Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Marginaal?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marginaal?

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toezegging van beroep
Onze kerkorde kent niet de regel, dat iemand een toezegging van beroep kan ontvangen. De Hervormde Kerkorde heeft in een van de geldende ordinanties een bepaling voor het geval een predikant uit een andere kerk tot de Hervormde Kerk wil overkomen. Een kerkeraad kan aan zo iemand een „toezegging van beroep" geven, die hij binnen vier weken met de stellige verklaring heeft te beantwoorden, of hij zich verbindt deze toekomstige beroeping op te volgen. Soms komt het daar voor dat een kerkeraad een „toezegging van beroep" zendt, wanneer een officiële beroepsbrief om formele redenen nog niet kan worden gestuurd. Dit gebruik is echter zonder enige kerkrechtelijke grond.
Onze kerken kennen deze gang van zaken, althans officieel, helemaal niet. Maar dit betekent niet, dat er hier en daar niet een praktijk wordt aangetroffen die er op lijkt. Een student staat voor zijn candidaatsexamen, dat naar het zich laat aanzien, met goed gevolg zal worden afgelegd. Een kerkeraad, of een kerkeraadslid ziet het wel zitten met die student. Hij informeert naarstig wanneer het examen zal zijn en hoe de vooruitzichten er uit zien. Tussen de regels schemert reeds een beroep en in een telefoongesprek al wel een met zo veel woorden uitgesproken toezegging van een beroep. De kerkorde, zoals die bij ons behoort te functioneren, kent deze gang van zaken niet. Daarom gaat die kerkeraad buiten zijn boekje.

De hier geschetste gang van zaken is des te pijnlijker, wanneer de betreffende student juist diegene is, die in die zelfde gemeente een tweetal mag afkondigen, waarop heel andere namen voorkomen. Men kan raden hoe men zulke dingen benoemt in het gewone maatschappelijke verkeer onder mensen. Het getuigt in ieder geval niet van het heldere inzicht en de fijngevoeligheid waarover de apostel spreekt en die vrucht is van die wetenschap waar het op aankomt. Er ontstaat een toestand, waarbij men elkaar liefst niet meer onder ogen komt.
Of er veel zegen op zulke ontijdige en voorbarige toezeggingen kan rusten? Een vraag die samenhangt met de gehele problematiek van kerken die niet meer het gelovige geduld kunnen opbrengen, om het beroepingswerk in Gods hand te geven. Wie bij zichzelf eens overweegt hoe dikwijls er in de kerk gebeden wordt rond het beroepingswerk, zal wel wat voorzichtiger en met meer zorgvuldigheid te werk willen gaan. „Of gij niet in uw hart gevoelt, dat gij wettig van Gods gemeente, en mitsdien van God zelf, tot deze heilige dienst geroepen zijt?". Het is de eerste vraag die bij de bevestiging wordt gesteld. Zij valt moeilijk te beantwoorden, wanneer de kerkeraad niet klaar en duidelijk een rechte weg is gegaan, die tot de beroeping leidde. De toezeggingen van God, zijn beloften, mogen door onze vage en onhoudbare toezeggingen, niet in de mist gebracht worden.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1997

De Wekker | 16 Pagina's

Marginaal?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1997

De Wekker | 16 Pagina's