Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En vergeet de televisie niet... (Als Jan niet meer naar de kerk te krijgen is ... V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En vergeet de televisie niet... (Als Jan niet meer naar de kerk te krijgen is ... V)

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de vele reacties op de serie „Als Jan niet meer naar de kerk te krijgen is", nam ik voor deze week een brief waarin benadrukt wordt dat vooral de televisie aan de ontkerkelijking heeft bijgedragen. Het komt misschien goed uit daarover op dit moment iets te schrijven, omdat het onderwerp ongetwijfeld ook aandacht zal krijgen op de landelijke ambtsdragersconferentie van vrijdag 5 oktober a.s. in de Ichthuskerk in Amersfoort.

Culturele veranderingen in de naoorlogse periode
Na de tweede wereldoorlog en - hoe navrant het ook klinkt - dank zij verkregen inzichten en opgedane ervaringen in deze oorlog, is het menselijk kennen en kunnen enorm toegenomen. Wetenschap en techniek kwamen in een versnelde ontwikkeling. Door nieuwe en verbeterde communicatie-technieken kwamen besloten gemeenschappen in de samenleving open te liggen voor invloeden van buiten.
Hoewel op méér te wijzen zou zijn, moet de opkomst van de televisie in dit verband toch wel als zeer belangrijk worden aangemerkt. De maatschappelijke, politieke en vooral godsdienstige veranderingen die dit medium heeft teweeggebracht zijn natuurlijk niet nauwkeurig aan te duiden, maar vaststaat dat zij groot en ingrijpend zijn geweest. Ze zijn dat nog. Wie vandaag oorzaken inventariseert van ontkerstening en ontkerkelijking zal de invloed van de televisie niet over het hoofd mogen zien. Samen met radio en het geschreven woord is zij goed voor een ontwikkeling die in kerk en samenleving grote veranderingen teweeg heeft gebracht.

Massa-media en ambtelijke zorg
De tijd waarin het al of niet aanschaffen van televisie binnen het christelijke gezin een serieus discussie-punt vormde, ligt al ver achter ons. In de jaren waarin dit medium ook in christelijke kring steeds meer veld won, werd op het huisbezoek altijd nog wel even de vraag onder ogen gezien of dit medium op de geestelijke ontplooiing van mens en gezin misschien meer negatief dan positief zou kunnen inwerken en welke regels voor een verantwoord gebruik zouden kunnen gelden. Te vrezen is dat die vraag op de huisbezoeken van vandaag nauwelijks meer aan de orde komt, althans niet in die kerkelijke kringen waar dit massa-medium als een vanzelfsprekend bezit algemeen is aanvaard.

Er zijn ook onder ons altijd nog kerkelijke gemeenten aan te wijzen waarvan de leden in prediking en pastorale gesprekken regelmatig te horen krijgen, dat het bezitten en gebruiken van televisie een rechtstreekse bedreiging van het geestelijk leven vormt. Wie het desondanks toch bestaat dit stuk „verwereldlijking" in huis te halen kan zich zelf daarmee een negatieve aantekening op zijn geestelijk conduitestaat bezorgen.
Hoe men dit laatste ook wil waarderen, in een groot deel van onze christelijke gezinnen wordt meer of minder intensief naar de televisie gekeken. In hoeverre dit vanuit een christelijke levensvisie (nog) selectief gebeurt, valt niet gemakkelijk vast te stellen. Er is echter aanleiding voor het vermoeden dat velen de kijknormen in de loop der jaren, méér dan hen diep in hun hart misschien lief was, ruimer hebben bijgesteld, waarbij de toegeeflijkheid aan de verlangens van de kinderen zonder twijfel een belangrijke rol zal hebben gespeeld. Op dit laatste gaat het echter niet alleen terug. Ook de ongezonde nieuwsgierigheid en de zondige interesses van ouderen zullen aan deze ontwikkeling niet vreemd zijn.
De tijd van „dit wel" en „dat niet" lijkt in veel gezinnen voorbij te zijn. Te vrezen is dat velen hebben afgeleerd na te denken over de vraag welke invloeden van de moderne massa-media op ons persoonlijk en gezinsleven uitgaan en op welke wijze verkeerde invloeden kunnen worden opgevangen.
Veel spoelt ook christelijke huiskamers binnen en veel wordt ondergaan, zonder het op een verantwoorde manier te (kunnen) verwerken.
Veel ambtsdragers rekenen het al lang niet meer tot hun verantwoordelijkheid aan dit aspect van het christelijk leven aandacht te geven. Ten onrechte, en het verdere van dit artikel wil een poging zijn om dat aan te tonen.

