Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op twee plaatsen bezinning op het huisbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op twee plaatsen bezinning op het huisbezoek

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omdat op 5 oktober jl. in de landelijke ambtsdragersconferentie geen verslaggever van De Wekker aanwezig was, heeft de hoofdredacteur mij gevraagd voor ons blad enkele impressies te geven. Als voorzitter van de conferentie voel ik mij daartoe overigens niet de eerst aangewezene, al biedt het mij gelegenheid er mijn indrukken bij te betrekken, die ik opdeed bij een ontmoeting met ambtsbroeders van de (grote) kerkenraad van Groningen. Die waren bijeen in een bezinningsweekend in de „Zwerfkei" in Roden. Ook daar stond het onderwerp huisbezoek op het programma.
Over onze landelijke ambtsdragersconferenties in het algemeen stonden in het recente verleden in Ambtelijk Contact en in De Wekker enkele artikelen te lezen, waaruit wat zorg sprak op het punt van de waardering en de belangstelling voor deze conferenties uit de volle breedte van onze kerken. Ik spreek er hier graag vreugde en dankbaarheid over uit dat de conferentie van 5 oktober op dit punt bemoedigend is geweest. De toeloop was groot, uit de volle breedte van de kerken was men vertegenwoordigd, de inleidingen beantwoordden aan de verwachtingen, de sfeer was broederlijk en ontspannen en in de discussie kwamen niet alleen algemene maar ook heel wezenlijke vragen, die het persoonlijk geestelijk leven raken, aan de orde. Voor het laatste reikten de inleiders ook voluit gedachten aan.

Vroeger en nu
Drs. Baars zette in met een vergelijking tussen vroeger en nu. Zo'n veertig tot vijftig jaar geleden was huisbezoek een gebeurtenis. Het gezin was compleet. De ouderlingen kwamen op bezoek. Ze werden min of meer als vertegenwoordigers van Christus, het Hoofd der kerk, gezien en ze straalden iets uit van gezagvolle afstandelijkheid. Het gesprek richtte zich op dat waarvoor men kwam, recht op het doel af, met duidelijke vragen over de frequentie van de kerkgang, de vrucht op de prediking en de godsdienstige rituelen in het gezin alle dagen van de week.
Vandaag ligt dat anders. Het respect voor het ambt en voor de dragers daarvan is afgenomen. De afstand tussen de gemeente en het bijzondere ambt is kleiner geworden. Ook het ambt in de kerk heeft te lijden gekregen onder het proces van democratisering, liberalisering en gezagsdevaluatie. Dat Christus, het Hoofd der kerk, zich in zijn gemeente in toerusting van en toezicht op de kudde, in de ambtsdragers laat vertegenwoordigen, is een gedachte die niet meer zo sterk leeft. Men kent elkaar, men noemt elkaar bij de voornaam, men weet alles van elkaar. Dat kan het gesprek over geestelijke zaken op huisbezoek in niet geringe mate belemmeren. Vragen stellen, corrigeren, stimuleren en richting wijzen met ambtelijke autoriteit is moeilijk en voor sommigen onmogelijk geworden.
Wat dit betreft liepen de gedachten in Amersfoort en in de Groningse bijeenkomst parallel. In Groningen werd overigens wel opgemerkt dat de verkleinde afstand tussen het bijzondere ambt en de gemeente ook positieve kanten heeft. Sommigen hadden het niet zo erg op het woord „autoriteit", omdat daaraan toch een beetje de gedachte aan een autoritaire opstelling verbonden is. En die past vandaag al helemaal niet meer. Het klassieke huisbezoek naar gereformeerd model had en heeft een formeel karakter. In Groningen kwam de vraag naar voren of in onze tijd het niet wat informeler zou moeten en kunnen, bijvoorbeeld door van tijd tot tijd op een adres zo maar eens binnen te vallen en te proberen op meer informele manier en in een ontspannen sfeer tot een gesprek over de dingen van geloof en leven te komen.

Gezag van het Woord
Hoewel het woord „autoriteit" niet direct viel, ging drs. Baars wel in op het gezag waarmee de ambtsdragers op huisbezoek gaan. Dat ontlenen zij niet aan zichzelf, maar aan het Woord van God. En dat Woord zal - als het goed is - bij een huisbezoek centraal staan. Daarop mag en moet men elkaar bij een huisbezoek aanspreken. De ambtsdrager die de overtuiging heeft gezonden te zijn en die de instelling heeft om niet te heersen maar om te dienen, heeft met dat Woord in de hand volmacht om onderzoek te doen naar het geestelijk welzijn van degenen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd.
De drie ambten van Christus, het profetische, koninklijke en priesterlijke, moeten in het werk van de ambtsdragers tot uitdrukking komen. Wat het laatste betreft merkte drs. Baars op dat zonder priesterlijke bewogenheid onze ambtelijke bezoeken bij voorbaat tot mislukken zijn gedoemd. Hij noemde het huisbezoek „een zoektocht naar geestelijk welzijn".
En in Amersfoort en in de Groningse bijeenkomst kwam naar voren dat het huisbezoek niet bedoelt elkaar geestelijk de maat te nemen. Maar vanuit het Woord mag men elkaar op de dingen van geloof en leven bevragen op de relatie met de Here God. Op de vreugde die men aan de kerkgang beleeft. Op de vraag of men in de zondagse verkondiging werkelijk de stem van de Here God hoort doorklinken. Is er verband tussen wat men zondags hoort en wat men door de week doet of laat? Mag er sprake zijn van zelfwerkzaamheid door meditatieve omgang met de bijbel op door-de-weekse-dagen? Draagt men bij aan de gemeenschapsbeoefening binnen de gemeente van Christus? Voelt men zich wel eens gedrongen tot persoonlijk geloofsgetuigenis in de woon- en werkomgeving?

