maak er dan eens een begin mee. Verwacht dan in het begin niet dat uw kind alles zomaar zegt, dat moet groeien.

De kerk: wat zegt het de jeugd? Daarvan kan het zijn dat de jeugd zegt dat de kerk saai, eentonig en niet van deze tijd is. En andersom? De jeugd: wat zegt het de kerk! Krijgen ze hun volwaardige plaats of moeten ze het met die ene (jeugd)zondag per jaar doen?

Elburg, J. Ymker

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1996

De Wekker | 24 Pagina's

De kerk: wat zegt het de jeugd?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1996

De Wekker | 24 Pagina's