Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Door het Woord bewogen (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Door het Woord bewogen (IV)

n.a.v het gelijknamige boek van Prof. Dr. W.H. Velema

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Preken over Psalmen
In de afscheidsbundel aangeboden aan Prof. dr. W.H. Velema zijn twee reeds eerder verschenen opstellen opgenomen over het preken over Psalmen. Ook voor lezers van de Wekker gaat het om interessante stof. Vandaar dat ik opnieuw een aantal hoofdlijnen doorgeef.
Velema wil de vraag onder ogen zien in hoeverre de geloofservaring van de Psalmdichter geloofservaring van de gemeente kan, respectievelijk moet worden. De Psalmen zijn een eigen soort preekstof. We laten rusten wat Velema schrijft over wat A. Kuyper, K. Dijk, G.J. Hoenderdaal en enkele oudtestamentici erover hebben geschreven. De eigenlijke vraag is: Hoe kan de ervaring van de psalmdichters stof voor de prediking nu zijn? Met andere woorden: Hoe verhouden zich ervaring en openbaring in de Psalmen en hoe kan de ervaring als opgenomen in de openbaring preekstof zijn?
In de Psalmen hebben we te doen met openbaring van God. In de Psalmen vinden we heel in het bijzonder het antwoord van mensen op Gods openbaring aan Israël. Het antwoord wordt gegeven in de worsteling om Gods hand te mogen voelen, om Gods weg te mogen gaan en om licht te ontvangen in de duisternis. God neemt de reactie van mensen op in Zijn openbaringswoord. Hij verwerkt hun reactie om Zijn Woord des te krachtiger en duidelijker te doen overkomen. God heeft het eerste en laatste woord, ook in de gesprekken van mensen met Hem. Het mensenwoord mag klinken om het Godswoord te versterken en te onderstrepen.
In de Psalmen worden de daden van de Heere herdacht. In tijden van vertwijfeling en duisternis wordt een beroep gedaan op Gods daden in het verleden.
Wat binnen de Psalmen zelf geschiedt, geschiedt ook met de Psalmen zelf Het lezen en zingen van de Psalmen is een vorm van het gedenken van de daden van de Heere. We doen dat met het verlangen om de daden van God uit het verleden ook in ons heden te mogen ervaren. De ervaring van gelovigen in de Psalmen kan nooit bepreekt worden zonder dat men die ervaring ziet in het kader van wat God door deze Psalm openbaart. Ervaring en openbaring in de Psalmen mogen niet vereenzelvigd worden.
Men moet over de Psalmen eigenlijk net zo preken als over de gelijkenissen. Namelijk vanuit het draaipunt van de gelijkenis, dat is vanuit dat punt waar de zakelijke boodschap omtrent het Koninkrijk van God door het beeld zelf geïllustreerd wordt. Bij het preken over de Psalmen moet men niet beginnen bij de ervaring. Uitgangspunt is datgene wat in de Psalm over God wordt geopenbaard. Dan kan men ook Christus in de Psalmen ontdekken. Het heil van God in de Psalmen is christologisch bepaald, ook al is er nog geen duidelijkheid over de persoon van Christus. In het lijden van bepaalde dichters zien we iets van wat Christus heeft doorstaan. Psalm 22 en 69 zijn er voorbeelden van.

Subjectswisseling
Wil men aan de ervaring die in de Psalmen verwoord wordt, rechtdoen zonder de ervaring zelf tot openbaring te verheffen, dan moet er een subjectswisseling plaatsvinden. Velema hecht grote waarde aan het voltrekken van deze subjectswisseling. Toen Christus op aarde was, ontmoette Hij mensen. Mensen reageren op Hem. Toch zijn mensen niet het subject (onderwerp) van wat Jezus doet. Ze zijn het belanghebbend voorwerp. Het gaat Christus om de dienst die Hij met woord en daad aan hen verricht. Dat is nu, zegt Velema, exact de plaats van de dichter en zijn volk in de Psalmen. De dichter roept tot God. Hij spreekt, smeekt en schreeuwt. De Psalm staat in de Bijbel om het antwoord dat de dichter van God verwacht, te horen. Dan is het God Die spreekt en handelt.
De dichter, die subject was, wordt het adres, het belanghebbend voorwerp. De spreker wordt de toegesprokene. Alleen als we deze subjectswisseling weten te voltrekken, ontlopen we het gevaar dat de ervaring van de dichter als openbaring wordt bepreekt. We zijn theologisch-homiletisch tot die subjectswisseling verplicht. God heeft het eerste én het laatste woord.