Inrichting van ons dagelijks leven
Wie al lang telvisie heeft is er waarschijnlijk aan gewend, maar wie het aanschaft, zal merken dat dit vernuftige produkt van menselijk kunnen hem verplicht zijn leven en dat van zijn gezin voortaan anders in te richten. Verschaft onze tijd de mens op allerlei gebied technische vondsten, die er op gericht zijn hem aan meer vrije tijd te helpen, de televisie is een middel om hem van die vrije tijd af te helpen. De vraag in welke mate dat gebeurt, zal van persoon tot persoon en van gezin tot gezin verschillen, maar uit onderzoekingen is komen vast te staan dat een belangrijk deel van de vrije tijd van de moderne mens door de televisie in beslag wordt genomen.
Hoewel men bij het televisiekijken ook actief bezig kan zijn (afhankelijk van de aard van de programma's waarnaar wordt gekeken), zullen wij ons toch steeds moeten afvragen of er tussen deze tijdspassering en de actieve besteding van onze vrije tijd nog wel een verantwoord evenwicht bestaat. In gezinnen waar de televisie van kwart voor zeven tot na het late journaal onafgebroken aanstaat kan van een christelijk en harmonisch gezinsleven geen sprake zijn. Kinderen die op school altijd de bijzonderheden van de late films weten te vertellen zullen, voorzover zij uit christelijke gezinnen komen, aan hun godsdienstige opvoeding tekort komen. Om over de discipline van het huiswerk nog maar niet te spreken.
Het is nodig en nuttig onszelf en elkaar aan te sporen tot een verantwoord gebruik en te streven naar een zorgvuldig gedoseerd kijkgenot. Om twee redenen: alles kan maar niet gezien worden en in de tweede plaats past het de christen niet aan deze vorm van ontspanning méér tijd te besteden dan zijn plichten tegenover het Koninkrijk Gods toestaan. We moeten ons wel realiseren dat in gezinnen of bij personen waar de radio de gehele dag te horen en de televisie de gehele avond te zien is, een belangrijke voorwaarde voor de communicatie met God is weggevallen. Die voorwaarde heet stilte. Op de huisbezoeken zou aan deze dingen best wat meer aandacht gegeven mogen worden. De moeilijkheid hierbij zal waarschijnlijk zijn dat het in de gezinnen van veel ambtsdragers veelal niet anders toegaat dan in die van de overige leden van de gemeente...

Stimulerende invloed
Niet kan worden ontkend, dat van een verantwoord gebruik van het medium televisie (en dat geldt evenzeer van radio en pers) op de ontwikkeling zowel van ouderen als van jongeren een stimulerende invloed kan uitgaan. Waar is het gezegde, dat televisie een venster op de wereld opent. Het is een uniek middel om aan de weet te komen hoe mensen in andere delen van de wereld leven en hoe anderen over allerlei zaken van algemeen belang en over levensproblemen denken en oordelen. Onderzoekingen hebben uitgewezen dat veel opgroeiende jongens en meisjes veel documentaires zien en graag televisie-debatten volgen, waarin gezaghebbende figuren vanuit een bepaalde levensbeschouwelijke achtergrond zich over allerlei actuele kwesties uitspreken. Zij kijken en luisteren naar mensen die politiek en religieus soms sterk van elkaar verschillen en trachten door toetsing van de meningen te komen tot de vorming van een eigen persoonlijk oordeel over allerlei dingen.

