Kort verslag van de voorjaarsvergadering van de classis Apeldoorn van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, gehouden op 5 maart 1997 te Apeldoorn

Namens de roepende kerk (Oosterbeek) heet br. H.J. Blankestijn alle afgevaardigden welkom. Hij laat zingen Psalm 68 vers 2 en leest 1 Corinthiërs 15 vers 35-58. Na overdenking en gebed worden vanuit de classis enkele bijzondere gebeurtenissen gememoreerd. Een bijzonder welkom is er voor de afgevaardigden namens de Nederlands Gereformeerde Kerk te Enschede-Noord en Zuid, de predikanten W. Borgdorff en J.M. Mudde.
Na onderzoek van de lastbrieven en de vaststelling van de wettigheid van de vergadering neemt het moderamen plaats: ds. M.W. Vrijhof (preses), ds. J. van Langevelde (scriba) en ds. J.W. van Pelt (assessor). Met betrekking lot de agenda-punten kan het volgende worden vermeld: van de kerkenraad van Arnhem is een schrijven ontvangen, waarin het standpunt wordt meegedeeld dat hij na een lang proces van meningsvorming binnen kerkenraad en gemeente heeft ingenomen t.a.v. openstelling van de ambten voor zusters der gemeente. De raad meent dat niet uit de Schriften kan worden afgeleid dat de Here het vervullen van de ambten in de gemeente door zusters voor alle tijden verbiedt en dat het in overeenstemming is met het geheel der Schriften om zusters der gemeente te roepen tot de ambten. Hij is ervan overtuigd dat de Here aan bepaalde zusters de gave gegeven heeft om leiding en onderricht te geven en meent dat het niet goed zou zijn van deze gaven slechts gedeeltelijk gebruik te maken. Bij het uitwerken van dit standpunt wil de raad wel het heil van de gemeente voorop laten staan en zal hij terdege rekening houden met de positie in de Christelijke Gereformeerde en (i.v.m. de federatie ter plaatse) ook de Nederlands Gereformeerde kerkverbanden. De classis spreekt uit zich over het schrijven van de kerkenraad een mening te willen vormen. Om dat evenwel goed te kunnen doen is besloten dat alle kerkenraden zich op de behandeling van dit stuk op de najaarsclassis zullen voorbereiden.
Een bijgewerkte versie van het Draaiboek dat de roepende kerk kan gebruiken bij de voorbereiding van een classis-vergadering wordt vastgesteld.
Het werk van de quaestor van de classis, br. F. van der Veen, wordt in orde bevonden. Hij wordt gedechargeerd voor het boekjaar 1996. De vergadering stemt in met de voorgestelde financiële bijdrage van ƒ 5.125,- voor de CCET (het werk van evangelist N. Weeda in Twente), dat naar rato van het aantal gemeenteleden door de classis-kerken gezamenlijk zal worden opgebracht. T.a.v. het werk van br. Weeda is vermeldenswaard dat steeds vaker van buiten Twente een beroep op hem wordt gedaan (voor toerusting e.d.); dit kan mede verklaard kan worden uit het feit dat onze kerken momenteel geen landelijk vrijgestelde voor het evangelisatie-werk hebben. De landelijke deputaten Evangelisatie zijn van deze ontwikkeling op de hoogte gebracht. Door de vergadering worden naar de Particuliere Synode van het Oosten afgevaardigd: de predikanten C.A. den Hertog (sec. J.W. van Pelt), A. Wagenaar (sec. B. Oosterbroek) en J. van Langevelde (sec. H. Jonkman); de ouderlingen H.J. Oldegbers (sec. W.H. Pouw), G. Adema (sec. H. Hakvoort) en H. v.d. Struik (sec. P. Raven) en diaken E. van Straten (sec. C. v.d. Berg; tert. A. v.d. Poel).
Ter tafel ligt het verzoek van de kerkenraad van Enschede-Oost aan de classis om zijn predikant, ds. G. Bijkerk, emeritaat te verlenen conform artikel 13 KO. Voor de behandeling van dit verzoek zijn namens Deputaten art. 49 KO aanwezig de predikanten R. van Beek, A.K. Wallet en B. Witzier.