In een tweede opstel Preekmotieven in de Psalmen gaat prof. Velema in op wat het betekent om de subjectswisseling in het preken over de Psalmen te voltrekken. De opdracht bij het preken over Psalmen is de overgang van de indirecte naar de directe rede te voltrekken. Ofwel: in plaats van God als Degene tot Wie in de tweede, of over Wie in de derde Persoon wordt gesproken, God Zelf in de eerste Persoon te horen spreken. Aan de hand van een aantal motieven in de Psalmen wordt dit uitgewerkt.
De vraag om verlossing en vergeving komt aan de orde. Velema gaat in op de Psalmen 25, 51 en 103.
Een ander motief is het de Heere verwachten, Psalm 130. Benauwdheid en vreugde komen we in de Psalmen tegen. Genoemd worden de Psalmen 5 en 142. Het zwaartepunt van onze verkondiging over deze Psalmen ligt niet in de situatie van de dichter. Het ligt in wat God voor de dichter wil zijn. De Heere wil om Christus' wil ons deel zijn. Psalm 37 roept ons op om ons in de Heere te verlustigen. Psalm 100 is een lofzang. De inhoud van de lofzang is tegelijk de grond van de lofzang. Zelfs voor het toebrengen van de lof zijn we op God aangewezen. De dienst van de Heere is een vreugdedienst. Het verheerlijken van God door ons is Zijn luister in ons leven en in onze lof weerkaatsen.
Aan de hand van Psalm 8 wordt het motief van de heerlijkheid van God en de plaats van de mens besproken. Psalm 8 verkondigt ons hoe de mens zijn hoge plaats in de schepping waar kan maken, namelijk door zich in dienst te stellen van Gods heerlijke Naam. Psalm 14 laat horen hoe mensen het bestaan niet theoretisch maar praktisch loochenen. Er is geen God, zeggen de goddelozen in hun hart. Je hoeft met Hem niet te rekenen bij wat je doet. Deze Psalm bevat stof om de gemeente toe te rusten in een geseculariseerde samenleving. Maar de dichter belijdt: God is er. Hij grijpt in.

In het preken over de Psalmen heeft de ervaring van de mensen geen dominerende en geen funderende plaats. Hoe een lied er ook uitziet. God is er de oorsprong en het fundament van. Onze ervaring heeft iets van een bezegeling. God maakt Zijn Woord waar! „Ik heb het zelf uit Zijn mond gehoord en uit Zijn hand ontvangen". Het gaat niet om onze ervaring als grond. God Zelf is de grond. Daarom hebben gelovigen verwachting voor de toekomst. Wij moeten onze ervaringen van Gods kracht en hulp produktief maken voor de toekomst. Gods Woord is betrouwbaar gebleken en zal betrouwbaar blijken. Zo is het Psalmboek, dat van ervaringen spreekt, een boek dat steeds weer wijst naar God, Die het deed ervaren en Die het zal doen ervaren.

Aan het slot verwoordt Velema zeven regels voor het preken over de Psalmen. Ik neem de zesde over. „Wie de ontroering van het hart dat zich verlaten voelt en door God hervonden weet, niet kent, is aan het preken over de Psalmen niet toe. Wie de zaligheid van de pure lofverheffmg niet heeft gesmaakt, kan de gemeente over de Hallelujah van de Psalmen niets wezenlijks zeggen. Wie de nabijheid van God bij een mensenkind, die zich om zijn zonden deze intieme gang onwaardig weet, niet kent, kan over de Psalmen niet preken".

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Door het Woord bewogen (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1996

De Wekker | 16 Pagina's