Aantrekkelijkheid en gevaren
Wie de moderne communicatiemedia met elkaar vergelijkt ziet bij de televisie als communicatie via het beeld, ten opzichte van radio en krant enkele typische kenmerken naar voren springen. In de ontmoeting tussen mensen worden woorden gewisseld, woorden die een zekere betekenis hebben en waarvan mag worden verondersteld, dat zij zullen worden begrepen en uitgelegd zoals zij zijn bedoeld. Dat geldt zowel van het gesproken als van het geschreven woord.
De praktijk is echter dat woorden veel misverstanden kunnen oproepen en in het ergste geval kortsluiting kunnen veroorzaken. De inhoud van de woorden wordt gewogen. Gewogen wordt welke waarde er aan kan worden toegekend.
Ontbreekt de mogelijkheid tot communicatie via de taal dan zijn we aangewezen op onze mimiek en onze gebaren. Die zijn directer. Nu nog kunnen wij uit primitieve grottekeningen duidelijk aflezen welke vreugden en zorgen onze vroege voorouders hebben gekend en welke opstelling zij hadden tegenover leven en dood. Verplichten het gesproken en geschreven woord om ons bewust op de inhoud ervan te bezinnen, van de televisie als beeldcommunicatie geldt, dat zij de dingen veel directer uitdrukt. Beelden spreken voor zichzelf. Zij beïnvloeden directer ons gedrag. Daarin moet wel de verklaring liggen voor de grote bedragen die de commerciële wereld nog altijd in de STER-reclame investeert. Onderzoeken van dit moment tonen overigens aan dat het publiek van deze reclame meer dan verzadigd raakt.
Beelden overbruggen de contactmoeilijkheden die tussen mensen kunnen bestaan, zeker op grote afstand van elkaar. Te denken is in dit verband aan de veelvuldige uitzendingen over ontwikkelingen op politiek, economisch en sociaal gebied en over allerlei natuur- en oorlogsrampen, die zich op veel plaatsen in de wereld voordoen. Het zien van zulke dingen maakt onze betrokkenheid groter, ons medelijden dieper en onze verontwaardiging heftiger. Sommige situaties wekken wellicht verzet bij ons.
Wanneer het zien van de beelden zulke effecten bij ons oproept, zijn de vervaardigers van de reportage erin geslaagd hun boodschap via de beelden aan ons over te brengen. Het gesproken commentaar draagt daartoe natuurlijk ook bij, maar onze gedachten en gevoelens worden toch primair door de beelden bepaald. Dat heeft ontegenzeggelijk positieve kanten.
Maar aan dit aspect van de beeldcommunicatie kunnen ook grote gevaren verbonden zijn. Veel mensen zijn namelijk snel geneigd te geloven dat de beelden die zij zien en de commentaren die zij er bij horen, de objectieve werkelijkheid weergeven, terwijl het toch mogelijk is dat de makers ervan het programma met hun visie hebben vertekend en verkleurd. Er kan een selectie van beelden hebben plaatsgevonden en zij kunnen in een zodanige volgorde zijn geplaatst dat zij de werkelijkheid maar ten dele weergeven. Ook het achterhouden van gegevens kan daaraan debet zijn.
Er stromen via de beeldbuis dagelijks heel wat gegevens onze huiskamer binnen, verzameld en van commentaar voorzien door verschillende omroepen met medewerkers, die er vanuit hun eigen levensbeschouwelijke achtergrond eigen ingrediënten aan toevoegen. De vraag is of christenen die hun visie op wat op onze planeet omgaat, toch allereerst bij het licht van Gods Woord willen bepalen, wel altijd over voldoende kritisch vermogen beschikken om duidelijk te onderscheiden en evenwichtig te oordelen.
Dat geldt wel zeer in het bijzonder wanneer het om zaken van geloof en leven gaat. Wanneer één ding vaststaat dan is het wel dit, dat de moderne publiciteitsmedia onder christenen in de afgelopen jaren oneindig veel twijfel hebben gezaaid.
Onze ouders leefden in een gesloten wereld. Hun contacten strekten zich in de regel niet veel verder uit dan de familie en enige kennissen uit de onmiddellijke omgeving. Hun informatiebron was een krant, die zij vanuit hun geloofsopvattingen en politieke overtuiging zorgvuldig hadden uitgekozen. De informatie die zij kregen en het commentaar waarvan die informatie vergezeld ging, waren zo zorgvuldig gefilterd dat van een bedreiging van hun zekerheden nauwelijks sprake was. Dingen die een bedreiging zouden kunnen vormen, werden trouwens in de regel zorgvuldig vermeden. Geestelijke, godsdienstige zekerheden gingen vrij gemakkelijk van ouders op kinderen over en stonden nauwelijks onder bedreiging. Binnen de kring waarin men zich bewoog golden zij als absolute waarheid en wat van buitenaf een aanval deed, ontmoette van binnen uit de weerstand van een hecht gesloten blok. Binnen dat blok stonden alle zekerheden recht overeind. En wat omviel werd in de prediking van de kerk, op de catechisatie-les of in de discussies op de mannenvereniging wel weer overeind geholpen.

