Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods leiding in de geschiedenis (Gods leiding 5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods leiding in de geschiedenis (Gods leiding 5)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij andere godsdiensten, van oosterse volken met name, is men er niet zo van overtuigd dat er leiding achter alles zit. Want daar is men aangewezen op machten of op goden, die grillig werkzaam zijn. Je kunt er nooit van op aan. Je kunt er ook geen touw aan vastknopen. In wezen kan men niet spreken van geschiedenis. Men gelooft in een kringloop van gebeurtenissen. Er is niet te ontkomen, meent men, aan een cirkelgang. In wezen is daarom ook alles even „doel-loos".

Gods leiding
Vanuit Gods Woord mogen we zien dat God de dingen leidt. Van gisteren naar heden, maar niet minder van vandaag naar morgen. Er zit lijn in Gods werk en daarom in Zijn leiding van het wereldgebeuren. God leidt „ergens" heen. Naar de grote dag van Jezus Christus! De kerk mag daarom gericht zijn op de toekomst en mag weten waar Gods leiding op uitloopt. Hij heeft Zijn volk Israël uitgeleid, de woestijn doorgeleid en het beloofde land ingeleid. Over Gods leiding gesproken! Veertig jaar lang onderweg. En niet minder al de tijd in het beloofde land. Zowel zegenend als straffend!
Maar deze God van Israël leidt ook de wereld, de wereldgeschiedenis, „de vaart der volkeren". Alles gaat doel-gericht toe, want God heeft een bedoeling met alles.
De vraag is op welke wijze wij daarover hebben te denken. Vooral staan we voor de vraag welke troost we daaruit putten. Want om dit laatste gaat het voornamelijk. We blijven niet staan bij beschouwingen, maar zoeken Gods leiding te kennen „tot een levende troost voor Zijn volk".
Van deze troost zijn de zondagen 9 en 10 van de Heidelbergse Catechismus vol. We spreken immers over Góds leiding! Over de leiding van de Vader. Wij belijden gelovig dat de Vader van onze Heere Jezus Christus alles heeft geschapen. Hij, Die alles schiep, onderhoudt ook alles. We kunnen daarom zondag 10 van de Catechismus niet losmaken van zondag 9.
Maar daarmee zijn we niet uitgesproken. Want het werk van Gods Zoon is ook in de schepping op te merken, zoals we onder andere lezen in Johannes 1. En spreken we niet terecht van het werk van de Heilige Geest bij de schepping, mede vanuit Genesis 1? We kunnen het werk van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest wel onderscheiden. Toch scheiden we dit werk van de drie-enige God niet. Het is het éne werk van God.
Op deze wijze belijden we hartgrondig dat de leiding van heel de wereld en daarmee van de geschiedenis van de wereld berust bij de drie-enige God.
Toch mogen we vooral denken aan het werk van de Vader in dit opzicht. Wie de Vader van onze Heere Jezus Christus leert kennen, mag tot zijn troost weten dat geen ding toevallig gebeurt. Maar dat alle dingen, geen enkele uitgezonderd, ons uit Zijn vaderlijke hand toekomen.

Gods voorzienigheid
Gods leiding hangt samen met Gods voorzienig bestel.
Prof. dr. J. van Genderen schreef daarover een heel hoofdstuk in zijn boek „Actuele thema's uit de geloofsleer", waarnaar ik graag verwijs.
Prof. dr. H. Bavinck heeft gezegd: „Voor de natuurlijke mens zijn er tegen Gods wereldbestuur zoveel bezwaren in te brengen, dat hij er met moeite aan vasthouden kan. Het geloof in Gods voorzienigheid is een artikel van het christelijk geloof. Het zaligmakend geloof doet ons pas van harte aan de voorzienigheid van God in de wereld geloven, de betekenis ervan inzien en de troost ervan smaken" (Gereformeerde Dogmatiek II, 554).
In het verlengde van de schepping ligt de voorzienigheid van God. Wat Hij geschapen heeft, onderhoudt, beschermt en bestuurt Hij, naar Zijn wijs plan. Kinderlijk eenvoudig mogen we dit geloven, waarbij we maar al te zeer verstaan dat we „slechts" leerlingen van Jezus Christus zijn, en binnen de perken dienen te blijven. Want voor ons is veel, zo niet alles vaak ondoorzichtig. We zijn ook nog eens mensen met een beperkt verstand, een door de zonde verduisterd verstand. Maar, als we verlicht zijn geworden, kennen we ook nog maar ten dele.
Diverse Schriftgegevens zouden hier genoemd kunnen worden. Wie dit nauwkeurig na wil gaan, kan heel goed terecht in het overzicht dat te vinden is in de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek van prof. dr. J. van Genderen en prof. dr. W.H. Velema, pagina 269. Voor ons zijn met name van belang enkele teksten, die we in het begin van het boek Handelingen aantreffen. Daaruit valt helder licht over het werk van Gods voorzienigheid.
- Handelingen 2:23 en 24: Deze, door de bepaalde raad en voorkennis van God overgegeven, hebt gij genomen, en door de handen van de onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood; Welke God opgewekt heeft, de smarten van de dood ontbonden hebbend, alzo het niet mogelijk was, dat Hij van dezelfde dood zou gehouden worden.
- Handelingen 3:15: En de Vorst des levens hebt gij gedood. Welke God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn.
In deze teksten zien we dat ménsen Christus aan het kruis hebben gehecht en ter dood gebracht. Voluit wordt de menselijke schuld aangewezen en verkondigd. Maar tegelijkertijd zien we vanuit dit gedeelte van Gods woord dat er achter alles wat gebeurde leiding van Gód zit en Zijn plan wordt volvoerd.

