Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tekenen der tijden (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tekenen der tijden (II)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige keer hebben we gezien dat Jezus met de uitdrukking „de tekenen der tijden" de tekenen bedoelde die Hij deed toen Hij op aarde was. Zij moesten dienen om zijn prediking te onderstrepen; om duidelijk te maken dat de messiaanse tijd was aangebroken.
Het is opmerkelijk dat in onze tijd die uitdrukking gebruikt wordt om te spreken over de tekenen die aan de wederkomst van Christus voorafgaan. Op de vraag van zijn discipelen naar het teken van zijn komst gebruikt Jezus niet de uitdrukking „de tekenen der tijden" en zelfs neemt Hij het woord teken niet van hen over in dezelfde zin. Wel spreekt Hij over de grote tekenen van de valse Christussen (Matth. 24:24) en over het teken van de Zoon des mensen dat aan de hemel zal verschijnen (Matth. 24:30). Voorts noemt Hij de dingen die geschieden voordat Hij komt.
Behalve valse Christussen die velen zullen verleiden, noemt Hij o.a. oorlogen, hongersnoden en aardbevingen. Die dingen noemen wij de tekenen der tijden. Het lijkt me dat deze uitdrukking ook voor deze gebeurtenissen kan worden gebruikt. Als we maar beseffen dat Jezus ze gebruikte om de tekenen die Hij deed ermee aan te duiden. Het zijn de tekenen dat de tijd is vervuld en het Koninkrijk is nabijgekomen (Marcus 1:15). Het zijn de tekenen van de messiaanse tijd die samenhangen met de komst van Jezus.
De tekenen der tijden die voorafgaan aan de wederkomst, zoals o.a. Matth. 24 erover spreekt, worden vaak gezien als gebeurtenissen die door ieder die wil zien kunnen worden geconstateerd. Ze roepen de gedachte op dat min of meer kan worden vastgesteld wanneer Jezus komt. In elk geval lijkt aan de hand van deze tekenen te kunnen worden bepaald dat Jezus nog niet komt of dat Hij spoedig komt.
In onze tijd wordt het laatste gezegd vanwege het feit dat het een tijd is van veel oorlogen en rampen; een tijd van wetsafval en waarin Israël het moeilijk heeft; een tijd waarin veel valse religie is en het ernaar uitziet dat spoedig aan alle volkeren het evangelie verkondigd zal zijn.
Er is een sterke neiging om Matth. 24 en de andere hoofdstukken die toekomstprediking geven als een reportage vooraf te lezen. Dat is echter niet de bedoeling van de bijbelse toekomstprediking.
Bij deze overwegingen kan de vraag worden gesteld of het dan niet waar is dat de Here Jezus spoedig komt. Die vraag kan eenvoudig beantwoord worden met de woorden van de Heiland zelf, zoals ze meer dan eens in Openb. 22 te vinden zijn: Ik kom spoedig. Ik denk ook aan Hebr. 10:37 waar staat: Want nog een korte, korte tijd en Hij die komt zal er zijn. Er staat niet en Jezus zegt niet: Als het 1996 is kom Ik spoedig. Omdat Hij het toen zei, worden er in toenemende mate vraagtekens geplaatst bij deze boodschap.
Velen menen dat op dit punt het bijbels getuigenis niet juist is; dat de Heiland zich op dit punt heeft vergist. Dat laatste zou m.n. blijken uit Marcus 13:30 waar Hij zegt dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan voordat dit alles geschiedt.
Bij oppervlakkige lezing lijkt het inderdaad alsof Jezus zegt dat de wederkomst naar zijn gedachte zo spoedig zal plaatsvinden dat de generatie in zijn dagen het zal meemaken. Als Hij dat zou bedoelen, zou dal in strijd zijn met wat Hij in vers 32 zegt dat niemand van die dag of die ure weet, ook de Zoon niet, alleen de Vader. Meer dan eens waarschuwt de Here ervoor om zich te onthouden van alle berekeningen en speculaties ten aanzien van de wederkomst. Hij komt onverwachts. En Hij komt spoedig. Dat woord wordt niet bedoeld als een tijdsaanduiding. Het past in de bijbelse toekomstprediking. Reeds in het OT wordt meer dan eens gesproken over de spoedige komst van de Here. Maar zeker in het NT gebeurt dat. Want in de komst van Christus is het Koninkrijk van God nabijgekomen. In de opstanding is er sprake van een nieuw begin.
Wie in Christus gelooft, is een nieuwe schepping. Na zijn hemelvaart heeft Christus alle macht in hemel en op aarde. Daardoor is er nog maar één schrede tussen nu en de nieuwe hemel en aarde: zijn komst op de wolken des hemels.

Hoewel het NT op vele plaatsen ervan getuigt dat Hij plotseling komt, lezen we ook meer dan eens over wat aan zijn komst voorafgaat, zodat er toch sprake lijkt te zijn van de mogelijkheid om min of meer het tijdstip te kunnen berekenen wanneer Hij (nog niet) komt.
Naar de mening van veel moderne uitleggers zit hierin een tegenstrijdigheid. Christenen lossen dit probleem anders op. De plotselinge komst van Christus betrekken zij op de opname van de gemeente, die elk moment kan geschieden, onverwachts en zonder voortekenen. De komst waaraan tekenen voorafgaan, komt daarna. Dat is Christus' komst met zijn gemeente voor Israël en de volkeren.
Met de moderne exegese ga ik niet mee, maar ook de oplossing van de chiliasten lijkt me niet juist. Naar mijn gedachte is er in het NT geen sprake van een tweeërlei wederkomst of van de wederkomst in twee fasen. Het is niet de bedoeling om de prediking over de wederkomst als een reportage over de toekomst te lezen. De toekomstprediking bevat een boodschap voor het heden. Vanaf vers 5 bevat Marcus 13 achttien imperatieven, waarin Jezus oproept om te volharden en waakzaam te zijn. Het tijdstip waarop Hij komt, is niet zo belangrijk. Het gaat erom dat Hij komt. Hij is zo nabij dat we gedrongen worden tot een beslissing. Hij is zelfs met ons alle dagen tot aan de voleinding der wereld (Matth. 28:20). Als Hij komt zullen alle gelovigen voor altijd samen met Hem zijn. Hij komt op een uur dat we het niet verwachten (Matth. 24:44).
Daarom moeten we bereid zijn en waken, opdat de Here als Hij plotseling komt ons niet slapend vindt (Marcus 13:36). Waakt! Dat is het grote wachtwoord, als Jezus in zijn prediking antwoord geeft op de vraag van zijn discipelen wat het teken is van zijn komst.

D. Visser

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's

De tekenen der tijden (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's