Andere levensvisies en godsdiensten
In een snelle ontwikkeling zijn wij, die misschien nog enigermate de sfeer van een besloten en omheinde leefwereld hebben ervaren, met onze kinderen terechtgekomen in een volkomen open wereld. Via radio en krant en niet het minst door een simpele druk op de knop van ons televisie-toestel, staan we onmiddellijk in verbinding met landen, volken, culturen en godsdiensten, waarvan we het bestaan vroeger misschien niet eens vermoedden.
Voortdurend dringen zich via de moderne massa-media mensen met andere levensbeschouwingen aan ons op. Andere godsdiensten presteren zich. De wijze waarop dat gebeurt, is veelal zodanig dat de christen er toe wordt gedwongen over eigen levensbeschouwing en over het christelijk geloof minder absoluut te denken en ruimte te geven aan de gedachte, dat ook andere levensvisies waardevol kunnen zijn en dat andere godsdiensten even zovele wegen zijn waarlangs men uiteindelijk bij God uitkomt.
Over de twijfel die zich op dit punt, met name van jongeren meester kan maken, moet men niet gering denken. Een ander voorbeeld zijn de vele natuurwetenschappelijke uitzendingen via radio en televisie, waarbij het ontstaan van het universum en alle ontwikkelingen en verschijnselen op dit ondermaanse en in de ruimte zo worden verklaard, dat Gods hand erin niet meer waarneembaar is en waarbij geen ruimte meer is voor de gedachte dat in bepaalde gebeurtenissen een oordeel van Godswege gelegen zou kunnen zijn.
Hiermee hangt dan onmiddellijk samen de vraag naar de waarde van het gebed van Gods kerk, waarvan we altijd hebben willen geloven dat het van invloed kan zijn op de wijze waarop God aan de ontwikkelingen op onze planeet richting geeft.
Genoemd is dan nog niet wat via de publiciteitsmedia op ons afkomt aan informatie over het menselijk kennen en kunnen op medisch gebied. Er blijft natuurlijk wel het besef dat we ons nooit helemaal van onze afhankelijkheid zullen kunnen ontdoen, maar voor veel christenen wringt het toch erg op het punt van de vraag hoe Gods voorzienigheid zich verhoudt tot het menselijk vermogen om heel veel in eigen hand te nemen.

Kritische zin
Te wijzen is ook op de vele discussies op politiek en ethisch gebied. Ook die zaaien vaak twijfel en laten de kijker dikwijls met veel onduidelijkheid achter. Veel discussies komen niet uit boven het niveau van het verbale steekspel, waarbij de kijker uit de hem aangereikte gedachten zelf maar een conclusie moet trekken. Enerzijds zit daar natuurlijk iets positiefs in. Het noopt tot zelfstandig mee- en nadenken. Anderzijds kan het twijfels oproepen die de mens stuurloos kunnen maken.
Televisie, radio en krant - de televisie niet het minst - zijn de instrumenten waardoor het denken en handelen van mensen sterk wordt beïnvloed, sterker dan wij ons waarschijnlijk bewust zijn. De grote vraag is of de mens van vandaag zoveel kritische zin kan opbouwen, dat hij tegenover alles wat aan nieuwe inzichten en opvattingen op hem afkomt een verantwoorde houding kan aannemen.
Voor christenen is die vraag al erg klemmend. Het komt niet bij iedereen even sterk aan de oppervlakte maar de indruk bestaat dat er heel wat christenen, zeker jongeren, zijn die over veel, dat via de massamedia op hen afkomt, met onverwerkte twijfels rondlopen. Het wordt niet altijd zo duidelijk uitgesproken, maar de discrepantie tussen de orthodoxe opvattingen rond zaken van geloof en leven en de nieuwe inzichten die ons in een overrompelende hoeveelheid en snelheid worden voortgezet, knaagt bij velen aan het geloof en werkt belemmerend voor de ontwikkeling van een blij en gezond geestelijk leven.
Natuurlijk mag men hier niet alles op rekening van de hedendaagse massamedia zetten. Wat er op scholen op onze kinderen inwerkt en wat er in de dagelijkse ontmoeting met mensen op ons afkomt, is ook niet gering, maar het valt niet te ontkennen dat vooral het massamedium televisie het leven van velen sterk beheerst. Iedereen ziet, hoort en spreekt over hetzelfde en het dwingt ons tot een houding en soms tot een verantwoording.
Christenen geraken daarbij niet zelden in een situatie van verlegenheid. Oude antwoorden op vragen van vandaag blijken niet altijd afdoende te zijn. Voor het slaan van een brug tussen oude en nieuwe inzichten ontbreken veelal de materialen. Dat schept een situatie van onzekerheid; dat maakt dat veel christenen zich met hun geloof wat zweverig voelen. Als we vandaag klagen over teruggang en afval, als het moeite kost jongeren erbij te houden en voor de dienst van God te enthousiasmeren, dan mogen we als kerk en als ambtsdragers wel eens bedenken dat achter wat op het oog onverschilligheid lijkt, ten diepste twijfel verborgen kan gaan, die bij niet weinigen gewekt is en gevoed wordt door wat via de massamedia een nieuwe inzichten onze huizen en onze levens binnenkomt.
Dat maakt het voor de kerk nodig om op deze ontwikkeling pastoraal in te spelen met een catechetisch onderwijs dat de twijfels onderkent en er met duidelijkheid en beslistheid op reageert. Dat maakt het gewenst op huisbezoek de ouders aan te zetten en aan te moedigen met de kinderen datgene wat via de publiciteitsmedia op ons afkomt, tot gespreksthema te maken en er vanuit de opvattingen van ons christelijk geloof over door te praten. Wat we godsdienstig, politiek, sociaal en cultureel zien, horen of lezen vraagt erom door een goed gesprek te worden verwerkt. Onverwerkt kan het negatief op ons leven inwerken en in het ergste geval een proces van losweking van het geloof in beweging zetten.