Nadat in comité de voor de beoordeling van de emeritaats-aanvraag benodigde stukken zijn besproken, leest de preses de emeritaatsverklaring voor en overhandigt deze vervolgens aan ds. G. Bijkerk. Daarna spreekt hij ds. G. Bijkerk toe. Ruim 33 jaar geleden (in 1963) werd ds. G. Bijkerk in het ambt van predikant bevestigd. Dat hij nu met emeritaat gaat, heeft de verdrietige kant van de beperkte gezondheid, die dit noodzakelijk maakt. De vele jaren waarin en de wijze waarop hij de kerken als predikant mocht dienen, vervullen evenwel met groot respect en dankbaarheid. Namens de classis bedankt de preses ds. G. Bijkerk voor al zijn werk in de classis en verwoordt hij de dank jegens de Koning der Kerk, die middels het onvolkomen werk van Zijn dienaren Zijn kerk op aarde wil bouwen. Hij wenst ds. G. Bijkerk en zijn vrouw de zegen van de Here toe. Zr. Bijkerk ontvangt als blijk van dank een boeket bloemen. Vervolgens wordt de gemeente van Enschede-Oost kort toegesproken. De komende periode zal voor kerkenraad en gemeente een enerverende tijd zijn: afscheid nemen van een herder en leraar, die zo lange tijd aan de gemeente verbonden was en dan de vacante periode. Ook de kerkenraad wordt Gods zegen toegewenst en verzekerd dat ze mag rekenen op de steun van de classis. Namens deputaten art. 49 KO spreekt ds. R. van Beek ds. G. Bijkerk toe. Nadat enkele anekdotes uit de studie-tijd zijn verteld, onderstreept ds. R. van Beek dat het een voorrecht is om - hoewel ds. G. Bijkerk nu vervroegd moet terugtreden - toch de kerken 33 jaar lang te hebben mógen dienen. Hij heeft al die jaren gewerkt met de liefde van zijn hart. Als predikant heeft hij bovendien zijn sporen verdiend als Jeugddeputaat, diende als soldaat, was deputaat naar art. 49 KO, heeft zich ingezet voor het evangelisatiewerk in Twente en heeft (het belangrijkste punt) zondag aan zondag het Woord van God mogen bedienen in het midden van de gemeente. Ds. R. van Beek besluit zijn persoonlijk woord met de hartelijke bede uit te spreken, dat ds. G. Bijkerk de zegen en de kracht van de Here mag blijven ontvangen. Hij laat vervolgens ds. G. Bijkerk Psalm 119,87 in iets aangepaste bewoordingen staande toezingen en gaat voor in gebed. In zijn dankwoord zegt ds. G. Bijkerk dat „de kerken destijds binnenkomen moeilijker ging dan er nu uitgaan". Terugkijkend op zijn eigen ambtsbediening spelen twee Psalmregels door zijn hoofd: „ga niet in het gericht met Uw knecht" (Ps. 143,2), maar ook „Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten" (Ps. 119,83 OB). De toenemende werkdruk voor predikanten baart ds. G. Bijkerk zorgen. De kerkenraden dienen daar goed op te blijven letten. Predikanten zullen vooral Dienaar van het Woord moeten blijven! In de pauze die volgt is er gelegenheid om ds. G. Bijkerk en zijn gezin de hand te schudden.
In opdracht van de classis hebben de di. M.W. Vrijhof, B. Oosterbroek en J. van Langevelde zich beziggehouden met (het vraagstuk van) revisie van de liturgische formulieren. De vergadering ontvang een schrijven waarin overwegingen i.v.m. revisie worden genoemd en een „proeve" van een gereviseerd doopsformulier. Besloten wordt (ook) dit aan de kerkenraden ter bestudering mee te geven en bespreking ervan op de agenda van de najaarsclassis te zetten.
Op verzoek van de najaarsclassis 1996 hebben de kerkenraden gesproken over de wenselijkheid (gezamenlijke) toerusting van (beginnende) ouderlingen binnen de classis. Ter vergadering wordt uitgewisseld hoe deze toerusting in de plaatselijke gemeente momenteel vorm gegeven wordt. Besloten wordt een commissie te benoemen, die (a) de mogelijkheden m.b.t. toerusting van ouderlingen inventariseert en (b) op de volgende vergadering met een concreet voorstel komt m.b.t. de wijze waarop deze toerusting door ons vormgegeven kan worden. De commissie kan daarbij gebruik maken van landelijke expertise op dit terrein. Als commissieleden worden benoemd ds. M. Groen, oud. J. Bouwmeester en oud. P. Raven.