In Gods hand
Alles is in Gods hand en blijft in Gods hand.
De hele wereld leeft uit Gods hand, ook al ziet de wereld dit niet en al prijst de schepping Hem er meer om dan de mensenwereld, die op z'n minst in alle talen zwijgt. Of vandaag zich op een brutale wijze daartegen uit in God-onterende woorden.
In zijn Dogmatiek verwoordt H. Bavinck het zo:
„De leer der voorzienigheid is ... een belijdenis des geloofs ... Zulk een belijdenis is in staat, om ons te bewaren zowel voor een oppervlakkig optimisme dat de raadselen des levens miskent, als voor een hoogmoedig pessimisme, dat vertwijfelt aan wereld en lot. Want de voorzienigheid Gods gaat over alle dingen, over het goede niet alleen, maar ook over de zonde en het lijden, de smart en de dood; indien toch deze aan Gods leiding onttrokken waren, wat bleef er dan in deze wereld nog over van zijn regering?" (G.D. II, 669).

Door Gods hand
Wanneer God alle dingen leidt naar Zijn plan en in Zijn voorzienig bestel, is er nooit een moment in het wereldgebeuren zonder Gods „aanwezigheid", ook al lijkt het er voor ons op dat God zelfs geheel àfwezig is. Want wat zie je dan van God en van Zijn bezig zijn? „Zinloos, chaotisch en ijdel, waanzinnig zou heel de geschiedenis zijn zonder deze zingeving die God tot stand bracht in zijn Raad. Zonder deze zingeving zou de gehele geschiedenis in vele delen uiteenvallen. Het zou evengoed een eindeloze herhaling van wat eens geweest is kunnen zijn. Het doel, waarop alles gericht is, zou er niet zijn. Kortom geschiedenis zou ontbreken", aldus prof. dr. W. van 't Spijker in zijn „Triptiek der geschiedenis", 178. Treffend heeft hij het verwoord: „Verankerd in Gods Raad, gestructureerd naar Gods orde en geopend naar Gods uiteindelijke bestemming zal de geschiedenis voort dienen te gaan naar haar laatste doel: de volle verheerlijking van God" (51).
De Schrift zegt van al Gods handelen, zoals Christus dit heeft bekend gemaakt: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook. Dit heeft niet alleen betrekking op het heil, maar evenzeer op al Gods grote daden, want is er een kwaad in de stad dat de HEERE niet doet? Amos 3:6.
De Heere stuurt alles heen naar de grote dag van Jezus Christus. Naar de voleinding. Naar de komst van hét Rijk. Alles is daaraan onderworpen en alles moet in dienst daarvan staan, kan worden gezegd. We mogen belijden dat Gods hand in alles is en zingen van harte met Psalm 124 van Gods machtige daden, ook in het leven van de volken.
Professor Van 't Spijker heeft met nadruk gewezen op de eenheid van Gods werk, vooral op het werk van de drie-enige God in heel de geschiedenis.
Hij meent dat alle geschiedenis van Christus uit te beschouwen is en niet ten onrechte gesproken kan worden van „Christus, de zin der geschiedenis". „Vanaf het kruis (en de opstanding) van Christus valt licht over de geschiedenis".
Toch dienen we volgens hem niet uit het oog te verliezen het „trinitarisch karakter van de geschiedenis". We treffen daarin, zo verwoordt hij terecht, Gods permanente werkzaamheid aan. Samenvattend zou ik het zo willen zeggen:
alles geschiedt door Gods hand.
En het „geheim" is, dat we ons door Gods hand láten leiden, hoe alles ook moge lopen in heel de geschiedenis van heel de wereld.
Want troost is er alleen wanneer ik Gods hand opmerk en uit Gods hand leef en door Gods hand geleid word, temidden van heel het wereldgebeuren, dat ononderbroken in Zijn hand is.

Van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1997

De Wekker | 16 Pagina's

Gods leiding in de geschiedenis (Gods leiding 5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1997

De Wekker | 16 Pagina's