Het diaconale huisbezoek
In zijn inleiding tot de discussie sprak ds. K.T. de Jonge over het diaconale huisbezoek als van een „kasplantje dat veel zorg nodig behoeft". Hij constateerde dat er in veel gemeenten te weinig diaconaal bewustzijn bestaat. Wel signaleerde hij dat er in onze kerken een zekere omslag in het denken over het diaconaat zich voltrekt. In plaats van verdrukten en behoeftigen te bezoeken (indien nodig natuurlijk ook dàt) is steeds sterker de nadruk komen te liggen op de genadegaven van elke gelovige. Diaconaal huisbezoek krijgt dan meer de beklemtoning van het diaconale ambt aller gelovigen. Het diaconale bezoek richt zich op die wijze meer op de persoonlijke toerusting van elk kerklid.
Voor de aanwezigen was een folder van de kerkenraad van Almere beschikbaar, met daarbij een handreiking met gespreksonderwerpen voor een diaconaal huisbezoek. Op aanvraag zal deze bij ds. K.T. de Jonge ook voor niet-conferentiegangers ongetwijfeld beschikbaar zijn.

Ds. M. Drayer trad terug als medewerker aan Ambtelijk Contact
Na de beide inleidingen werden woorden van dank en grote waardering uitgesproken aan het adres van ds. M. Drayer voor al het werk dat hij méér dan dertig opeenvolgende jaren heeft verricht als lid van de commissie van redactie van Ambtelijk Contact, het maandelijks verschijnend blad voor de ambtsdragers van onze kerken. Ds. Drayer dacht - zo werd in de toespraak van de voorzitter opgemerkt - niet alleen mee in zaken van beleid, hij schreef niet alleen artikelen en recensies. De contacten met de drukker liepen ook via hem, hij corrigeerde alle drukproeven en catalogiseerde alle jaargangen. In meer uitgebreide zin kan het gesprokene van dat moment, door de ambtsdragers nog eens worden geproefd in het conferentienummer van Ambtelijk Contact, dat eind november uitkomt. Samen met zijn vrouw, die ook ter conferentie was uitgenodigd, werd ds. Drayer psalm 121:4 toegezongen.

Vragen te over
Veel vragen van de landelijke conferentie waren dezelfde of liepen parallel met die in de Groningse bijeenkomst.
Om u enkele te noemen:
Hoe maak ik een afspraak voor huisbezoek met leden van de gemeente die steeds maar weer proberen aan dat bezoek te ontkomen?
Hoe breng ik als ouderling diepgang in een gesprek als de bezochten met grote behendigheid de aandacht van waar het wezenlijk om gaat proberen af te leiden?
Is het in onze tijd niet beter om het klassieke en van te voren aangekondigde huisbezoek als niet meer passend te beschouwen en af en toe zonder aankondiging maar eens bij de mensen aan te bellen?
Hoe zoek je als ambtsdrager naar goede invalshoeken om met de bezochten tot een goed geestelijk gesprek te komen?
Is het raadzaam om in te zetten met dingen die het dagelijkse leven raken om op die wijze te komen tot de dingen waarover het op huisbezoek dient te gaan?
Is het raadzaam met Schriftlezing en gebed te beginnen om daarmee dan al direct een sfeer voor een gericht gesprek te scheppen? Of zou het beter zijn niet al te officieel en in een meer ontspannen sfeer een open gesprek te beginnen en met bijbellezing en gebed af te sluiten?
Hoe kom je tot een goed gesprek met randkerkelijken en met mensen, vooral jonge mensen, die afhaken omdat het christelijke gedachtengoed, met name de gereformeerde visie daarop en de orthodoxe beleving daarvan, hen niet meer aan katholieke als het protestantse pastoraat zo sterk onder de verdenking van seksuele deraillementen staat?
Verdient het aanbeveling als ouderling en diaken op bezoek te gaan om samen signalen op te vangen van dingen, waarbij het pastorale en het typisch diaconale misschien met elkaar verweven liggen?
En hoe dienen in de kerkenraadsvergadering de bezoeken te worden verslagen, zo dat discreet wordt omgegaan met wat men bij de bezoeken aan indrukken opdeed en de predikant toch indicaties krijgt aangereikt waarmee in de voorbereiding van de zondagse verkondiging rekening kan en misschien moet worden gehouden?
Een veelheid aan vragen waarop door de inleiders en eigenlijk door de hele conferentie in woord en wederwoord heel serieus werd ingegaan.
Prof. dr. W.H. Velema gaf de conferentiegangers een bemoedigend en richtingwijzend woord mee.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Op twee plaatsen bezinning op het huisbezoek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's