Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overgelaten ter ontkoming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overgelaten ter ontkoming

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieën, en breidde mijn handen uit tot den HEERE, mijn God. Ezra 9:5

God heeft een volk dat in de ballingschap vanwege de zonde verkeert. Dat volk moet daaruit verlost worden. Daartoe moet een wet afgekondigd worden, zodat het volk niet rustig kan blijven wonen waar zij voorheen leefden. De wederkeer uit Babel toont ons hoe God bekeert. Opdat Zijn volk op de plaats zou komen, waar op Gods tijd de beloofde Christus geopenbaard zou worden.
Daartoe gaan de beloften van de profeten in vervulling. De Heere zegent hun prediking aan het hart van koning Kores van Perzië. Hij hoort in de prediking zijn naam noemen. Mogelijk heeft hij in de HEERE zijn eigen god Ahuramazda gezien. In die tijd waren er ook onder de heidenen die predikten dat er maar één god is. Rond 1000 voor Christus had de profeet Zarathustra in Perzië dat geloof gepredikt met de eis van een hoogstaand ethisch leven.
Hoe dat ook geweest zal zijn, de Heere neigt ook de harten van de koningen als waterbeken. En de overheden en de machten zijn de voedsterheren van de Kerk. Daartoe dient immers het ambt van de overheid. Zij is dienaresse Gods. Zij regeert bij de gratie Gods.
Opdat er weer een volk zou zijn dat God dient naar Zijn Woord werd een wet uitgevaardigd dat het volk uit Babel moest terugkeren.
Alles moest daar achtergelaten worden. Hun geriefelijke woningen, de rijkbeladen vruchtbomen, de vruchtbare akkers. Gebroken moest worden met de vrienden in Babel. Men moest wederkeren naar Jeruzalem.
Daar moest de verwoeste stad worden herbouwd. De eredienst in de tempel zal een reformatie moeten ondergaan. Het offer zal weer de centrale plaats moeten innemen. Er zal weer een plaats moeten zijn waar de bedevaartgangers rust voor hun zielen zullen vinden. In het offer.
Net zo min als koning Kores zelf is meegegaan, begeerden ook velen van het volk in Babel niet om die plaats te verlaten.
Van nature leeft dat in ons aller hart. Het is genade wanneer daar een droefheid over komt. Dan verlangt men op de plaats te zijn waar God werkt. Dan is er ook een hartelijke vreugde en begeerte om te gaan in de wegen des Heeren. Dan opent de Heere ook wegen, die we zelf niet verkozen hebben.
En onder aanvoering van Zerubbabel en Jozua keren de eerste ballingen terug. En onder hun aanvoering wordt er een begin gemaakt met de herbouw van de altaren en het Godshuis. Het eerste fundamentele werk is geschied. De eredienst is hersteld. De offers ter verzoening worden weer gebracht.
Zeker, er zijn er ook die niet zo hard kunnen juichen als het jonge volk. De oudere generatie weet waarom zij destijds waren weggevoerd. Zij gevoelen uit ervaring de pijn van geliefden die door de dood zijn weggenomen.
En wat waren er maar weinig wedergekeerden in verhouding met hen die weggevoerd waren. Ze waren weliswaar uit een vreemd land teruggekeerd en ze mochten weer alleen wonen. Ze mochten God nog dienen naar Hij had voorgeschreven. Maar zij waren nog niet verlost van de heerschappij van de vijand. Opdat het werk Gods beproefd zou worden, zat ook die vijand niet stil. En door toedoen van de medelanders wordt de voortgaande bekering tegengestaan. Totdat de Heere weer een Schriftgeleerde geeft.
In Babel geboren uit de derde generatie van een geslacht dat met de eerste terugvoering niet was meegegaan. Slechts van overlevering gehoord van bekering van (over)grootouders. Wat men ook miste, het Woord was gebleven. En het ootmoedige smeekgebed werd verhoord. Ook voor de nakomers was er nog een mogelijkheid om terug te keren. Onder koning Arthahsasta, die mogelijk een zoon van koningin Esther was, mocht men langs dezelfde weg terugkeren als het voorgeslacht.
Maar wat werd toen de aanvankelijke vreugde weggenomen. Ezra vond wel een tempel. De rechtzinnige leer was nog bewaard. Maar het godvrezende leven werd gemist. Men leefde als de wereld. Verbijsterd zit Ezra neer. Zal er nog waarachtige bekering komen? God zal Zijn Geest der genade en bekering alleen geven aan hen, die Hem met hartelijk zuchten zonder ophouden daarom bidden.
En als hij zijn nood en ellendigheid recht en grondig kent, verootmoedigt hij zich voor het aangezicht van God. Als het avondoffer wordt gebracht.
U hebt nu bij Ezra stil gestaan. Hebt u dit schuldbelijdende gebed overgenomen? Is er een haten en vlieden van de zonde? Begeert u terug te keren tot God? Het kan nog. Om het offer. Om Jezus' wil.

Ds. M. v. d Sluys

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's

Overgelaten ter ontkoming

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1996

De Wekker | 16 Pagina's