Al wat welluidend is...
Een enkele opmerking nog over de ontspanning die de massamedia, met name de televisie, ons biedt. Eerder kwam al naar voren dat ten aanzien van ontspanningsprogramma's het kijkgedrag in christelijke gezinnen in het algemeen niet anders is dan in niet-christelijke gezinnen. Dat is te betreuren en het is een feit dat we vanuit onze ambtelijke zorg voor de gemeente eveneens onder ogen hebben te zien. Natuurlijk mag met deze opmerking geen onrecht worden gedaan aan al die gezinnen waar men vanuit de gebondenheid aan wat het Evangelie over de inrichting van het christelijk leven zegt duidelijke normen voor het kijkgedrag heeft weten te vinden.
De televisie als massamedium is er in geslaagd wereldwijd de ontspanningsbehoeften van de gemiddelde mens op het spoor te komen. Aan die behoeften wordt voldaan op een wijze, waarbij grenzen van werelddelen, culturen, milieus en leeftijden niet meer belangrijk zijn. Het is een kwestie van inspelen op dat wat voor de gemiddelde mens karakteristiek is: het verlangen op aangename wijze te worden beziggehouden en de zucht naar sensatie. Op het terrein van de massamedia worden de resultaten van en de gevolgtrekkingen uit enquêtes onder lezers, hoorders en kijkers uitsluitend bepaald door wat de massa, het brede publiek, de consument en de kijker (in deze termen worden zij aangeduid) ervan vinden.
Het zou niet moeilijk vallen programma's aan te wijzen die voor de christen contra-bande behoren te zijn. We doen dat niet. Vandaag is het dit en morgen zal het dat zijn. Voor wie dit te weinig concreet vindt, zou te wijzen zijn op soap-series als „The bold and the beautiful", met een enorme score in kijkdichtheid, ook onder christenen. Wat in deze series aan onwerkelijke en vertekende levenssituaties, vol leugen en intriges in huwelijks- en buitenechtelijke verhoudingen wordt opgediend, kan door een christen niet worden gezien zonder zijn of haar levensovertuiging geweld aan te doen.
Het gaat om de vraag of wij bij de beoordeling van wat de massamedia de mens te bieden hebben, die normen weten aan te leggen die het Evangelie ons aanreikt. Dat Evangelie zegt dat wij wel in deze wereld zijn, maar het zegt ook dat wij in levensinstelling en levensopstelling niet onherkenbaar zullen zijn, door gehuld te gaan in de jas van de brede, grijze massa. Gods volk staat midden in het leven van vandaag; het mag en hoeft niet cultuurvijandig te zijn, maar het heeft primair interesses van een andere orde dan de mens zonder God er op nahoudt en het kreeg in één van de apostolische brieven een heel duidelijk consigne aangereikt, dat ook betrekking heeft op de vraag in welke mate het leven van een christen is begrensd bij de waarneming van wat het culturele leven in onze tijd aan ontspanning te bieden heeft. In Filip. 4:8 staat te lezen: „Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat".
Ambtsdragers zullen nooit hun visie dwingend aan anderen kunnen opleggen. Wel moet het tot hun verantwoordelijkheid worden gerekend om te wijzen op de gevaren die het christelijk leven op dit punt vandaag bedreigen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1996

De Wekker | 16 Pagina's

En vergeet de televisie niet... (Als Jan niet meer naar de kerk te krijgen is ... V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1996

De Wekker | 16 Pagina's