Namens de classis is ds. J. van Langevelde aanwezig geweest bij de afscheidsdienst van ds. J. Jonkman van Enschede-West.
Het werkverslag van de Classicale Diaconale Commissie over de periode 1995/1996 wordt besproken. De scriba zal br. J. de Goeijen een bedankbrief sturen nu hij in de loop van 1997 zijn taak als secretaris van de CDC over zal dragen. Het werkplan voor 1996/1997 wordt met instemming ontvangen; ook het financieel verslag 1996 en de begroting 1997 droeg de goedkeuring van de vergadering weg.
M.b.t. het classisblad „de Kerkklok" kan worden gemeld, dat het redactioneel goed loopt. Op de najaarsclassis zal besproken worden of de redactie-samenstelling nog gewijzigd dient te worden. Op uitnodiging van de preses geeft ds. J.M. Mudde een korte impressie van zaken die momenteel in de NGK te Enschede de aandacht vragen. M.b.t. het proces van nauwer kerkelijk samenleven met de CGK-kerken van Oost en West kan gemeld worden, dat er inmiddels tweemaal kanselruil is geweest, die van alle kanten goed is bevallen. Ook blijkt door de CGK-kerken voor de preekvoorziening een beroep te worden gedaan op de NGK-predikanten. De contacten worden als bemoedigend ervaren; men gaat graag op de ingeslagen verder. De bezinning op de voortgang in het samenwerkings-proces gaat eveneens door.
Namens de Classicale Zendingscommissie doet ds. A. Wagenaar kort verslag. De vergadering stemt in met de benoeming van br. K. Plaatje in de commissie. De boeken van de commissie blijken te zijn gecontroleerd en in orde bevonden.
In de gemeenten van Apeldoorn-Oost en Apeldoorn- Centrum is kerkvisitatie geweest. Een kort verslag wordt voorgelezen en besproken.
Ter tafel zijn enkele verslagen van het arbeidspastoraat in Gelderland. Omdat dit werk meer het terrein is waar de Classicale Diaconale Commissie zich mee bezig houdt, wordt besloten de stukken door te sturen naar de CDC.
M.b.t. de toewijzing van classisbeurten aan vacante gemeenten wordt besloten, dat de classisbeurten op de voorjaarsclassis worden verdeeld. Indien een gemeente ná de voorjaarsclassis vacant wordt, krijgt deze op de najaarsclassis alsnog classisbeurten toegewezen. Mocht dit voor de betreffende predikant(en) in verband met reeds gemaakte afspraken problemen geven, dan moet de eigen gemeente van de aangewezen predikant hem desnoods een extra vrije zondag geven.
De classis-beurten voor 1998 worden verdeeld evenals de kerkvisitaties. Als datum voorde najaarsclassis wordt vastgelegd DV woensdag 1 oktober. Vanwege de te verwachten agendadruk wordt reeds de avond van 8 oktober in reserve gehouden. De voorjaarsclassis 1998 wordt gepland op 18 februari. Het moderamen voor de najaarsclassis bestaat uit ds. A. Wagenaar (preses), ds. H. Jonkman (scriba) en ds. M.W. Vrijhof (assessor). De roepende kerk voor de najaarsclassis is Zutphen. De gemeenten Aalten, Almelo en Apeldoorn-Centrum dienen ook een diaken af te vaardigen. Aan Hengelo wordt verzocht een afvaardiging van de Ned. Geref. Kerk ter plaatse uit te nodigen. Er is broederlijk vergaderd. Van de censuur naar artikel 43 KO behoeft daarom geen gebruik te worden gemaakt. Nadat ds. J.W. van Pelt de preses bedankt heeft voor de voortvarende wijze waarop hij de vergadering heeft geleid, leest deze tenslotte nogmaals 1 Corinthiërs 15,58 en gaat voor in dankgebed. De vergadering wordt gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen